H2.4 Afsluiten 2

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H2.4 Afsluiten 

leerdoel

ik kan zelfstandig de sleutelbegrippentest maken

ik kan zelfstandig de vragen over het hele hoofdstuk maken

leeractiviteiten

• bespreken vraag 1 tm 10 van Afsluiten
  
• maken samenvattingstest en proeftoets op blz 83

vraag 1

• a. Hoe werkt een gloeilamp
  
• De gloeidraad wordt
  enorm heet en gaat licht uitzenden.
  
• b. lijkt een spaarlamp meer op een gloeilamp of een TL-buis.
• Een
  spaarlamp is gevuld met gas en lijkt dus meer op een tl-lamp.

vraag 2

• gloeilamp die je dimt heeft een andere kleur en geeft minder licht
• a. Hoe verandert de kleur?
• gaat van wit naar geel - oranje - rood
• b. Waardoor verandert de kleur?
• door de kleinere stroomsterkte wordt de draad minder warm

vraag 3

• een elektromotor zet elektriciteit om in beweging.
• a. noem een apparaat dat dit ook doet
• een boormachine, mixer, ventillator
• b. welke onderdelen bevat een elektromotor in ieder geval?
• spoel en magneet

vraag 3

• c. beschrijf hoe je met een magneet en een spoel beweging krijgt
  
• Door aantrekking en
  afstoting van de magneet gaat de spoel draaien.
  
• d. noem 2 apparaten met elektromotor en verwarmingselement
• wasmachine, vaatwasser, wasdroger

vraag 4

• 3 batterijen van 1,5 V in een zaklamp.
• a. op welke spanning werktde zaklamp?
• 3 x 1,5 V = 4,5 V
• b. Hoe zijn de batterijen aangesloten?
• in serie, (achter elkaar)

vraag 5

• a. Op welke spanning moet je de adapter aansluiten?
• 220 - 240 V (stopcontact)
• b. wat is de maximale stroomsterkte?
• 1000 mA = 1 A

vraag 6

• nieuwe accu voor je laptop bestaat uit 6 cellen.
• er staat op: 14,4 V  -  7800 mAh
• Wat is de spanning per cel?
• 14,4 V delen door 6 = 2,4 V

vraag 7

• elektriciteitsdraden bestaan meestal uit 2 draden.
• a. waardoor zijn er 2 draden nodig?
• 1 voor de heengaande en 1 voor de teruggaande stroom
• b. waar zijn deze draden van koper?
• Koper is
  een goede geleider, buigzaam en goedkoop

vraag 7

• c. Leg uit in welke van de 2 draden de stroomsterkte het grootst is.
• stroomsterkte is even groot
• d. er zijn ook snoeren met 3 draden.
• waarvoor dient het 3e draadje?
• als beveiliging, de aardedraad

vraag 8

• 2 lampjes (geschikt voor 4,5 V) zijn parallel aangesloten op 3 batterijen van 1,5 V.
• a. waarom is het beter in serie?
• dan krijg je 3 x 1,5 V = 4,5 V en dan krijg je het beste licht
• b. Teken het schakelschema

vraag 8 b

vraag 8

door het ene lampje gaat 0,400 A en het andere lampje 50 mA

• c. Bereken de stroomsterkte in ampere die de batterijen leveren
  
• 0,400 A 
• 50 mA = 0,050 A
• 0,400 + 0,050 = 0,450 A

vraag 8

• d. wat verandert er als je de lampjes in serie schakelt?
• Elk lampje komt dan op een te lage spanning te staan en gaat zwakker branden.

vraag 9

• stroomsterkte in een magnetron varieert tussen 2,7A en 6,5A
• a. Wanneer heeft de magnetron de grote stroomsterkte nodig?
• als er veel energie nodig is, dus de hoogste stand
• b. reken om: 6,5 A = ...... mA
• 6500 mA

vraag 9

magnetron (max 6,5 A) en friteuse (max 9 A) aansluiten op stopcontact.

• c. mag dit op een zekering van 16 A?
  
• 6,5 A + 9 A = 15,5 A dus dit mag

vraag 10

• a. waarom is de elektriciteit in huis in groepen verdeeld?
• zo voorkom je overbelasting
• b. Wat is het verschil tussen overbelasting en kortsluiting?
• Overbelasting: er staan te veel apparaten geschakeld
    
• Kortsluiting: de stroom gaat niet door een apparaat, maar gaat direct door een snoer weer terug. Dit geeft een gevaarlijk hoge stroomsterkte. 

vraag 10

• c. Hoe zie je of een apparaat randaarde heeft?
• stekker met metalen stripjes aan de buitenkant

Heb je nog vragen?

Stel ze dan aan mij!!!

opdracht

Wat: samenvattingstest en proeftoets blz 83

Hoe: zelfstandig

Hulp: docent en boek

Tijd: tot einde les

Klaar: maak een eigen samenvatting van hoofdstuk 2