1tba 27/10: spelling & formuleren en pleonasme opdracht

Welkom!
Pak alvast: leesboek, Nieuw Nederlands, grammaticaboekje

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: leesboek, Nieuw Nederlands, grammaticaboekje

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
Spelling & Formuleren §1
Samenwerkopdracht
Leren voor so

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe je hoofdletters en leestekens correct gebruikt.
  • Je kunt voegwoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?
vorig jaar won thomas de voorleeswedstrijd

Slide 4 - Tekstslide

Spelling paragraaf 1, blz. 244
  • Hoofdletters en leestekens gebruik je om een tekst leesbaarder te maken
  • Wanneer gebruik je hoofdletters?
  1. Aan het begin van de zin
  2. Bij namen
  3. Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid (Limburgse, Grieks, etc.)
  • Let op! Gebruik geen hoofdletter bij: de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken (maandag, augustus, lente, oosten)

Slide 5 - Tekstslide

Leestekens
  • Plaats een punt aan het einde van een gewone zin:
    De pakkans voor fietsendiefstal is redelijk laag.
  • Plaats een vraagteken als een zin begint met een vraagwoord zoals Wanneer of Waarom of met een persoonsvorm:
    Hebben olifanten echt een goed geheugen?
  • Plaats een uitroepteken als je een zin extra nadruk wilt geven:
    Die cabaretier is echt geweldig!
  • Plaats een komma tussen twee persoonsvormen:
    Wanneer je teksten van internet haalt, moet je letten op de betrouwbaarheid.
  • Plaats een komma voor voegwoorden zoals als, doordat, maar, nadat enzovoorts:
    Black Friday verliep rustig, doordat het in een groot deel van het land regende.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Amy versiert de woonkamer, ......... haar broer morgen jarig is.
  • Amy versiert de woonkamer, ......... haar broer is morgen jarig. 
  • Soms begint een zin met een voegwoord.
  • Dan komt er een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen:
  • Omdat haar broer morgen jarig is versiert Amy de woonkamer. > Waar moet de komma?

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Spelling par. 1, blz. 244: opdracht 1 t/m 5
  • Formuleren par. 1, blz. 230: opdracht 1 en 4
  • +- 15 minuten
  • Eerste 5 minuten in stilte
  • Klaar? Oefenen voor so of lezen
  • Niet klaar = huiswerk
  • Antwoorden komen op Classroom (zelf nakijken)
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Samenwerkopdracht
  • Opdracht over bijvoeglijk naamwoord/ pleonasme
  • Blz. 12 grammaticaboekje (zie Classroom)
  • In tweetallen 
  • 5-10 minuten
  • Klaar? Voorbereiden voor herkansing of volgende so
  • Zie de so's in Magister voor overzicht van de toetsstof

Slide 9 - Tekstslide

Even checken
  • Ik heb kort geslapen vannacht, .... ik ga vandaag op tijd naar bed.
  • Herfstvakantie is leuk, .... gaat wel heel snel voorbij.
  • Mijn broertje vindt gamen leuk. Omdat hij altijd wint. > goed geformuleerd?
  • limburgse vlaai - Zomer - Nike - December

Slide 10 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Plenda donderdag 2/11: Ne / m / spelling §1 opdr. 1-5, formuleren §1 opdr. 1&4
  • Volgende les: uitleg boekopdracht 1, oefenen voor so
  • Boek uit? Neem dan ander boek mee (mag andere taal zijn)
  • Vrijdag 3 november: so. Toetsstof:
  • Nieuw Nederlands: Spelling §1, 2 en Formuleren §1
  • Grammaticaboekje: woordsoorten (zn, ww, lw, vz en bn)

Slide 11 - Tekstslide