1.1 Levend-dood-levenloos

Levend - dood - levenloos
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Levend - dood - levenloos

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je weet wat een begrip en wat een definitie is.
  • Je kunt de definitie geven van biologie.
  • Je kunt de definitie geven van een organisme.
  • Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.


Slide 3 - Tekstslide

Biologie

Slide 4 - Woordweb

Biologie
Biologie is de leer van het leven

Biologie = het begrip
De leer van het leven = de definitie




Het woord ‘biologie’ is samengesteld uit de Griekse woorden bios en logos. Deze woorden staan voor: ‘leven’ en ‘wetenschap’ of ‘de leer van’.

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET

Slide 6 - Sleepvraag

Een organisme
Als iets leeft, dan noemen we dat een levend wezen. De officiële naam is een organisme.

Dus: een organisme is een levend wezen.


Wat bedoelen we met leven? En wat is het tegenovergestelde van leven? Dood of levenloos? Is levenloos hetzelfde als dood?
Het wordt zo wel erg ingewikkeld. Daarom is er afgesproken door alle wetenschappers, dat elk begrip één betekenis krijgt. Afgesproken!?

Slide 7 - Tekstslide

Levend - dood - levenloos
Iets is levend als het levensverschijnselen vertoont.

Iets is dood als het geen levensverschijnselen meer vertoont.

Iets is levenloos als het nooit levensverschijnselen heeft vertoond.

Slide 8 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.

4 = organisme
Erboven zit:
= populatie
= ecosysteem
= biosfeer

Slide 9 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.

4 = organisme
Eronder zit:
5= orgaanstelsel
6= orgaan
7= weefsel
8= cel
9= celorganel
10= molecuul

Slide 10 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Misschien vind je dit lastig voor de stellen.
Daarom oefenen we met:
- Verrekijkers(organisme, populatie, ecosysteem)
- Blote oog (organisme, orgaanstelsel, orgaan)
- Microscoop (weefsel, cel)

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen!
Bekijk de afbeelding/lees de vraag en geef het juiste antwoord.

Slide 12 - Tekstslide


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 13 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 14 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 15 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 16 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 17 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 18 - Quizvraag

Geef de definitie van een organisme

Slide 19 - Open vraag

Terugblik
Je weet wat een begrip en wat een definitie is.
Je kunt de definitie geven van biologie.
Je kunt de definitie geven van een organisme.
Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je onthouden deze les?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen check:
Je weet wat een begrip en wat een definitie is.
Je kunt de definitie geven van biologie.
Je kunt de definitie geven van een organisme.
Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
A
Makkie!
B
Ik weet niet wat een begrip is.
C
Ik weet niet wat een definitie is.
D
Ik moet het even rustig nalezen.

Slide 22 - Quizvraag

Volgende les


Hoe herken je of een organisme leeft?

Slide 23 - Tekstslide