Beestenboel - Voorbereidende les

Beestenboel
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Beestenboel

Slide 1 - Tekstslide

Dit is de voorbereidende les voor het programma 'Beestenboel' voor groep 3&4.

De leerdoelen van dit programma zijn:
  • Leerlingen maken op een speelse manier kennis met Teylers Museum
  • Leerlingen maken kennis met enkele kenmerken van dieren
Museum

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden en tips hieronder! Dit is bedoeld voor een klassikaal gesprek.
Aan de hand van deze vragen kunnen de leerlingen nadenken over wat een museum is en wat daar zoal te beleven valt.

Voorbeeldvragen:
- Laten we samen klappen voor elke lettergreep van het woord: mu-se-um! Laten we het samen een paar keer hardop zeggen.
- Wie is er wel eens in een museum geweest? Noem 1 ding wat je daar gezien/gedaan hebt.
- Wat is een museum? Wat kan je doen in een museum? Laten we het eens uitbeelden / voordoen! 
Bij groep 3/4 is het leuk en passend om op theatrale wijze te leren. Kunnen de leerlingen eens uitbeelden of voordoen hoe je een museum binnenkomt? Hoe loop je door de museumzalen heen? Hoe zou je reageren als je iets verrassends ziet? Doe eens voor op welke manier je tegen elkaar praat als je in een museum bent! (Tip: op deze manier kan je ook alvast de gedragsregels met de leerlingen doornemen).
- Een museum is eigenlijk vol met verzamelingen... Verzamelen jullie ook dingen? Wat zou jij verzamelen in je eigen museum? 
- Kan je misschien al zien welke verzamelingen er in de vitrine ligt op deze foto's van het museum? (De vitrine op de foto ligt vol stenen en op de andere foto zie je de grottenbeer)

Slide 3 - Tekstslide

Deze link wordt interactief zodra je de les opstart met de knop 'Geef les'. Lees vervolgens samen het interactieve prentenboek 'Beer is los' door op de link te klikken. Dit is een spannend verhaal over een ondeugend katje en een brommerige beer in Teylers Museum. Door te klikken op de groene pootjes komt er extra informatie.

Beer
Er zijn veel verschillende beren, zoals de bruine beer, de panda en de ijsbeer. 
De bruine beer is een alleseter. De panda eet alleen maar planten. De ijsbeer eet alleen maar vlees en vis.
Heel vroeger leefde ook de grottenbeer, maar die is uitgestorven.

Slide 4 - Tekstslide

Informatie over verschillende beren en wat zij eten.

De grottenbeer at alles wat hij tegen kwam en was dus ook een alleseter.

De onderzoekers weten wat de grottenbeer at door te kijken naar het gebit! Namelijk: ......
A
Hij had nog stukjes bot en plantenresten tussen zijn tanden zitten.
B
Hij had scherpe hoektanden voor het vlees, en kiezen om planten mee te vermalen.
C
Hij had platte kiezen voor het vlees, en scherpe hoektanden om planten mee te vermalen.
D
Hij had extra dikke hoektanden en kiezen, waardoor hij alles kon eten.

Slide 5 - Quizvraag

Normaal gesproken weet je wat een dier eet door het dier te observeren. Bij de grottenbeer zijn we er later achter gekomen wat hij at, want de grottenbeer is al heel lang geleden uitgestorven. Onderzoekers kunnen zulke feiten aflezen aan verschillende dingen, zoals het gebit: scherpe hoektanden voor het vlees, en kiezen om planten mee te vermalen!
--> Het gebit van de grottenbeer had veel knobbels. Deze aanpassing vinden we ook bij de panda, eveneens een vegetariër uit de berenfamilie. Ook verdwijnen de valse kiezen langzaam uit het gebit gedurende de evolutie van de grottenbeer. Een soort die uitsluitend planten eet, heeft weinig aan valse kiezen. Een van de valse kiezen bij de grottenbeer gaat steeds meer op een echte kies lijken (molarisatie), waardoor het maaloppervlak van het gebit wordt vergroot. Uit onderzoek naar pollen in grotten is gebleken dat het voedsel voornamelijk uit alpenkruiden bestond. Daarnaast werden vruchten, bessen, noten, kruiden en zelfs gras gegeten. De alpenkruiden hadden echter de voorkeur omdat ze voedselrijker zijn dan grassen. Bovendien slijt het gebit minder snel door deze zachtere plantensoorten.

Beer
De grottenbeer had scherpe hoektanden en platte kiezen. Met scherpe hoektanden kan je goed in vlees en botten bijten. Met platte kiezen kan je planten goed vermalen. 
Voel nu eens aan je eigen gebit: zijn wij planteneter, vleeseter of allebei? 

Slide 6 - Tekstslide

Ook wij hebben scherpe hoektanden en platte kiezen. Dat geeft ons de mogelijkheden om zowel vlees als planten te eten.
Muis
Een muis is een knaagdier. 
Er zijn allerlei soorten muizen, zoals de huismuis, veldmuis en de bosmuis. 
Bij ons in het museum komen we wel eens een huismuis tegen, bij jullie thuis ook?

Slide 7 - Tekstslide

Informatie over de muis. Bekijk deze video voor de volgende quizvraag. De link wordt interactief zodra je op 'Geef les' klikt. Bekijk samen de video (2:38) en kom erachter hoe de muis leeft. In de video zie je ook een baby muisje.
Een muis wordt niet zo oud.
Waar komt dat door?
A
De muis heeft een hele hoge hartslag.
B
In de winter is het lastig overleven voor de kleine muis.
C
De muis wordt door veel andere dieren opgegeten.
D
Muizen eten elkaar op.

Slide 8 - Quizvraag

B en C zijn het goede antwoord. C is de voornaamste reden en B telt ook mee. 
Kat
De kat is een van de oudste huisdieren van de mens. Hij is familie van de tijger en de leeuw. De kat heeft van zichzelf een huisdier gemaakt, omdat hij in de buurt van mensen veel ratten en muizen kon vinden om op te eten!

Slide 9 - Tekstslide

Informatie over de kat. Bekijk de video voor de volgende quizvraag. De link wordt interactief zodra je op 'Geef les' klikt. Bekijk samen de video (4:42) en kom erachter hoe de kat een huisdier is geworden. In de video wordt ook verteld hoe je van andere dieren een huisdier kan maken.
Om van een dier een huisdier te maken, heb je een paar dingen nodig.
Wat zijn die?
A
Het moeten sociale dieren zijn.
B
Het dier heeft een eenvoudig dieet, en eet het liefst planten die wij niet kunnen eten.
C
We moeten het dier schattig/leuk vinden. Of we hebben iets van het dier nodig (vacht, voeding).
D
Het dier heeft ongeveer hetzelfde dag- en nachtritme als wij.

Slide 10 - Quizvraag

A, B, C en D zijn het goede antwoord! 
Waar ben je het meest nieuwsgierig naar,
als we naar het museum gaan?

Slide 11 - Tekstslide

Dit is bedoeld als interactieve vragenronde met de leerlingen en is in te vullen naar eigen inzicht.
En nu op naar 
Teylers Museum! 

Daar sta je oog in oog met een echte grottenbeer, vind je echte dinosaurus-eieren en leer je nog veel meer over (fossiele) dieren.


Slide 12 - Tekstslide

Wil je meer informatie? Ga dan naar www.teylersmuseum.nl
Tot snel in Teylers Museum!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies