Les 6: IBO 11 - woensdag 17 mei 2023

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaarten B11.3 
  • Leskaarten V11.9

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat ie?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een dienstverlenende taak is:
A
Lunch serveren in een activiteitencentrum
B
Bingo avond organiseren in het verzorgingstehuis
C
De voorraad van de kapsalon bijvullen
D
Met de hotelgast de overnachting afrekenen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nijptang is een metalen stuk gereedschap om spijkers uit hout te trekken. De tang kan ook gebruikt worden om dunne draad, spijkers en dergelijke door te knippen.
Met een hamer sla je spijkers in hout of metaal.
Een steeksleutel is een stuk handgereedschap waarmee men moeren en bouten kan aan- of losdraaien.
Hamer met spijkers
Steeksleutel
Nijptang

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een combinatietang kan worden gebruikt voor zowel het verbuigen van voorwerpen als het knippen van ijzerdraad en dunnen oppervlakten.
Over het algemeen gebruikt men een waterpomptang om een ronde aansluiting mee te omvatten en aan te draaien
Een rolmaat is een meetgereedschap dat kan worden gebruikt om objecten en producten tot op een millimeter nauwkeurig op te meten
Waterpomptang
Combinatietang
Rolmaat

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je met dit soort gereedschap?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent periodieke planning?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/ of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.

In het kwalificatiedossier staat dit bij het werkproces ‘Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-woon- en leefomgeving’.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
Je leert hoe je zelf werkt tijdens dienstverlenende werkzaamheden. In beroepsopdracht B11 heb je hier al een goed begin mee gemaakt.


Je hebt geleerd over:
Uiteenlopende diensten uit te voeren op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.

In beroepsopdracht 11V gaan we zelf aan de slag. Je maakt een werkplan en organiseert activiteiten en voert dienstverlenende werkzaamheden uit.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkprocessen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 13 - Tekstslide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B-leskaarten:
1. Ik onderhoud apparaten volgens de geldende richtlijnen;
2. Ik laad elektrische apparaten correct op;
3. Ik vervang de batterijen van verschillende apparaten correct;
4. Ik ontkalk apparaten correct.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen V-leskaarten: 
1. Ik onderhoud een wasmachine correct, en voorkom zo vieze geurtjes;
2. Ik onderhoud een wasdroger correct;
3. Ik onderhoud een vaatwasser correct;
4. Ik onderhoud een afzuigkap correct.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V11.9 Apparaten onderhoud
Electrische apparaten hebben regelmatig onderhoud nodig. Daarmee zorg je ervoor dat ze veilig blijven werken en langer meegaan. Bovendien verbruiken apparaten die goed onderhouden zijn, vaak minder energie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderhoud kun
je als assistent dienstverlening
uitvoeren?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Opdracht:







Werk met 2 of 3 studenten samen.
Werk in powerpoint. En gebruik ondersteunende afbeeldingen.
Zoek op hoe je de volgende apparaten onderhoud: wasdroger, vaatwasser, afzuigkap.
Beantwoord ook de volgende vraag: Hoe voorkom je een vieze geur in de wasmachine?
Presenteer voor de klas.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apparaten onderhouden 
Mogelijke taken voor een assistent dienstverlener:

ELEKTRISCH APPARAAT OPLADEN
BATTERIJEN VERVANGEN 
APPARAAT ONTKALKEN


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Batterij vervangen
Sommige apparaten werken op batterijen. Bijvoorbeeld weegschalen, gehoorapparaten en afstandsbedieningen. Als deze apparaten niet werken, vervang je de batterij. Daarna controleer je of het apparaat wel werkt.
Er zijn verschillende batterijen. 

Je let bij het kiezen van een batterij op:
• de vorm
• de sterkte
• het doel waarvoor je hem gebruikt
• hoeveel je er nodig hebt

Batterijen weggooien Je mag batterijen niet weggooien in de vuilnisbak. Want ze zijn slecht voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een inleverpunt. Bijvoorbeeld bij een supermarkt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Apparaat ontkalken
Veel apparaten gebruiken water. Zoals wasmachines, afwasmachines, koffieapparaat, waterkoker. Door het water krijg je kalkaanslag. De machine werkt dan minder goed. Daarom moet je ze af en toe ontkalken. Dit doe je met azijn of speciale middelen.
Azijn is zuur. Of beter gezegd: het heeft een hoge zuurgraad. Dat zuur lost kalk op. Kleine apparaten kun je ontkalken met azijn. Kijk wel op de gebruiksaanwijzing of dit mag. Op natuursteen zoals graniet en marmer moet je het niet gebruiken!




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

B- studenten
Werk samen met een andere student. 
Maak leskaart B11.3

Lees alle tekst goed door.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentaties V-studenten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V-studenten
Maak de opdracht 38.
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht
• Kies samen met 2 of 3 studenten 1 taak. Deze gaan jullie uitvoeren.
1. Wasmachine reinigen;
2. Lamp vervangen; 
3. Batterij vervangen;
4. Koffiezetapparaat ontkalken; 
5. Waterkoker ontkalken.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
1. Ik onderhoud apparaten volgens de geldende richtlijnen;
2. Ik laad elektrische apparaten correct op;
3. Ik vervang de batterijen van verschillende apparaten correct;
4. Ik ontkalk apparaten correct.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
1. Ik onderhoud een wasmachine correct, en voorkom zo vieze geurtjes;
2. Ik onderhoud een wasdroger correct;
3. Ik onderhoud een vaatwasser correct;
4. Ik onderhoud een afzuigkap correct.



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies