Les 05 - Datacommunicatie

Inleiding Datacommunicatie
Examenprogramma informatica
Fundament Informatica
Domein E; architectuur
E1; Hoofdstuk 6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inleiding Datacommunicatie
Examenprogramma informatica
Fundament Informatica
Domein E; architectuur
E1; Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je bent bekend met de geschiedenis van computernetwerken.

  • Je weet de verschillen tussen het ‘gewone’ internet, het deep web en het dark web.

  • Je bent bekend met de verschillende draadloze technieken.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kent de belangrijkste netwerkapparatuur, zoals een NIC, switch, router en een repeater.

  • Je weet wat een protocol is en kunt de namen van standaardprotocollen voor datacommunicatie en e-mail benoemen.

  • Je weet waarvoor een IP-adres gebruikt wordt en kunt het verschil tussen een IPv4 en een IPv6 adres benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Studieboeken over datacommunicatie en netwerken

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe Bill Gates rijk is geworden? Omschrijf het in 1 woord.

Slide 6 - Open vraag

timer
0:30
Datacommunicatie;
welke begrippen ?

Slide 7 - Woordweb

Datacommunicatie
  • Netwerken
  • Transportmedia
  • Draadloos
  • Apparaten
  • Protocollen
  • IP-adressen
  • DNS



Slide 8 - Tekstslide

Netwerken
  • Twee of meer verbonden apparaten

  • Binnen één gebouw of een groot gebied

  • LAN: local area network
  • WAN: wide area network

Slide 9 - Tekstslide

Datacommunicatie
  • Voordelen
  • Nadelen

Slide 10 - Tekstslide

Datacommunicatie
Voordelen
  • Gegevens uitwisselen en raadplegen
  • Hulpbronnen, zoals printers, gemeenschappelijk gebruiken
  • Centrale toegang tot internet: betere beveiliging
Nadelen
  • Centrale toegang; Security moet op orde zijn

Slide 11 - Tekstslide

Datacommunicatie
Na 1980 opkomst van de pc
  • Distributed processing 


Client / server model

Slide 12 - Tekstslide

Internet
  • Wat is het?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het internet
  • Een wereldomspannend computernetwerk

  • Niet één netwerk, maar opgebouwd uit een groot aantal kleine netwerken
  • Eigendom van bedrijven, onderzoeksinstituten, overheidsinstellingen en particulieren

  • Oorspronkelijk het ARPANET
  • (Amerikaanse ministerie van Defensie, in 1969)

  • Voor bedrijven en particulieren beschikbaar sinds 1993




Slide 15 - Tekstslide

Deep web en Dark web
Deep web 
  • Veel gegevens op internet alleen bereikbaar via een webadres plus toegangsrechten

Dark web 
  • Onderdeel van het deep web
  • Geen sporen nalaten (iets anders dan incognito-modus)
  • Tor-encryptie




Slide 16 - Tekstslide

Transportmedia
Vier categorieën
  • Twisted-pair kabels
  • Via het lichtnet (stroomnet)
  • Glasvezelkabels
  • Draadloos





Slide 17 - Tekstslide

Twisted-pair kabels
Bestaat uit in elkaar gedraaide koperen aderparen 
Standaard kabel bestaat uit acht aders 

Twee hoofdcategorieën 
  • Unshielded twisted-pair (UTP)
  • Shielded twisted-pair (STP)





Slide 18 - Tekstslide

Glasvezel
Bestaat uit een kern van flexibel glas
Lichtsignalen voor maximale snelheid





Slide 19 - Tekstslide

Toepassingen glasvezel
  • Onderwaterberbindingen tussen continenten
  • In datacenters om servers met elkaar te verbinden
  • In wijken om huizen en bedrijven met het internet te verbinden






Slide 20 - Tekstslide

Draadloos
  • Wifi
  • 4G/5G
  • Bluetooth
  • LoRa





Slide 21 - Tekstslide

Draadloos
  • Vervanger van een kabel in een lokaal netwerk
  • Radiogolven, 2.4 GHz of 5 GHz





Slide 22 - Tekstslide

4G/5G
  • Draadloze verbinding voor telefoons, tablets en laptops
Bellen of gegevensoverdracht 

  • Groter bereik dan wifi

  • Verschillende frequenties

  • Dekkingsproblemen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video