Tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden en tekstverbanden 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden en tekstverbanden 

Slide 1 - Tekstslide

Doel
- Tekstdoelen vinden
- Signaalwoorden aanduiden in een tekst
- Bijhorend tekstverband zoeken

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 3 - Woordweb

Welk signaalwoord hoort niet bij een opsommend verband?
A
Maar
B
Tevens
C
Daarnaast
D
Ten eerste

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in de volgende zin?

Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.

Slide 5 - Open vraag

Van welk verband is hier sprake?
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.
A
Opsommend
B
Chronologisch
C
Toelichtend
D
Vergelijkend

Slide 6 - Quizvraag

Van welk verband is hier sprake?
Ondanks dat hij niet van Spanje houdt, gaat hij er elk jaar heen.
A
Toegevend
B
Vergelijkend
C
Tegenstellend
D
Chronologisch

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht

Slide 8 - Tekstslide

1) Waarover gaat de tekst?
Antwoorden in 1 of 2 zinnen

Slide 9 - Tekstslide

2) Tekstdoel

Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoelen
  • Informeren
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Ontroeren
  • Instructie geven
  •  Amuseren

Slide 11 - Tekstslide

3) Alinea

Slide 12 - Tekstslide

4) Signaalwoorden zoeken
Welk tekstverband?

Slide 13 - Tekstslide

Waarover willen jullie graag lezen?
A
Apple-horloge
B
Reizen
C
Muziek/energie
D
Auto’s

Slide 14 - Quizvraag

Groepsopdracht
1) Tekst lezen  + Tekst beschrijven (1 of 2 zinnen)
2) Tekstdoel
3) alinea’s
4) Tekst lezen en signaalwoorden aanduiden
5) Tekstverband zoeken
6) Bordschema aanvullen met signaalwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Toelichting individuele opdracht
- Tekst samenvatten
-Teksttype bepalen
-Tekstdoel bepalen
-Alinea’s tellen
-Signaalwoorden markeren
-Tekstverbanden bij de tekst schrijven

Slide 16 - Tekstslide