19 januari - onderwerp

Welkom!
Lezen
Onderwerp

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Lezen
Onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen: zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdeelstrepen
Een zin verdelen we in zinsdelen om een duidelijke overzicht te krijgen.
Alle stukjes kun je dan een naam geven, zoals pv, o, lv, etc. 

Dit is een lastig onderdeel. Als je dit fout doet, gaat de rest ook fout. 
Zinsdeelstrepen

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdeelstrepen
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 4 - Tekstslide

Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.
Kijk welk deel voor de persoonsvorm kan.
Dit deel is dan een zinsdeel.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik teken de prachtige bloemen.
Ik | teken | de prachtige bloemen.

Mijn buurjongen vindt zijn verjaardag spannend. 
Mijn buurjongen | vindt | zijn verjaardag | spannend. 
1. pv zoeken
2. alles voor de pv is één zinsdeel
3. zoek de andere werkwoorden
4. plaats zinsdelen voor de pv

Slide 6 - Tekstslide

Maken Cursus 5 Grammatica par. 2 - opdracht 1 t/m 8

Fluisteren 

10 minuten

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vind je ook alweer het onderwerp?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is ook alweer het onderwerp?

Slide 9 - Tekstslide

Wie/wat + gezegde?
Jan eet een banaan
PV = eet
OW = Wie eet?
OW = Jan

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp?

  • Als je wie of wat voor de persoonsvorm zet, is het antwoord op de vraag het onderwerp.
  • Als je de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud verandert, verandert het onderwerp ook.
  • Als je de zin vragend maakt met de persoonsvorm vooraan, komt het onderwerp meteen achter de persoonsvorm.

Slide 11 - Tekstslide

Maak IN STILTE Cursus 5 - par. 3 opdrachten 1 t/m 7

10 minuten

Slide 12 - Tekstslide