BVVJ Thema 7.6 Voortplanting met bevruchting

Voortplanting bij planten en dieren
Terugblik op vorige les
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortplanting bij planten en dieren
Terugblik op vorige les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurd er na de bevruchting met de kroonbladeren en meeldraden?
A
Die worden een bloem
B
Ze veranderen van kleur
C
Die vallen af

Slide 2 - Quizvraag

Aan een tros groeien 10 druiven. Hoeveel bloemen waren er nodig voor de druiven?
A
2
B
5
C
1
D
10

Slide 3 - Quizvraag

BVVJ Thema 7.6 Voortplanting met bevruchting

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk opbouw
1. Bloemen
2. Bestuiving
3. Een verslag maken
4. Bevruchting
5. Vruchten en zaden
6. Voortplanting met bevruchting
Samenhang
Extra stof 

Slide 5 - Tekstslide

Bevruchting
Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijk voortplantingscel met de kern van een vrouwelijke voortplantingscel. 

Slide 6 - Tekstslide

Mannelijk --> Stuifmeelkorrel
Vrouwelijk --> De eicel

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
De eicel komt van de moederplant.
De stuifmeelkorrel komt van een andere plant: de vaderplant. 
Bij bevruchting komen de celkernen van deze twee planten bij elkaar. De celkernen versmelten tot één celkern. Er ontstaat een bevruchte eicel. 

Slide 8 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
De kleur van bloemen is een eigenschap van een plant. De plant krijgt de kleur van twee ouderplanten. Deze eigenschappen die worden doorgegeven noem je erfelijke eigenschappen.

Slide 9 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
Bij bevruchting komen de erfelijke eigenschappen van twee planten bij elkaar. Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen in de celkern. Bij bevruchting komen twee celkernen bij elkaar. 

Slide 10 - Tekstslide

Dieren 
Bij alle dieren vindt voortplanting met bevruchting plaats.
Vrouwelijke voortplantingscel bij dieren heet eicel.
De mannelijke voortplantingscel bij dieren heet zaadcel. 
Uit de bevruhte eicel groeit een nieuw dier. 

Slide 11 - Tekstslide

Bij vissen, kikkers en insecten komen de jongen uit eitjes. Een eitje is een bevruchte eicel. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe heet de mannelijke voortplantingscel bij dieren?
A
Zaadcel
B
Stuifmeelkorrel
C
Meeldraad
D
Eicel

Slide 13 - Quizvraag

Waar vind de bevruchting plaats?
A
Vruchtbeginsel
B
In de eicel
C
Kerncel

Slide 14 - Quizvraag

Maken + Lezen
Blz 164 t/m 168
Opdracht 1 t/m 8+

Slide 15 - Tekstslide

Fijne dag nog!

Slide 16 - Tekstslide