PW thema Planten BK

Welkom bij het proefwerk
heel veel succes en lees rustig!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het proefwerk
heel veel succes en lees rustig!

Slide 1 - Tekstslide

De zon is een organisme.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de 7 levenskenmerken?

Slide 3 - Open vraag

Een beeldje wat nagemaakt van een gestorven hondje is...
A
dood
B
levenloos
C
levend
D
niet nep

Slide 4 - Quizvraag

In de levenscyclus van een bruine boon komen als stadia onder andere kiemplant en volwassen plant voor. In het stadium van de kiemplant ontstaan de zaadlobben.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Als een boom elk jaar zwaarder wordt, noem je dat ontwikkeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Iets wat levenloos is, heeft vroeger geleefd.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Als een hert een gewei krijgt, noem je dat ontwikkeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een fysiotherapeut is iemand die mensen behandelt die problemen hebben met hun spieren of hun skelet. Hij of zij helpt deze mensen, vaak met behulp van oefeningen, om hun beweeglijkheid te verbeteren en pijn te verminderen. De fysiotherapeut doet een lichamelijk onderzoek, maakt een behandelplan en bespreekt dat met de patiënt.
De fysiotherapeut kijkt goed naar bewegen. Bewegen is een van de levenskenmerken.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een zonnebloem draait met haar bloem naar de zon. Dit is een voorbeeld van een levenskenmerk.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is dit een dwarsdoorsnede?
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Bestaat een tabel uit rijen en kolommen?
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welke doorsnede is hier gemaakt bij deze banaan?
A
buitenaanzicht
B
dwarsdoorsnede
C
lengtedoorsnede
D
horizontale snede

Slide 13 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig om tekeningen bij biologie te maken?
A
potlood
B
liniaal
C
stift
D
papier

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de levensfase die na kleuter komt?
A
baby
B
peuter
C
puber
D
schoolkind

Slide 15 - Quizvraag

Een groeispurt is een periode van zeer snelle groei.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een stilzittende, bijna niet ademende sprinkhaan is dood.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Een agave is een plant die vooral voorkomt in de woestijn.
De agave heeft grote, platte bladeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De volgende tekst gaat over de komende 4 vragen...
Een consultatiebureau verzorgt medische basiszorg bij alle kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is een gratis instelling die adviserend werkt en openstaat voor alle kinderen vanaf de geboorte. De adviezen worden gegeven door een arts en een wijkverpleegkundige, ondersteund door een assistente. Eén van hun taken is het controleren van de groei. Daarnaast worden bijvoorbeeld zaken als kruipen, zitten, staan en lopen gevolgd.

Slide 19 - Tekstslide

Een manier om de groei te controleren is het meten van de lengte.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De kinderen worden het meest gecontroleerd in de periode tussen 0 en 1 jaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Het consultatiebureau is bedoeld voor baby’s, peuters, kleuters en schoolkinderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Kruipen, zitten, staan en lopen horen bij de lichamelijke ontwikkeling van een kind.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Is een houten kast levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 24 - Quizvraag

Is dit bronzen standbeeld levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 25 - Quizvraag

De meeste mensen leren tegenwoordig al jong om een computer te gebruiken. Veel computers werken met een muis of een touchscreen. Voordat je met de computer kunt werken, moet je leren omgaan met de muis of het touchscreen.
Tot welk type ontwikkeling behoort het leren omgaan met muis of touchscreen?

A
Geestelijke
B
lichamelijk
C
motorische
D
trotorische

Slide 26 - Quizvraag

Welk organisme in deze afbeelding vertoont, of vertonen levenskenmerken?
A
Alleen de volwassen merel en de worm.
B
Alleen de volwassen merel en de merel jongen.
C
De volwassen merel, de merel jongen en de worm.

Slide 27 - Quizvraag

Met welk nummer is de zaadlob aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quizvraag

Met welk nummer is de zaadhuid aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Uit welk van de genummerde delen in de afbeelding kan een nieuwe plant ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Onder welk nummer zien wij het hartvormig bultje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor lijn zie je, als je een grafiek maakt van de groei van de worm?
A
Een rechte lijn die schuin naar boven loopt.
B
Een gebogen lijn die naar boven loopt.
C
Een rechte lijn die schuin naar beneden loopt.
D
Een gebogen lijn die naar beneden loopt.

Slide 32 - Quizvraag

Pieter, Rob, Margot en Sasha hebben hun best gedaan voor het discofeest van hun brugklas. Ze hebben muziek geregeld, discolampen en genoeg eten en drinken voor iedereen. Het feest barst los en heel veel kinderen gaan dansen. Bijna alle meisjes dansen met een jongen die kleiner is dan zij zijn.

Welke drie levenskenmerken komen bij het dansen het meest aan de orde?
A
Ademhalen, waarnemen en bewegen.
B
Ademhalen, groei, bewegen, uitscheiden.
C
Bewegen, voeden, uitscheiden
D
Bewegen, groei, uitscheiden

Slide 33 - Quizvraag

Pieter, Rob, Margot en Sasha hebben hun best gedaan voor het discofeest van hun brugklas. Ze hebben muziek geregeld, discolampen en genoeg eten en drinken voor iedereen. Het feest barst los en heel veel kinderen gaan dansen. Bijna alle meisjes dansen met een jongen die kleiner is dan zij zijn.

Leg uit dat het niet toevallig is dat bijna alle meisjes dansen met een jongen die kleiner is dan zij zijn.
A
Dat komt doordat bij jongens de groeispurt eerder begint dan bij meisjes.
B
Dat komt doordat bij meisjes de groeispurt eerder begint dan bij jongens.

Slide 34 - Quizvraag

De meeste kinderen drinken het eerste uur al veel. Daarna moet een aantal van hen naar het toilet. Welk levenskenmerk speelt hier een rol?
A
Ademhalen
B
Bewegen
C
Uitscheiden
D
Voortplanten

Slide 35 - Quizvraag

Margot is door alle inspanning erg moe. Na een uur of twee valt ze flauw bij de toiletten.
Sasha roept in paniek de mentor en zegt tegen hem: 'Margo ligt er levenloos bij.'
Leg uit dat Sasha hier een verkeerd woord gebruikt.
A
Levenloos betekent dat iets nooit heeft geleefd, dat is hier niet het geval bij Margot.
B
Levenloos betekent dat iets wel heeft geleefd, dat is hier niet het geval bij Margot.
C
Levenloos betekent dat iets nooit heeft geleefd, dat is hier wel het geval bij Margot.
D
Levenloos betekent dat iets wel heeft geleefd, dat is hier wel het geval bij Margot.

Slide 36 - Quizvraag

Na afloop fietst Pieter naar huis. In welke levensfase leren de meeste mensen fietsen?

A
baby
B
kleuter
C
puber
D
schoolkind

Slide 37 - Quizvraag

KLAAR

Slide 38 - Tekstslide