HAVO Hoofdstuk 3.3: Formuletaal

Hoofdstuk 3.3: Formuletaal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3.3: Formuletaal

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je leert uitdrukken uit welke atomen een stof bestaat.
  • Je leert wat een index en coëfficiënt is.
  • Je leert hoe je het massapercentage van een atoomsoort in een molecuul berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Chemische formules
Vorige paragraaf hebben we de atoomsoorten benoemd. Elk molecuul bestaat dus uit atomen.
Meeste moleculen bestaan uit meerdere atoomsoorten. Hier zijn een paar uitzonderingen op.

Slide 3 - Tekstslide

Noem een paar
chemische formules die je al kent.

Slide 4 - Woordweb

Welke formule zou dit
molecuul hebben?

Slide 5 - Open vraag

Molecuulformule opstellen
  • Een molecuulformule heeft altijd de afkorting van de elementen waar het uit opgebouwd heeft. Let hierop bij Hoofdletter en kleine letter gebruik.
  • Een klein cijfer na een elementsymbool noemen we de Index, Indexen geven dus altijd aan hoeveel atomen er van één atoomsoort in het molecuul zitten.
  • Een groot getal voor de gehele molecuulformule noemen we de Coëfficiënt.
  • 5 H2O betekent dat je 5 water moleculen hebt.
  • Dat betekent ook dat je 5 keer 2 H hebt dus een totaal van 10 waterstof atomen. Het betekent ook dat je 5 keer één O hebt dus een totaal van 5 zuurstof atomen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel zuurstof atomen zijn er voor de reactie?
C2H5OH + 3 O2 ---> 2 CO2 + 3 H2O
A
3
B
4
C
7
D
8

Slide 7 - Quizvraag

Veelgebruikte stoffen:
Er zijn een aantal bekende stoffen die je uit het hoofd moet kennen. Deze staan op pagina 85 en moet zowel formule als naam kennen:
Fosforzuur: H3PO4                       Ammoniak: NH3                  Ethanol/ Alcohol: C2H6O / C2H5OH
Glucose: C6H12O6                        Methaan: CH4                      Koolstofdioxide: CO2
Zwaveldioxide: SO2                     Zwavelzuur: H2SO4

Slide 8 - Tekstslide

Berekenen van massapercentages in moleculen
  • Net als bij massa percentages in een mengsel gebruiken we de formule:

  • Elke atoomsoort heeft een unieke massa, deze worden gegeven op de toets. 
  • Je vermenigvuldigt de massa van elke atoomsoort met de hoeveelheid atomen daarvan in het molecuul.
  • De totale massa bereken je door voorgaande stap voor elke atoomsoort te doen en ze dan op te tellen.

TotalemassaDeel100=massapercentage

Slide 9 - Tekstslide

Bereken het massapercentage Zilver in AgNO3 (Rond af op 1 decimaal)
Ag = 107,9 N=14,0 O= 16,0

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk voor volgende les:
Leer bron 3.8 op pagina 78; Dan staat het SO geplant.
Maak de opgaven 28 t/m 39

Slide 11 - Tekstslide