Les 3 Verzorging BP

Les 3 Verzorging BP
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOHoger onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 3 Verzorging BP

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de dag
  1. Zindelijkheidsbeurs
  2. Zieke kinderen in de opvang
  3. Wiegendood
  4. Filmpjes handen wassen en babybad 

Slide 2 - Tekstslide

Zindelijkheidsbeurs
Leg je uitgewerkt materiaal op je bank klaar:
  • Activiteiten
- Welke activiteit heb je uitgewerkt? 
- Wat is de doelstelling van je activiteit?
  • Beloningsmateriaal
- Wanneer ga je belonen?
  • Boekjes





Slide 3 - Tekstslide

2.  Zieke kinderen 
Voorbereiding op de test: 
Per casus krijg je deze vragen: 
1. Welke ziekteverschijnselen merk je op?
2. Welke alarmsignalen merk je op? 
3. Wie verwittig je (en in welke volgorde) en waarom?
4. Welke hulp verleen je in afwachting? 
5. Welke acties moet je nog ondernemen? 

Slide 4 - Tekstslide

2.1. Welke ziekteverschijnselen merk je op? 
Elk kind vertoont ziekteverschijnselen. 
- Is koorts een ziekteverschijnsel?
- Is hangerigheid een ziekteverschijnsel? 
- Is minder eetlust een ziekteverschijnsel? 
- Is kortademigheid een ziekteverschijnsel? 

Welke voorbeelden ken je zelf nog? 

Slide 5 - Tekstslide

2.2. Wat zijn volgens jullie alarmsignalen in de opvang?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

2.3. Wie verwittig je en waarom? 

Slide 8 - Tekstslide

Wat doe jij nadat je de ouders of 112 gebeld hebt?

Slide 9 - Woordweb

Wat doe je nadat het kind uit de opvang vertrokken is?

Slide 10 - Woordweb

Oordruppels dien je correct toe door de oorschelp:
A
naar boven en naar voor te trekken
B
naar boven en naar achter te trekken
C
naar onder en naar voor te trekken
D
naar onder en naar achter te trekken

Slide 11 - Quizvraag

Welke stelling is fout?
A
Zetpillen worden onregelmatig geabsorbeerd door de darm.
B
Oogdruppels leg je voor toediening eerst uit de koelkast om pijn te voorkomen.
C
Een aerosol duurt langer dan een zakverstuiver (met voorzetkamer).
D
Medicatie bewaar je in de deur van de koelkast.

Slide 12 - Quizvraag

Welke stelling is fout?
A
In nood mag een kinderbegeleider een Epipen toedienen bij een kind.
B
De lever en nieren filteren ons bloed.
C
Je mag max. 6 dosissen paracetamol per 24u geven.
D
Koorts is een normale reactie van ons lichaam op ziekteverwekkers.

Slide 13 - Quizvraag

Kleine Kato is 6 maanden oud. Ze komt elke dag naar de opvang. Vandaag is ze een beetje lastig. Ze wil niet eten en drinkt een klein beetje melk. Tijdens het verluieren voel je dat ze warm aanvoelt. Je neemt haar temperatuur op. Ze heeft 39,5C.

Slide 14 - Tekstslide

1. Welke ziekteverschijnselen merk je op?
2. Welke alarmsignalen merk je op?
3. Wie verwittig je (en in welke volgorde) en waarom?
4. Welke hulp verleen je in afwachting?
5. Welke acties moet je nog ondernemen?

Slide 15 - Tekstslide

Anouk (10 maanden) wordt ‘s morgens bij jou afgezet. De mama vraagt aan jou of je haar wat in de gaten wilt houden, ze heeft deze morgen haar flesje niet willen drinken, misschien broeit er iets? Ze is wat suf maar verder merk je er niet veel aan. Na haar voormiddagslaapje voelt ze erg warm aan. Bij het verluieren begint ze hard te wenen wanneer je haar beentjes optilt.
Je ziet ook verschillende puntvormige, rode en blauwe vlekjes op haar benen.
Vanmorgen kon je er nog niet veel aan zien, nu is het één hoopje ellende.

Slide 16 - Tekstslide

1. Welke ziekteverschijnselen merk je op?
2. Welke alarmsignalen merk je op?
3. Wie verwittig je (en in welke volgorde) en waarom?
4. Welke hulp verleen je in afwachting?
5. Welke acties moet je nog ondernemen?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is volgens jou de belangrijkste maatregel om wiegendood te voorkomen?

Slide 18 - Woordweb

Wanneer heeft een kind de grootste kans op wiegendood?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Welke tips geef je aan ouders met een huilbaby?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide