Deeltoets ordening KGT
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zwemmerseczeem wordt veroorzaakt door bacteriën.
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quizvraag
Veel schimmels ruimen dode resten van organismen op.
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Schimmels hebben celwanden om de cellen.
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Een spons is veelzijdig symmetrisch.
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Bacteriën planten zich voort door sporen.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Bij de bereiding van brood en wijn worden schimmels gebruikt.
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
In deel P van de plant in afbeelding 2 ontstaan zaden.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een champignon behoort tot het rijk van de planten.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Bij het maken van een ordening van het dierenrijk kan men het beste letten op overeenkomsten in bouw van het lichaam..
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Vier planten zijn:
– Een haarmos.
– Een mannetjesvaren.
– Een paardenbloem.
– Een dennenboom.
Bij welke van deze planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen?
– Een haarmos.
– Een mannetjesvaren.
– Een paardenbloem.
– Een dennenboom.
Bij welke van deze planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen?
A
alleen bij haarmos
B
haarmos en mannetjesvaren
C
paardenbloem en denneboom
D
mannetjesvaren, dennenboom en paardenbloem
Slide 11 - Quizvraag
Bij welk rijk kunnen de organismen bladgroenkorrels in de cellen hebben?
Bij het rijk van de.......
Bij het rijk van de.......
A
bacterien
B
dieren
C
planten
D
schimmels
Slide 12 - Quizvraag
Twee leerlingen doen beweringen over planten.
Lizzy: 'Sporenplanten zijn opgebouwd uit wortels, stengels en bladeren.'
René: 'Zaadplanten zijn opgebouwd uit wortels, stengels en bladeren.'
Wie doet of wie doen een juiste bewering?
Lizzy: 'Sporenplanten zijn opgebouwd uit wortels, stengels en bladeren.'
René: 'Zaadplanten zijn opgebouwd uit wortels, stengels en bladeren.'
Wie doet of wie doen een juiste bewering?
A
geen van beiden
B
alleen Lizzy
C
alleen Rene
D
beide leerlingen
Slide 13 - Quizvraag
De leerlingen doen nog twee beweringen over planten.
Lizzy: 'Bij varens komen bloemen voor.'
René: 'Bij grassen komen bloemen voor.'
Wie doet of wie doen een juiste bewering?
Lizzy: 'Bij varens komen bloemen voor.'
René: 'Bij grassen komen bloemen voor.'
Wie doet of wie doen een juiste bewering?
A
geen van beiden
B
alleen Lizzy
C
alleen Rene
D
beide leerlingen
Slide 14 - Quizvraag
De zeester in afbeelding 2 is tweezijdig symmetrisch.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Bacteriën planten zich voort door deling
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Paddenstoelen hebben een functie bij de voorplanting van schimmels
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Antibiotica zoals penicilline worden vaak gebruikt om bacteriën te bestrijden.
Door welke organismen worden antibiotica gemaakt?
Door welke organismen worden antibiotica gemaakt?
