Pathologie Bewegingsapparaat

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke aandoeningen van het bewegingsapparaat kennen jullie ?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn verschijnselen van een fractuur ?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen wordt afgebroken en ook het bot onder het kraakbeen vervormt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Artrose kan ontstaan na een gewrichtsontsteking of bij zwakke gewrichtsbanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Bij Artrose ontstaan er geen ontstekingen in het gewricht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn veel voorkomende symptomen bij artrose ?

Slide 15 - Open vraag

RA is een auto-immuunziekte.
Wat betekent auto-immuun ?

Slide 16 - Open vraag

Bij reumatoïde artritis ontsteken
alleen de gewrichten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Bij reumatoïde artritis kunnen zich ook klachten voordoen als; koorts en gewichtsverlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is fantoom pijn?
A
Pijn aan de wond van de amputatie
B
Pijn in het lichaamsdeel dat geamputeerd is
C
Pijn aan de prothese van de arm/been
D
Pijn tijdens de operatie van een open of gesloten amputatie

Slide 24 - Quizvraag

Waarom kan er niet direct na de beenamputatie een prothese aangemeten worden?
A
Wond is na operatie nog te koud, waardoor gewenning niet optimaal zal zijn
B
De stomp is nog gezwollen en de huid is gevoelig
C
Geen van beide antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

Hoe wordt bij een amputatie van het been het amputatieniveau bepaald?
A
Door de plek waar de weefselschade zit
B
Het word tot het eerstvolgende gezonde gewricht geamputeerd
C
De plaats waar na de operatie eventuele prothese kan worden aangebracht
D
Aan patiënt vragen tot welk deel er geamputeerd moet worden

Slide 26 - Quizvraag

Oorzaken van amputaties zijn in de meeste gevallen ......
A
Breuk, verzwikte enkel , auto ongeluk
B
Snijwond, suikerziekte, tumor
C
Ontsteking, tumor, bloedvatproblemen
D
Bloedvatproblemen, Suikerziekte, Trauma, Tumor

Slide 27 - Quizvraag

Diabetespatiënten hebben grotere kans op amputatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

spierdystrofie 
  • ziekte van Duchenne
  • ziekte van Becker (milder verloop)

Slide 29 - Tekstslide

Duchenne spierdystrofie
- Erfelijke spierziekte;
- Progressief verloop;
- Oorzaak: genetische stoornis op het X-chromosoom, waardoor het  eiwit dystrofine, die nodig is voor de stevigheid van spiercellen, niet kan worden gemaakt;
- Hierdoor worden de dwarsgestreepte spieren aangetast 
- (bijna) alleen bij jongens

Slide 30 - Tekstslide

Hoe wordt de diagnose duchenne spierdystrofie gesteld?

Slide 31 - Open vraag

Duchenne spierdystrofie is ongeneeslijk. Doel van de behandeling is het zo lang mogelijk uitstellen van complicaties, welke behandelingen kunnen hier ingezet worden?

Slide 32 - Open vraag

Symptomen:
De eerste symptomen kunnen ontstaan tussen de 18 maanden en 3 jaar en zijn:
  • Algehele spierzwakte: laat kunnen lopen, vaak vallen;
  • Abnormaal dikke kuiten
Latere symptomen:
  • 5-6 jaar: ontwikkelen contracturen, stijfheid gewrichten;
  • 10-12 jaar: voortschrijdende afbraak spieren

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Osteoporose
Amputaties
Spierdystrofie van Duchenne
Spierdystrofie van Becker
Mildere vorm van spierdystrofie
Poreuzer bot
Vooral spieren vlakbij de romp
Een oorzaak: doorbloedingsstoornissen
Fantoompijn
Eerste symptomen tussen 18 maanden en 3 jaar
Verlies spiermassa
Botbreuken

Slide 36 - Sleepvraag

Vormen van ALS
  • Bulbaire vorm:
    de ALS begint in het mond- en keelgebied. De zorgvrager heeft moeite met spreken (articulatie) en eten en drinken (slikproblemen). Vrij snel treedt ook spierzwakte van ademhalings- en nek- en gezichtsspieren op. 

  • Primaire vorm:
    de ALS begint bij de benen, meestal met spasticiteit en spierstijfheid, gevolgd door krachtsverlies van de beenspieren. Later breidt de ziekte zich uit naar boven: armen, handen, mond- en keelgebied (spraak- en slikstoornissen).

Slide 37 - Tekstslide

Verschijnselen ALS

Slide 38 - Woordweb

Je moet alert zijn op het ontstaan van decubitus bij zorgvragers met ALS.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Vormen van ALS (erfelijkheid)
  • SALS (sporadische ALS).
    Hierbij is geen sprake van een erfelijk/familiaal verband (geen genetische oorzaak), het komt toevallig bij de zorgvrager voor. Ongeveer 90 % van de zorgvragers met ALS heeft deze vorm.

  • FALS (familiaire ALS). 
    Meerdere familieleden lijden of leden aan ALS.

Slide 40 - Tekstslide

Wat is juist bij ALS?
A
De meeste zorgvragers met ALS krijgen last van sensorische stoornissen.
B
De blaas- en darmfunctie van zorgvragers met ALS blijven onaangetast.
C
Een zorgvrager met ALS heeft in rust voortdurend last van ongecontroleerde spiertrekkingen.
D
Zorgvragers met ALS krijgen cognitieve problemen.

Slide 41 - Quizvraag

Wat zijn hoofdzakelijk de klachten bij een bulbaire vorm van ALS?
A
Begint bij de benen.
B
De beenspieren verliezen hun kracht.
C
Breidt zich later uit naar armen, handen, mond- en keelgebied.
D
Ademhalings-, nek- en gezichtsspieren worden steeds zwakker.

Slide 42 - Quizvraag

Als de zorgvrager een slechte hoofdbalans heeft, ondersteun je zijn hoofd tijdens de verzorging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Alle zorgvragers met ALS worden uiteindelijk kunstmatig beademd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Als een zorgvrager niet meer kan praten, kun je door het stellen van gesloten vragen achterhalen wat hij wil.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide