A3 grammatica en woorden

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de stam van ὁδος?

Slide 2 - Open vraag

Meervoud van ἐργον is:
A
ἐργαι
B
ἐργοι
C
ἐργα
D
ἐργη

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wie is het lijdend voorwerp in: "Ik zie mijn vriendje dagelijks in de supermarkt."

Slide 5 - Open vraag

Wie is het lijdend voorwerp in: "Mijn moeder ziet haar regelmatig."

Slide 6 - Open vraag

Wie is het onderwerp in: "Wij voelen hen in de wandelgangen."

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen ik en mij in de zin "Piet ziet mij en ik zie Piet."
A
ik is onderwerp
B
ik is lijdend voorwerp
C
mij is onderwerp
D
mij is lijdend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Welke paren als ik-mij ken je nog meer in het Nederlands (er zijn zeker 5 andere paren!)

Slide 10 - Open vraag

Hoe zie je het verschil tussen onderwerp en lijdend voorwerp in het Nederlandse: "Piet slaat zijn moeder."

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Mannelijk lidwoord
Vrouwelijk lidwoord
Onzijdig lidwoord
οἱ
τον
τα
το
αἱ
τους
τας
την

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Accusativus
Nominativus
οἱ
τον
τα
το
αἱ
τους
τας
την

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Leg zelf uit waarom de plaats in de zin van een zelfstandig naamwoord in het Grieks niet zo belangrijk is.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Vandaag
- herhaling accusativus
- Maken erga 16 t/m 19 (even onderdelen) p. 95-97

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de accusativus enkelvoud van
ἡ μαχη
A
την μαχαν
B
την μαχην
C
ταν μαχην
D
ταν μαχαν

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de accusativus enkelvoud van ὁ θεος
A
το θεον
B
τους θεους
C
τον θεον
D
τους θεον

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de accusativus meervoud van
το δενδρον

A
το δενδρον
B
τα δενδρα
C
τον δενδρον
D
τας δενδρας

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de accusativus meervoud van
ἡ θεα
A
αἱ θεαι
B
τας θεας
C
τας θεης
D
την θεα

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vandaag
- 10 minuten woorden les 3 leren
- Cultuur les 3 en 4
- maken: opdrachten 23, 24 (p. 15), 35, 36 (p. 18)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide