H3.1 Natuurlandschappen in Afrika

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

0

Slide 3 - Video

H3.1  Tropisch regenwoud in Afrika
Tekst
In Afrika vind je niet alleen een enorm bosgebied, maar ook een grote woestijn en uitgestrekte graslanden met hier en daar wat bomen en struiken
vraag: Waar liggen die natuurlandschappen precies?

Slide 4 - Tekstslide

Tropische regenwouden I

Kenmerken:

  • 1.

  • 2. hele jaar tussen de 25 en 35 ° C
  •  
  • 3.                        dagelijks hevige buien





timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Tropische regenwouden II

  • 4. veel soorten planten en bomen.
  •      Hele grote: 60 m hoog (woudreuzen)

  • 5. etages:      

  • 6. Hele jaar groen                        





Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van het 
tropisch regenwoud:
Altijd warm
Tussen de 25 /35° C
dichtbevolkt
veel regen
veel soorten planten en bomen
weinig dieren
hele jaar groen
veel wegen
zomer, lente, herfst, winter

Slide 7 - Sleepvraag

Vanuit het tropische regenwoud richting het noorden of het zuiden: de savanne 

Slide 8 - Tekstslide

De savanne: een overgangsgebied.
  • Overgangsgebied: 
  • Bos (tropisch regenwoud)

  • Grasland (steppe)

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken (zoek in boek blz 40/41) en noteer in aantekenschrift):

  • Hele jaar  warm
  • 9 maanden regen
  • hoog gras met lange pluimen     (bescherming/voedsel)
  • Hier en daar bomen en struiken (bescherming/voedsel)
  • Woongebied wilde dieren (leeuwen, giraffen, olifanten, zebra's, antilopen
Savanne
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Werk in uitvoering 1!
Opdracht 1: Maak digitaal  H3 par 1                                                                 "Natuurlandschappen in Afrika":  Opdr 1, 2, 3.

timer
25:00

Slide 11 - Tekstslide

Nog verder naar het noorden of het zuiden: De steppe
Kenmerken Steppe (zoek in LB
blz 41) en noteer in je                          aantekenschrift):

  • 3 maanden beetje regen
  • 9 maanden droog
  • boomloos (=géén bomen) 
  • alleen grassen
  • wilde dieren (indien genoeg gras) : gnoes, antilopen, roofvogels, hyena's.


  • ---> Hoe verder van de evenaar (in Afrika), hoe droger het wordt.

Slide 12 - Tekstslide

Ten noorden en ten zuiden van de steppe een nog droger gebied:  de woestijn.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

 260 x
zand,
stenen,
rotsen
9.065.000 km2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Welke drie soorten oases werden er in de video genoemd?
timer
5:00

Slide 18 - Open vraag


timer
20:00
Welke palm wordt bedreigd in de oase?

Slide 19 - Open vraag

  1.  rivier oase
  2.  grondwater oase
Oase: 
een plek in de woestijn waar water is.
2 soorten oases:
Irrigatie =
  • natte akkers met behulp van waterpompen met slangen,     sproeiers en gegraven kanaaltjes
Toch ook leven in de woestijn: slangen, hagedissen, schorpioenen, sprinkhanen, woestijnvos, woestijnkat.

Slide 20 - Tekstslide

Tropisch regenwoud

savanne 

steppe
Regenval van tropisch regenwoud ------> woestijn
Tropisch regenwoud (12 mnd)
Woestijn (af en toe)
Steppe (3 mnd)
savanne (9 mnd)
= 3 mnd

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Sleep de juiste plaatjes naar de juiste plek.
Woestijn
Regen
woud
Steppe
Savanne

Slide 23 - Sleepvraag

Werk in uitvoering 2!
Opdracht 1: Maak digitaal  H3 par 1                                                                 "Natuurlandschappen in Afrika":  Opdr 4,5,6,7.

timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide

Dicht bij de evenaar: warm en nat
TR altijd dicht bij de evenaar: 
  • Altijd warm - zon hoog aan de hemel-   loodrecht op de aarde - veel warmte
  • Veel regen - twee regels: 
  • 1. warme lucht stijgt op
  • 2. stijgende lucht koelt af - er ontstaan wolken - het kan gaan regenen.

Slide 25 - Tekstslide