Clase 1 y 2 semana 6 unidad 7 gramática

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Programa de hoy

• Conocimiento previo: los meses del año y las fechas (data)
•  corregir los deberes: ejercicio 1-5 (p. 48 wb)
• gramática: (onregelmatige) wederkerende werkwoorden
• controle-oefeningen Lessonup
• el vocabulario de unidad 7 y 8 

Lesdoelen:

- Ik kan al wat wederkerende werkwoorden vervoegen in het Spaans

- Ik ken de woorden voor de maanden, ik kan een datum zeggen

Vervoeg het werkwoord
llamarse

Wat weten jullie over
wederkerende werkwoorden?

Aantekening

Verbos reflexivos: wederkerende werkwoorden

Coge un bolígrafo y tu cuaderno

Alle wederkerende werkwoorden (verbos reflexivos) eindigen op...

1. 'er'
2. 'ar'
3. 'se'
4. 'ir'

Wederkerende werkwoorden:
Wat doe je met 'SE'

1. Niks
2. Vervoegen en achter het vervoegde ww zetten
3. Vervoegen en voor het vervoegde ww zetten
4. Die mag je weg laten

Wat is GEEN wederkerend werkwoord?

1. aburrirse
2. levantarse
3. bailar
4. bañarse

In welke zin wordt een wederkerend werkwoord gebruikt?

1. A las 8 de la mañana desayuno
2. A las 7 de la mañana me levanto
3. A las 4 de la tarde voy a casa en bicicleta

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg lavarse in zij enkelvoud (ella)

1. Se lavan
2. Nos lavamos
3. Ses lavan
4. Se lava

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg vestirse in de ellos-vorm

1. se viste
2. visten
3. se visten
4. les visten

Hoe zeg je in het Spaans: "Ik kleed me aan "?

Hoe zeg je in het Spaans: "Ik ga slapen"?

Hoe zeg je in het Spaans: "Ik ga om 10 uur naar bed"?

Ik begrijp de wederkerende werkwoorden...

1. Muy bien
2. Bien
3. Regular
4. Mal