BG1 - Module 2 - Les 5

Beroepsgericht 1

Module 2 - Les 5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beroepsgericht 1

Module 2 - Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling BG1 - Module 2
De lessen zijn vormgegeven op basis van de theorie uit het boek Methodiek (thema 1 en 2)

  • Lesweek 1: Hoofdstuk 1 - Sociaal-Agogisch werk
                               Hoofdstuk 2 - Werken in de maatschappelijke zorg
  • Lesweek 2: Hoofdstuk 3 - Ontwikkelingspsychologie, wat is dat?
  • Lesweek 3: Hoofdstuk 4 - Baby’s en peuters
  • Lesweek 4: Hoofdstuk 5 - Kleuter en schoolkind
  • Lesweek 5: Hoofdstuk 6 - Puber en adolescent
  • Lesweek 6: Hoofdstuk 7 - Volwassene en oudere
  • Lesweek 7: Hoofdstuk 8 - Problemen in de ontwikkeling deel 1 
  • Lesweek 8: Hoofdstuk 8 - Problemen in de ontwikkeling deel 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesverloop
De lessen:
  • (ongeveer) 1 uur theorie (uitleg/input/opdrachten)
  • 30 minuten werken aan meetmoment Levenslijn

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Vandaag behandelen we de puber en adolescent.

Thema 2: Oriëntatie op de mens en zijn ontwikkeling
Hoofdstuk 6: Puber en adolescent

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen puber en adolescent
Puber: 12-17 jaar > ook wel jongere
Adolescentie: 17-22 jaar > ook wel jongvolwassene

Verschillende culturen wordt de term anders gebruikt. (VS = adolescent 13 tot 24 jaar)



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsaspect
De ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
Lichamelijke groei of achteruitgang, motorische ontwikkeling, zintuiglijke ontwikkeling.
Cognitieve ontwikkeling
Ontwikkeling van het denken, het geheugen en de taal. Ook wel: verstandelijke ontwikkeling.
Sociale ontwikkeling
Ontwikkeling van de omgang met anderen, ontwikkeling van acceptatie van anderen en ontwikkeling van sociaal gedrag.
Persoonlijkheidsontwikkeling
Vorming van de eigen identiteit, ontwikkeling van de eigen wil, de eigen opvattingen en de ontwikkeling van mannelijk en vrouwelijk gedrag.
Emotionele ontwikkeling
Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid.
Seksuele ontwikkeling
Ontwikkeling van seksueel gedrag, ontwikkeling van lichaams- en lustbeleving, ontwikkeling van waardering voor eigen lichaam.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke- en seksuele ontwikkeling
Puber (12-17 jaar)
Lichamelijke ontwikkeling
Groei > zowel in de lengte als de breedte

Seksuele ontwikkeling
Onzekerheid en minderwaardigheidsgevoelens

Seksuele rijping
Het uitgroeien tot volwassene (schema volgende slide)




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksuele rijping puber
Bij een meisje begint de seksuele rijping zo rond het 12e jaar, bij jongens rond het 14e jaar. Voor een meisje houdt de seksuele rijping onder andere in: ontwikkeling van de borsten, groei van de eierstokken en het op gang komen van de menstruatie. 

Voor een jongen houdt de seksuele rijping onder andere in: productie van sperma, groei van de penis en groei van het schaamhaar.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksuele ontwikkeling
Uiteraard veranderen in de puberteit ook de contacten met de andere sekse. 
Er wordt met elkaar geflirt en veel pubers krijgen op een gegeven moment voor het eerst verkering.


Op 16-jarige leeftijd zegt 23% ooit seksuele gemeenschap te hebben gehad. Jongens geven vaker aan dat zij seksuele gemeenschap hebben gehad dan meisjes.
De leeftijd waarop 50% van de jongeren naar eigen zeggen ervaring met geslachtsgemeenschap heeft, is de laatste jaren gestegen van 17,1 naar 18,6 jaar (Rutgers, 2017).

Naarmate adolescenten (17-22 jaar) meer uitgaan, gaan ze vrijer om met seksualiteit. Het gebruik van alcohol (en marihuana) versterkt dat nog eens.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Puber (12-17 jaar)
Overstap van basisschool naar voortgezet onderwijs
- Vaak enthousiaste start op de middelbare school
- Dit neemt vaak snel af > puber is vooral met leeftijdsgenoten en zichzelf bezig

Ontwikkelingen in de hersenen
Effectievere hersenprocessen (gevaar = alcohol)
Biologische klok van slag (-1,5 uur)  later slapen, voorkeur voor uitslapen
Plannen en organiseren (niet goed gevolgen handeling overzien)
Risicogedrag  kiezen voor wat op korte termijn winst oplevert
Impulsen minder goed beheersen (impulsief beslissen, agressief gedrag)


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Puber (12-17 jaar)
Het brein is sterk in ontwikkeling in de puberteit 



De biologische klok raakt tijdens de puberteit tijdelijk
1,5 uur van slag


Pubers kunnen net zo goed redeneren als volwassenen.  



Pubers kiezen vaak voor wat op korte termijn winst oplevert, zeker als er emoties in het spel zijn. 
   

Pubers zijn minder goed dan volwassenen in staat hun impulsen te beheersen. 
Hersenprocessen effectiever laten verlopen.
Gebruik van alcohol is om deze reden juist in de puberteit schadelijk.

Pubers vallen later in slaap en hebben hierdoor meer behoefte om langer uit te slapen.


Maar als het gaat om het plannen en organiseren, dan slagen ze daar minder goed in.  Oorzaak-gevolg van handeling niet goed in kunnen zien.

Vandaar het risicogedrag bij pubers.



Impulsieve beslissingen kunnen hiermee samenhangen, maar ook agressief gedrag.
>

>

>

>

>

Cognitieve ontwikkeling puber (12-17 jaar) 
Ontwikkeling van de hersenen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Puber (12-17 jaar)

  • Abstract denken: nadenken over zaken die je niet direct kan waarnemen/ervaren.

  • Kritisch denken: kritische houding van pubers, kritiek op maatschappij/ouders.
    Pubers gaan op zoek naar wat zij belangrijk vinden in het leven.
Cognitieve ontwikkeling
Adolescent (17-22 jaar)

  • Genuanceerd denken: mensenkennis en inlevingsvermogen neemt toe
    Realiseren dat regels, waarden en normen samenhangen met verschillen tussen mensen.

  • Idealisme: nog heel leven in het vooruitzicht.
    Als ideaal zien ze een gezinsleven en het krijgen en opvoeden van kinderen, maar ook verder leren en ontplooien.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

School en beroepskeuze
  • Grote onderlinge verschillen bij adolescenten wat betreft verstandelijke mogelijkheden
      -   Praktisch ingesteld/door studeren

  • De keuze tussen verder leren of werken is van invloed op het latere leven als volwassene

  • Bijbaantjes > vaste lasten/aanvullen zakgeld/voor studie
      -   Voordelen: algemene vaardigheden eigen maken en leren omgaan met geld
        -   Nadelen: invloed op schoolprestaties en eventueel slaapgebrek



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling
Puber (12-17 jaar)
Twee belangrijke groepen:
  • Ouders
  • Vriendengroep


Losmakingsproces ouders > een puber wil zelfstandig zijn en verantwoordelijkheid dragen. Dit kan leiden tot conflicten. 

Vriendengroep (peergroup) wordt belangrijker voor pubers. De peergroup geeft de puber: 
  • Ruimte om te experimenteren met gedrag;
  • Gelegenheid om te oefenen met allerlei rollen;
  • Kans om zich te oriënteren op waarden en normen;
  • Mogelijkheid om zich te identificeren.

Puber wil vooral niet opvallen in vriendengroep > conformeren aan de groep



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling
Adolescent (17-22 jaar)
Twee belangrijke groepen:
  • Ouders
  • Vriendengroep

Adolescenten krijgen na hun 18e vaak een betere band met de ouders: Het ‘samenwerken’ komt voorop te staan en de machtsverhouding verdwijnt.
Waar een puber zich wil conformeren aan de vriendengroep, wil de adolescent dit juist niet.

Zelfstandig wonen
  • Veel adolescenten (tussen 18-24 jaar) weinig behoefte om zelfstandig te wonen;
  • Zelfstandig wonen heeft een positieve invloed op ouder-kindrelatie.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeven identiteit
Puber (12-17 jaar)
Pubers zijn op zoek naar eigen identiteit:
-   Wie ben ik?           -   Wat kan ik?
-   Wat wil ik?             -   Wat vind ik?

Dit gaan ze ondervinden door:
  • Identificeren met idolen > puber wil net zo zijn, er hetzelfde uitzien;
  • Experimenteren met onafhankelijkheid > dingen uitproberen zoals te laat (thuis)komen, spijbelen en roken;
  • Op zoek gaan naar eigen normen en waarden > normen en waarden van ouders/verzorgers worden kritisch bekeken plus het in aanmerking komen met normen en waarden van de vriendengroep.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeven identiteit
Adolescent (17-22 jaar)
Een adolescent heeft zijn eigen identiteit veel duidelijker. 

De adolescent maakt keuzes voor de toekomst: 
  • Beroep
  • Studie
  • Partner

Deze keuzes kunnen definitief zijn, maar in principe zijn ze voorlopig.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling
Puber (12-17 jaar) & adolescent (17-22 jaar)
Pubers: onzekerheid, neerslachtige buien en woede-uitbarstingen.
  • Worden vaak overdonderd door alle veranderingen die zij doormaken;
  • Voelen zich soms nog niet thuis in het volwassen lichaam > opgelaten en verward voelen.

Adolescent: meer duidelijkheid over eigen identiteit, ook beter in staat impulsen en emoties te controleren.
  • Voorbeeld: adolescent kan kwaad zijn als zijn nieuwe lesrooster tegenvalt, maar hij zal hierover niet in woede uitbarsten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar denk jij dat dit mee te maken kan hebben?

Slide 20 - Tekstslide

https://www.rivm.nl/gezondheidsonderzoek-covid-19/kwartaalonderzoek-jongeren/mentale-gezondheid

Slide 21 - Tekstslide

https://www.rivm.nl/gezondheidsonderzoek-covid-19/kwartaalonderzoek-jongeren/mentale-gezondheid
Onder andere jongeren met psychische problemen etc.

Slide 22 - Tekstslide

www.videoland.nl
Het aantal zelfdodingen door jongeren tot 30 jaar is de afgelopen jaren toegenomen. Het gaat met name om jongvolwassen mannen tussen 20 en 30 jaar.

Slide 23 - Tekstslide

https://www.rivm.nl/gezondheidsonderzoek-covid-19/kwartaalonderzoek-jongeren/mentale-gezondheid
2 t/m 16 oktober 2023 stond in Breda...
Zelfdoding is doodsoorzaak nummer één bij jongeren onder 30 jaar. 
Saskia Stolz wil met dit kunstwerk de taboe rondom depressie en zelfdoding onder jongeren doorbreken en het gesprek op gang brengen. 

Slide 24 - Tekstslide

https://www.bredavandaag.nl/cultuur/cultuur/399239/spraakmakend-kunstwerk-krijgt-plek-op-kasteelplein 
Verwerkingsopdrachten
Thema 2 - Hoofdstuk 6
In het boek Methodiek via je online licentie ThiemeMeulenhoff maak je onderstaande opdrachten:
Verwerkingsopdrachten niveau 3/4
Opdracht 1A & 1B
Opdracht 3B
Opdracht 5A t/m 5C

Wanneer je dit af hebt laat je dit bij de docent checken. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan het meetmoment

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BG1 en meetmoment levenslijn
Je gaat met een groep van minimaal 2/maximaal 3 studenten een levenslijn maken. Een levenslijn is één lijn waarop alle leeftijden (ontwikkelingsfasen) worden genoteerd.


De levenslijn loopt van 0 tot 100 jaar. Alle ontwikkelingsaspecten en ontwikkelingstaken moeten hierin worden beschreven per ontwikkelingsfase. In de lessen BG wordt hier aandacht aan besteed.
Raadpleeg bij deze opdracht ook je boek Methodiek (thema 2).

Naast de levenslijn maak je een verslag. Hierin werk je de informatie die op de levenslijn staat genoteerd, verder uit.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BG1 en meetmoment levenslijn
Wat komt er in de levenslijn aan bod:
- Je benoemt met welke groepsgenoten je de opdracht hebt gemaakt;
- Je maakt online/op papier een levenslijn van 0-100 jaar;
- Je noteert alle ontwikkelingsfasen op de levenslijn, met de bijbehorende leeftijden;
- Je noteert alle ontwikkelingsaspecten per ontwikkelingsfase op de levenslijn;
- Je noteert per ontwikkelingsaspect een bijbehorend voorbeeld van een ontwikkelingstaak;
- Je maakt een verslag waarin je de informatie van de levenslijn verder uitwerkt;
- Je noteert alle informatie in eigen woorden. Bij een te hoge plagiaatscore wordt dit gezien als fraude.

Kijk goed naar de criteria zodat je weet waar je inhoudelijk op beoordeelt wordt.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies