Aanhalingstekens

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Er zijn twee soorten aanhalingstekens: enkele en dubbele.

  1.  "Dit zijn dubbele aanhalingstekens", zei hij.
  2. Aanhalingstekens worden 'geopend' en 'gesloten', zoals dat heet.


  • Er bestaan geen vaste regels die voorschrijven wanneer er enkele of dubbele aanhalingstekens worden gebruikt. 
  • Toch zijn er wel enkele tendensen en breed geaccepteerde gebruiken.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Er zijn twee soorten aanhalingstekens: enkele en dubbele.

  1.  "Dit zijn dubbele aanhalingstekens", zei hij.
  2. Aanhalingstekens worden 'geopend' en 'gesloten', zoals dat heet.


  • Er bestaan geen vaste regels die voorschrijven wanneer er enkele of dubbele aanhalingstekens worden gebruikt. 
  • Toch zijn er wel enkele tendensen en breed geaccepteerde gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je "dubbele" aanhalingstekens?
  • Alleen bij een citaat (enkele zijn ook toegestaan)



- De laatste zin van de roman De avonden luidt: "Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap."
- De leerkracht vroeg aan haar leerlingen: "Zeg, wie hoorde ik daar 'Onzin!' roepen?"

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op met andere leestekens

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
In het algemeen hangt de plaats van de komma af van de vraag of de komma tot het citaat behoort. Als dat het geval is, komt de komma binnen de aanhalingstekens te staan; als dat niet het geval is, zetten we de komma buiten de aanhalingstekens.


  • 'Ik vrees', zei Rob, 'dat de brug zal instorten.'
  • 'Zeg Rob,' vroeg Jolanda, 'denk jij dat de brug zal instorten?'
  • 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.
  • 'Ik wist', benadrukte hij, 'dat we je er geen plezier mee zouden doen.'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beletselteken en haakjes:
  • Haakjes gebruik je als toelichting op bijvoorbeeld een afkorting: Ik kan me niet herinneren hoe vaak ik LOTR (Lord of the Rings) inmiddels al heb gezien.
  • Gebruik haakjes zo min mogelijk.
  • Het beletselteken (drie puntjes) gebruik je om een pauze aan te geven of bij onvolledige citaten: 'Het zou (...) rond 1820'  (regels 300-306)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Juist want: Als een citaat een hele zin is die eindigt op een uitroepteken of vraagteken, komt er geen punt meer na het aanhalingsteken.
“Stilte!” riep de docent.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

“Stilte!”, riep de docent.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als de zin begint met het citaat, vervalt de punt (het vraagteken of het uitroepteken blijft staan), en wordt het citaat gevolgd door een komma. Na een vraagteken of uitroepteken kan die komma weggelaten worden, maar dat hoeft niet. Het voordeel van het schrijven van deze komma is dat de lezer meteen ziet dat de zin nog niet is afgelopen.
Maak de zin kloppend, gebruik enkele aanhalingstekens: De kassière vroeg: Hebt u een klantenkaart?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu
  • Lees de theorie op blz. 291+292
  • Maak  (af) opdracht 5, 6 ,7 (= nieuw!)
    Cursus 8 Spelling, §4 Hoofdletters en leestekens

  • Extra oefenen? Maak dan opdr. 8

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies