H1 Mavo 3 2023 C 28 september bijvoeglijk naamwoord

Chapitre 1
Connecté!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Connecté!

Slide 1 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 2 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Sujet et but(s)
* Parler français
* Ken je het rijmpje van de bijvoeglijk naamwoorden al?
* Nakijken stencil en D
* Prononciation voc. F
* Faire F









Slide 3 - Tekstslide

Parler français!

Slide 4 - Tekstslide

Ton meilleur ami / ta meilleure amie

Slide 5 - Tekstslide

Amitié:

* Qui est ton meilleur ami?

* Je le connais depuis six ans.

* J'ai rencontré Pascal au club de tennis.

* Parce qu'il me comprend bien et il est sportif.




Amitié:

* Mon meilleur ami, c'est Pascal.

* Tu as rencontré Pascale où?

* Et pourquoi c'est ton meilleur ami?

* D'accord.




Slide 6 - Tekstslide

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 7 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 8 - Tekstslide

les adjectives!
De bijvoeglijke naamwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
De vormen:
1. Regelmatige bijvoeglijke naamwoorden: grand  petit  joli
2. Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden: beau/belle

De plaats:
Regel: de bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zn
Uitzondering: behalve 12 stuks: rijmpje: bon grand petit etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Regelmatige vormen
Regelmatige vormen
 
grand       grande         petit     petite           joli     jolie
grands      grandes      petits    petites         jolis   jolies
     groot/grote                 klein/kleine           leuk/leuke
                                                                   mooi/mooie
                                                                                       

Slide 11 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Soms verandert er meer dan 1  letter: 

beau       belle          vieux     vieille          bon    bonne      
beaux     belles         vieux      vieilles       bons  bonnes
   mooi/mooie               oud/oude             goed/goede

Deze leer je ook allemaal uit het hoofd: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 12 - Tekstslide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord 
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

      une maison moderne                een modern huis
      une route dangereuse               een gevaarlijke weg
      un garçon intelligent                  een intelligente jongen
      deux filles sportives                   twee sportieve meisjes

Slide 13 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir,  vert etc. (alle kleuren)
allemand,  anglais,  espagnol etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: une fille anglaise intelligente

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 15 - Tekstslide

Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau


Dit rijmpje moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het rijmpje in het Frans van de bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord staan?:

Slide 17 - Woordweb

Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau


Dit rijmpje moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 18 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 32 en 33: D 

Exercices: 16  e f 
                  17 a
 








Slide 19 - Tekstslide

Prends ton livre!
Stencil

Les adjectifs qualicatifs

De bijvoeglijke naamwoorden

Slide 20 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 49: Voc. F

Prononciation





Slide 21 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 38: F 

Exercices: 22
                  23 a b c d e f g
                  24 niet  25 a b
    
 








Slide 22 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "F" blz. 38: opdracht 22 / 23 a t/m g / 24 niet / 25 a b
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Alleen in stilte
Tijd     :  10 minuten
Resultaat: Klassikaal afronden
Klaar  :  Leren voc. F hoofdstuk 1

Slide 23 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 24 - Tekstslide

Les devoirs

Leren vocabulaire C                   Fr-Nl en Nl-Fr
Maken B : 8 t/m 11




Slide 25 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 26 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 27 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Woordweb

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 29 - Open vraag