Design (autonoom & toegepast) les 3

------
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

------

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welkom
  • Mobiel in je tas
  • Petten af / jassen uit
  • Schrift en pen op tafel

Slide 4 - Tekstslide

Planning van vandaag
  • Korte terugblik
  • Onderwerp van deze week: DESIGN.
  • PTA-Opdracht
  • Zelf het hoofdstuk (16) ontdekken a.d.h.v. een opdracht.





Slide 5 - Tekstslide

Korte Terugblik
1. De hoofdkenmerken:
Modernisme, Structuralisme, Postmodernisme, Supermodernisme en Neotraditionalisme zijn.

2. Onderscheiden van elkaar a.d.h.v. de zes (architectuur)kenmerken:
Functie, vorm, omgeving, constructie, materiaal en visie. 

Slide 6 - Tekstslide

Doel van deze week
  • Kan je uitleggen wat design is en hier voorbeelden bij noemen.

  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat toegepaste en autonome kunst is.

  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat de 5 verschillende designstijlen zijn en deze onderscheiden van elkaar.

Slide 7 - Tekstslide

Design ?
  • "Alles wat ooit door
    mensen is gemaakt."

  • Ontwerp van een product
  • Deze is toegepast of autonoom


  • 5 stromingen: stijlen van design: 

  • Bauhaus, Art Nouveau, social design, postmodernisme, duurzaam design

Slide 8 - Tekstslide

DIMENSIES:
Toegepaste kunst en Autonome kunst



  • Toegepast: kunst met zowel een functie, als esthetiek 

  •  Autonome kunst:  kunst waarbij er géén verder nut/functie is.

  • Schilderij/sculptuur/ muziekstuk
    > emoties

Esthetiek = schoonheid

Slide 9 - Tekstslide

TOEGEPASTE KUNST: een voorwerp met zowel een functie, als esthetiek 
Waar zie je dat aan? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Toegepast/autonoom

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voorstelling (WAT zie je?)
1. Vorm (bij design meestal herkenbaar)
2. Functie 

Vormgeving (HOE is het gemaakt?)
3. Materiaal (breekbaar/stevig/geschiedenis)
4. Techniek (makkelijk = grote oplage / moeilijk = kleine oplage.) 
5. Context (locatie> betekenis   
                   > bv. maak je een lamp voor in een museum of huis /  kunststroming
6. Visie (welk idee zit erachter?)
Zes keuzeaspecten: ontwerp proces van een product

Slide 14 - Tekstslide

Vormgeving: Materiaal

Slide 15 - Tekstslide

Vormgeving: Materiaal

Slide 16 - Tekstslide

Context: locatie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Context: stroming
Art Nouveau
Bauhaus

Slide 19 - Tekstslide

In de opdracht van vandaag...
Gaan wij het design van IKEA artikelen onder de loep nemen. 

--> Ga je je verdiepen in de verschillende designstromingen:  vul je samenvatting aan!
--> Kijk je naar voorstelling en vormgeving (zes keuzeaspecten)
--> Oefen je met de vraagstelling zoals deze ook in de
        PTA-opdracht zal komen

De rest van de les:
- zelfstandig aan de slag 
- laptop + boek > blz. 126-130
- Lever je eind volgende les  in via teams! (Word bestand)
5 design stijlen:
1. Bauhaus
2. Art Nouveau
3. Postmodernisme
4. Duurzaam design
5. Social design

Slide 20 - Tekstslide

Voorstelling (WAT zie je?)
1. Vorm (bij design meestal herkenbaar)
2. Functie 

Vormgeving (HOE is het gemaakt?)
3. Materiaal (breekbaar/stevig/geschiedenis)
4. Techniek (makkelijk = grote oplage / moeilijk = kleine oplage.) 
5. Context (locatie> betekenis   
                   > bv. maak je een lamp voor in een museum of huis /  kunststroming
6. Visie (welk idee zit erachter?)
Zes keuzeaspecten: ontwerp proces van een product

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik: Doel van deze les
  • Kan je uitleggen wat design is en hier voorbeelden bij noemen.

  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat toegepaste en autonome kunst is.

  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat de 5 verschillende designstijlen zijn en deze onderscheiden van elkaar.

Slide 22 - Tekstslide

Volgende week

Extra tijd om Ikea opdracht af te maken 
Verder met design
Uitleg en start PTA-Opdracht



Slide 23 - Tekstslide