KNM Nederlandse gewoontes

KNM Nederlandse gewoontes
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

KNM Nederlandse gewoontes

Slide 1 - Tekstslide

Je wilt op bezoek bij een vriendin. Wat doe je?
A
gewoon langsgaan
B
opbellen en een afspraak maken
C
wachten tot je je vriendin ziet en het dan vragen

Slide 2 - Quizvraag

Als een Nederlander een cadeau krijgt, pakt hij het dan meteen uit?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoe laat eten de Nederlanders een warme maaltijd?
A
om 14:00
B
om 18:00
C
om 20:00

Slide 4 - Quizvraag

Er stapt een oudere man in de volle bus. Wat doe je?
A
niets
B
je groet beleefd
C
je staat op om plaats voor hem te maken

Slide 5 - Quizvraag

Je komt binnen bij een sollicitatiegesprek. Wat doe je?
A
Je wacht tot de ander wat zegt
B
Je zegt "Hallo" en je gaat zitten
C
Je geeft een hand en je stelt je voor

Slide 6 - Quizvraag

De buren maken veel lawaai bij het verbouwen. Ook 's avonds. Wat doe je?
A
Niets
B
bij de buren aanbellen om er over te praten
C
de politie bellen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe spreek je de huisarts aan?
A
u
B
je

Slide 8 - Quizvraag

Wat doe je als je op een verjaardagsfeest komt?
A
Je gaat zitten
B
Je feliciteert alleen de jarige
C
Je feliciteert iedereen

Slide 9 - Quizvraag

Wat eten we in Nederland op oudejaarsavond?
A
pepernoten
B
oliebollen
C
stamppot

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer vieren we de verjaardag van de koning?
A
25 april
B
27 april
C
30 april

Slide 11 - Quizvraag

Wat herdenken we op 4 mei?
A
de slavernij
B
de 80-jarige oorlog
C
de slachtoffers van de 2de wereldoorlog

Slide 12 - Quizvraag

Op welke dagen valt Pinksteren?
A
vrijdag en zaterdag
B
zaterdag en zondag
C
zondag en maandag

Slide 13 - Quizvraag

Wat doen veel mensen met Pinksteren?
A
naar de kerk of naar een meubelwinken
B
naar het strand
C
naar vrienden

Slide 14 - Quizvraag

Op welke dagen valt Kerstmis?
A
24 en 25 december
B
25 en 26 december
C
op 26 en 27 december

Slide 15 - Quizvraag

Wat vieren we met Kerst?
A
de geboorte van Jesus
B
het opstaan van Jesus uit de dood
C
de dag dat Jesus naar Hemel ging

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen christelijke feestdag?
A
Hemelvaart
B
Pasen
C
Bevrijdingsdag

Slide 17 - Quizvraag

Is Suikerfeest een officiële feestdag in Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet het Nederlandse volkslied?
A
Willem
B
Willem Van Oranje
C
Wilhelmus

Slide 19 - Quizvraag

Over wie gaat het Nederlandse volkslied?
A
Willem van Oranje
B
Koning Willem I
C
Koning Willem Alexander

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer wordt het Wilhelmus gezongen?
A
Op scholen bij het begin van de dag
B
bij voetbalwedstrijden
C
tijdens concert

Slide 21 - Quizvraag

Wat krijg je te eten als er een baby is geboren?
A
Poffertjes
B
Gebak
C
Beschuit met muisjes

Slide 22 - Quizvraag

Beschuit met muisjes 

Slide 23 - Tekstslide

Wat zeg je als iemand is overleden?
A
gecondoleerd
B
gefeliciteerd
C
beterschap

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een crematie?
A
als iemand wordt begraven
B
als iemand wordt verbrand

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer sturen Nederlanders geen kaartje?
A
bij het overlijden van iemand
B
met Kerst
C
met Sinterklaas

Slide 26 - Quizvraag

Wat is kraambezoek?
A
bezoek aan de markt
B
bezoek van verre familie
C
bezoek als er een baby is geboren

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een vereniging?
A
een tweedehandswinkel
B
een informatiecentrum
C
een groep mensen in een organisatie

Slide 28 - Quizvraag

Wat betaal je als je lid bent van een vereniging?
A
niets
B
een premie
C
contributie
D
huur

Slide 29 - Quizvraag

Is zwemmen belangrijk in Nederland?
A
ja
B
natuurlijk
C
heel belangrijk

Slide 30 - Quizvraag

Mogen 2 mannen samen een kind opvoeden? (In Nederland)
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Mogen 2 vrouwen met elkaar trouwen? (In Nederland)
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Mag een meisje een korte rok dragen in de winter?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

wat kan je doen als je bij iemand op bezoek gaat?
A
een cadeau voor iedereen meenemen
B
bloemen meenemen voor de gastvrouw
C
betalen voor het eten

Slide 34 - Quizvraag

Wat gebeurt er op bevrijdingsdag?
A
dan gaan veel mensen naar de kerk
B
mensen vieren het einde van de oorlog
C
veel mensen zijn 2 minuten stil

Slide 35 - Quizvraag

Wat kan je dochter doen als een jongen zegt dat zij geen groepsleider kan zijn, omdat ze een meisje is?
A
niets zeggen en bij een ander groepje gaan zitten
B
de jongen de leider laten zijn
C
zeggen dat meisjes net zo goede leiders zijn

Slide 36 - Quizvraag

Wat doet de koning van Nederland?
A
Hij bepaalt waatrNederland geld aan uitgegeven wordt.
B
de koning kiest de Nederlandse regering
C
De koning ondertekent nieuwe Nederlandse wetten

Slide 37 - Quizvraag

Je collega doet onaardig tegen je. Wat doe je?
A
een klacht indienen bij de baas
B
boos worden en daarna niets meer zeggen tegen je collega
C
rustig blijven en zeggen "Dat vind ik niet leuk"

Slide 38 - Quizvraag

Hoeveel zoenen krijg je in Nederland bij een begroeting?
A
1
B
2
C
3

Slide 39 - Quizvraag

Welke hand geven Nederlanders elkaar als begroeting?
A
beide handen
B
de linkerhand
C
de rechterhand

Slide 40 - Quizvraag

wat doe je als een stuk taart krijgt van een jarige collega?
A
de volgende dag ook iets meenemen
B
een hand geven en zeggen "Gefeliciteerd"
C
je collega uitnodigen om 's avonds te komen eten

Slide 41 - Quizvraag

Wat is verboden in Nederland?
A
Het homohuwelijk
B
mishandeling
C
abortus

Slide 42 - Quizvraag

Wat betekent het als iemand een cadeau geeft en iemand zegt "Dat had je nu echt niet hoeven doen!"
A
hij vindt het cadeau leuk
B
hij vindt een cadeau stom

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide