Gevaren van elektriciteit

welkom
jas uit en ophangen
spullen op tafel
tas onder tafel
in de goede volgorde in de kring
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

welkom
jas uit en ophangen
spullen op tafel
tas onder tafel
in de goede volgorde in de kring

Slide 1 - Tekstslide

pak je huiswerk
we gaan het nakijken
verbeter wat je nog niet goed had beantwoord
neem het papier weer mee naar huis
dat kan je helpen met leren ofzo

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De stroomkring
In een stroomkring heb je dus een spanningsbron (of voeding) nodig. Verschillende voorbeelden zijn:
  • Batterij (1,5 - 9 Volt)
  • Dynamo (6 Volt)
  • Generator (115 - 230 Volt)
  • Netspanning (230 Volt)

Slide 5 - Tekstslide

Gevaren van elektriciteit

Slide 6 - Tekstslide

leerdoel
je weet te beschrijven wat overbelasting is
je weet te beschrijven wat kortsluiting is
je weet wat je moet doen als je in onweer terecht komt

Slide 7 - Tekstslide

Soorten spanning
  • laagspanning  (tot 40V)
  • netspanning (meestal 230V)
 

  • transformator (230V -> 5V)

Slide 8 - Tekstslide

Gevaren van elektriciteit
  • Kortsluiting & overbelasting --> brand
  • Schok (er loopt stroom door je lichaam)

Lichaam geleidt stroom goed want kleine weerstand
Droger huid geleid minder goed dan natte huid

Raak iemand niet aan als deze nog onder spanning stat

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Maken
3.5  Opdrachten 1 t/m 7

Kijk of je van de vorige paragrafen (1-2-3-4) alles hebt afgerond.
(Klaar? Test jezelf van 3.5)

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je per ongeluk een draad aanraakt waar 230 Volt op staat?

Slide 14 - Open vraag

Vanaf hoeveel volt is stroom gevaarlijk
A
vanaf 1 Volt
B
vanaf 40 Volt
C
vanaf 100 Volt
D
vanaf 230 Volt

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer is het gevaar groter
A
als je huid droog is
B
als je huid nat is
C
maakt geen verschil
D
stroom kan niet door je huid heen

Slide 16 - Quizvraag

Wat elektriciteit met je lichaam doet, hangt af van:
A
de grootte van de stroom
B
de tijd dat de stroom loopt
C
de weg die de stroom neemt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

Wat moet je doen als je in onweer terecht komt?
A
onder een boom gaan staan
B
jezelf zo klein mogelijk maken
C
gaan rennen

Slide 18 - Quizvraag

controle lesdoel:
weet jij wat overbelasting is?
A
de draden van een snoer raken elkaar
B
er zijn teveel apparaten aangesloten op 1 groep
C
de stoppenkast gaat wandelen

Slide 19 - Quizvraag

controle lesdoel:
weet je wat kortsluiting is?
A
er staan te veel apparaten op 1 groep aangesloten
B
de draden van een snoer raken elkaar
C
er ontstaat een schakeling zonder weerstand, stroomsterkte is te hoog dan

Slide 20 - Quizvraag

controle lesdoel:
wat moet je doen als je in onweer terecht komt?
A
plat op de grond liggen
B
onder een hoge boom gaan staan
C
in een weiland met je paraplu gaan staan
D
je zo klein mogelijk maken, hurken

Slide 21 - Quizvraag