Oefentoets H3 Chili

Oefentoets H3 Chili 3VWO
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets H3 Chili 3VWO

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf:
Dit is een oefentoets. Het niveau is dus makkelijker dan wat ervan je verwacht wordt op de eindtoets. Mocht je een goed resultaat behalen, weet dan dat je nog steeds goed moet leren!

Slide 2 - Tekstslide

Voor Chili stroomt een ...
A
Warme zeestroom
B
Koude Zeestroom
C
Chili ligt niet aan zee

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de afbeelding naar het juiste klimaatgebied.

Slide 4 - Sleepvraag

Voor de kust van Chili vind je
A
stratovulkanen
B
schildvulkanen

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel klimaten heeft Chili?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Hoe lang is het land Chili?
A
3800km
B
4500km
C
5800km
D
5200km

Slide 7 - Quizvraag

Welk klimaat komt niet voor in Chili?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Mediterraan klimaat
D
Steppeklimaat

Slide 8 - Quizvraag

Welke keerkring loopt door Chili?
A
Kreeftskeerkring
B
Zeepaardjeskeerkring
C
Steenbokskeerkring
D
Olifantenkeerkring

Slide 9 - Quizvraag

Aan de westkust van Chili is er een
A
convergente beweging
B
divergente beweging
C
transforme beweging

Slide 10 - Quizvraag

In welk gedeelte van Chili valt de meeste regen?
A
In het noorden
B
In het zuiden
C
In het midden
D
Overal evenveel

Slide 11 - Quizvraag

Aardbevingen in Chili zijn het gevolg van subductie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een ....... klimaat.
A
Droog
B
Vochtig

Slide 13 - Quizvraag

Twee uitspraken worden gedaan over El Niño:
I Tijdens El Niño regent het meer aan de kust van Chili
II Vissers hebben tijdens El Niño een hogere visvangt

Wat is waar?
A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist
B
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Van welk gebied in Chili is deze klimaatgrafiek?
A
Landklimaat
B
Hooggebergte klimaat
C
Woestijnklimaat
D
Middellands zeeklimaat

Slide 15 - Quizvraag

in welk deel van Chili liggen de wijngebieden
A
het noorden
B
het midden
C
het zuiden
D
Chili is geen wijn land

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens El Niño regent het meer aan de kust van Chili
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar de juiste plek. 
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet

Slide 18 - Sleepvraag

Extreme regens in Chili gebeurt tijdens:
A
normale situatie
B
El Niño
C
La Niña

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Chili?
A
Caracas
B
Santiago
C
Buenos Aires
D
Lima

Slide 20 - Quizvraag

De Nazca plaat duikt bij Chili onder de Zuid-Amerikaanse plaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Bij de
kust van Chili is een trog.
Waar of niet waar?ar of
Bij de kust van Chili is een trog. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 23 - Quizvraag


Wat is platentektoniek?
A
Het gat in de aardkorst waardoor lava naar buiten komt.
B
De trilling die ontstaat door het verschuiven van de aardkorstplaten.
C
Het bewegen van de aardkorstplaten.
D
De schil van harde steen rond de aarde waarop land en zee liggen.

Slide 24 - Quizvraag

Waar vindt je droge klimaten in Chili?
A
In het noorden
B
In het midden
C
In het zuiden
D
In het hooggebergte

Slide 25 - Quizvraag

Het klimaat van Chili wordt bepaald door de ligging van luchtdrukgebieden, van zeestromen en van de ligging van gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Welk type vulkaan en type vulkanisme komt het meest voor in Chili?
A
schildvulkaan effusief vulkanisme
B
stratovulkaan effusief vulkanisme
C
hotspotvulkaan explosief vulkanisme
D
stratovulkaan explosief vulkanisme

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de naam van de woestijn in het noorden van Chili?
A
Alanama-woestijn
B
Atacama-woestijn
C
Azarana-woestijn
D
Anamona-woestijn

Slide 28 - Quizvraag

Breedteligging is de belangrijkste factor voor het verklaren van het klimaat in Chili omdat
A
het Andesgebergte erg hoog is
B
de zee nooit ver weg is
C
er veel warmte wordt aangevoerd uit de tropen
D
het een erg langgerekt land is

Slide 29 - Quizvraag

Sleep het begrip naar de juiste plek in de afbeelding.
Epicentrum
Hypocentrum

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. De Humboldstroom is een koude zeestroom. 
2. El Niño kan leiden tot een toename van overstromingen in Chili. 
3. Tussen de 25° en 45° Z.B. ligt voor de kust van Chili een lagedrukgebied . 
4. Door de aanlandige wind ontstaan stuwingsregens in Noord-Chili. 
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 31 - Sleepvraag

Welke stelling over de export van Chili is juist?
A
De geringe koopkrachtstijging toonde het succes van importsubstitutie aan.
B
De export van Chili groeit elk jaar met 6%.
C
Koper is het belangrijkste exportproduct.
D
Importsubstitutie heeft diversificatie vervangen als economisch beleid.

Slide 32 - Quizvraag

Een deel van het koper uit Chili wordt eerst bewerkt en dan geëxporteerd. Wat is daar een voordeel van?
A
Dat wordt beter verkocht
B
Brazilië koopt veel koperdraad
C
Het levert werkgelegenheid op
D
Het levert meer inkomsten op

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn delfstoffen?
A
Dit zijn stoffen die uit de grond worden gehaald.
B
Die vind ik aan de oppervlakte van land.
C
Die groeien in de natuur.
D
Die drijven op zee.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het gevolg van watervervuiling door aquacultuur?
A
Het kan leiden tot een hogere opbrengst van de kwekerij
B
Het kan leiden tot een betere smaak van de gekweekte vis
C
Het kan leiden tot zuurstoftekort en sterfte van dieren in het water
D
Het kan leiden tot een hogere diversiteit aan dieren in het water

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is viskweek slecht voor het milieu?
A
Algenbloei
B
Veel antibiotica
C
Vreemde soorten

Slide 36 - Quizvraag

dagbouw
A
Stroming van zeewater die ontstaat doordat de wind langdurig uit één richting waait.
B
Vorm van mijnbouw: winning van delfstoffen die (vlak) aan de oppervlakte liggen.
C
Winning van delfstoffen in de ondergrond via stelsels van horizontale en verticale gangen.
D
Aardbeving die uren, dagen of zelfs weken na na een eerde aardbeving in hetzelfde gebied plaatsvindt.

Slide 37 - Quizvraag

Waar of niet waar? Steenkool is het goedkoopst als het schachtbouw opgegraven (=gewonnen) wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

De urbanisatiegraad in Chili is ongeveer
A
70%
B
80%
C
90%
D
100%

Slide 39 - Quizvraag

Je ziet een satellietfoto van Hawaii.
Waar zal de hotspot zich bevinden?

Slide 40 - Sleepvraag

Wat is het geboortecijfer?
A
Het aantal mensen dat geboren wordt.
B
Het aantal mensen dat geboren wordt per 1000 inwoners.
C
Het aantal mensen dat nog leeft na hun 1e levensjaar.
D
Het aantal mensen dat overlijdt.

Slide 41 - Quizvraag

Wat is een seismisch gat?
A
Een groot gat voor de kust van Chili waar tsunami's voorkomen
B
Een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen
C
Een gebied waar door veel vulkanen trillingen ontstaan
D
Een groot gat in Chili ontstaan door divergentie

Slide 42 - Quizvraag

Zet de stappen van het ontstaan van een eilandengroep door hotspotvulkanisme in de goede volgorde.
1
2
3

Slide 43 - Sleepvraag

Natuurlijke bevolkingsgroei is
A
Geboorte - sterfte
B
Geboorte + sterfte
C
Sterfte - geboorte
D
Sterfte + geboorte

Slide 44 - Quizvraag

Einde
Je krijgt een cijfer van meneer de With die kan je opvragen.

Slide 45 - Tekstslide