9. Noord-Brabant - industrie en innovatie

Noord-Brabant
Vincent van Gogh
Bosche bol
TU Eindhoven
Beekse Bergen
Biesbosch
Trappistenbier
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2WOStudiejaar 6

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Noord-Brabant
Vincent van Gogh
Bosche bol
TU Eindhoven
Beekse Bergen
Biesbosch
Trappistenbier

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen... H7
Een passieve zin maak je door
van het object een subject te maken.
De cursist neemt zijn boek mee.
Als het subject van de  passieve zin indefiniet is, gebruik je 'er'.
Het boek wordt           meegenomen
door de cursist
De cursist neemt geen boek mee.
Er wordt            geen boek meegenomen.
door de cursist
Als je een zin zonder object passief wilt maken,
gebruik je 'er' 
en 
staat het eerste werkwoord in de singularis .
De cursisten studeren  hard.
Er wordt           hard gestudeerd.
door de cursisten

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen... H7
Een passieve zin maak je door
van het object een subject te maken.
De cursist neemt zijn boek mee.
Als het subject van de  passieve zin indefiniet is, gebruik je 'er'.
Het boek wordt           meegenomen
door de cursist
De cursist neemt geen boek mee.
Er wordt            geen boek meegenomen.
door de cursist
Als je een zin zonder object passief wilt maken,
gebruik je 'er' 
en 
staat het eerste werkwoord in de singularis .
De cursisten studeren  hard.
Er wordt           hard gestudeerd.
door de cursisten

Slide 4 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
'er' maakt de zin vaak korter
2 x 'er' in de zin, dat kan
combinatie van verschillende functies
verwijzend
verwijzend
grammaticaal

Slide 5 - Tekstslide

Veel mensen hebben er één.
Er zijn er ook die er geen hebben.


Slide 6 - Tekstslide

Veel mensen hebben er één.
Er zijn er ook die er geen hebben.
Er worden er veel gestolen.

Slide 7 - Tekstslide

Veel mensen hebben er één.
Er zijn er ook die er geen hebben.
Er worden er veel gestolen.
Er zijn er met drie wielen.

Slide 8 - Tekstslide

Veel mensen hebben er één.
Maar er zijn er ook die er geen hebben.
Er zijn er ook met drie wielen.
Sommige mensen kunnen er niet op rijden.
Er worden er veel gestolen.

Slide 9 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend

Slide 10 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?

Slide 11 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.

Slide 12 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.

Slide 13 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
verwijzend
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.
Houd je van drop?
Ja, ik houd ervan.

Slide 14 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
verwijzend
grammaticaal
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.
Houd je van drop?
Ja, ik houd ervan.

Slide 15 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
verwijzend
grammaticaal
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.
Er wordt daar hard gewerkt.
Houd je van drop?
Ja, ik houd ervan.

Slide 16 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
overzicht
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
verwijzend
grammaticaal
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.
Er wordt daar hard gewerkt.
Houd je van drop?
Ja, ik houd ervan.
Daar
daar
daar
Ik heb hier drie appels en daar vier.
Daar

Slide 17 - Tekstslide

er is / het is
er is
there is
het is
it is
es ist
es gibt

Slide 18 - Tekstslide

Weg met die herhaling!
Vervang een de-woord door die/hem/ze,  vervang een het-woord door dit/dat/het.





Zet 'er' op de goede plek.
er is / het is

Slide 19 - Tekstslide

De vijf functies van 'er'
opdracht 7 + 8
telwoord / hoeveelheid
indefiniet subject
plaats, locatie
prepositie
subject passieve zin
verwijzend
grammaticaal
verwijzend
verwijzend
grammaticaal
Ik heb er drie.
Hoeveel appels heb je?
Er zit een kat op de vensterbank.
Hoe lang woon je daar?
Ik woon er drie jaar.
Houd je van drop?
Ja, ik houd ervan.
Er wordt daar hard gewerkt.

Slide 20 - Tekstslide

opdracht 11

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 12
het bij het rechte eind hebben 
naar de realiteit vertalen 
aardig in de papieren lopen
met iemands idee gaan lopen 
wel kunnen inpakken
in de ijskast zetten

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 12
het bij het rechte eind hebben 
naar de realiteit vertalen 
aardig in de papieren lopen
met iemands idee gaan lopen 
wel kunnen inpakken
in de ijskast zetten
gelijk hebben
concreet maken
veel geld kosten
iets nadoen
net zo goed kunnen stoppen
voorlopig even wachten met iets

Slide 23 - Tekstslide

chindogu
珍道具
Kenji Kawakami

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide