Hst. 3 globalisering

Globalisering  Par. 1 t/m 3
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Globalisering  Par. 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Weet je het nog?

Globalisering heeft meerdere dimensies. Welke?

Voorbeeld van elk? 

Slide 2 - Tekstslide

Globalisering
  • In de wereldwijde communicatie is veel veranderd
  • Er is een toenemende mate van economische, politieke en culturele samenhang op wereldschaal

Slide 3 - Tekstslide

Relatie met veranderende communicatie?
V. Kobus - 2022

Slide 4 - Tekstslide

Minder last van tijdzones?

Slide 5 - Tekstslide

Politiek

  •  Samenwerking tussen landen na de Tweede Wereldoorlog
  • Verenigde Naties (VN) werden opgericht

Slide 6 - Tekstslide

Cultureel
- Door migratie en toerisme
- Door verschillende vormen van communicatie
Wereldwijde beïnvloeding van culturen
  • muziek en televisie
  • feesten en feestdagen
  • religieuze uitingen
  • voedsel

Slide 7 - Tekstslide

Quizvraag

Welke feestdagen worden in Nederland gevierd als gevolg van culturele globalisering?

Slide 8 - Tekstslide

Economisch
  • verregaande samenwerking tussen landen
  • groeiende afhankelijkheid van landen, ook van lagelonenlanden

Slide 9 - Tekstslide

In het overzicht van de export van Nederland  staat China slechts op de 9e plaats. Hoe kan dat?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke exportproducten van Nederland zou je niet meteen verwachten bij zo'n rijk land?
Waarom niet?
V. Kobus - 2022
A
Grondstoffen
B
Voedsel
C
Machines
D
Chemische producten

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Quizvraag

Nederland verdient veel geld met de export van bloemen. Noem (minstens) 2 redenen waarom dat in de toekomst moeilijker zal worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

Globalisering
A
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld ect.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 17 - Quizvraag

Par 3: wereldwijde netwerken
  • Je begrijpt de rol van netwerken.
  • je begrijpt waarom relatieve afstanden steeds kleiner worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Tijd-ruimte compressie is:
A
Proces waarbij de absolute afstand steeds langer wordt.
B
Proces waarbij de absolute afstand steeds korter wordt.
C
Proces waarbij landen steeds meer met elkaar gaan handelen.
D
Proces waarbij de relatieve afstand tussen twee plaatsen door moderne transport- en informatietechnologie daalt.

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van tijd-ruimte compressie?
A
De afstand van Hilversum naar Amsterdam is 30 km
B
Mijn nieuwe Nikes uit de VS komen morgen aan.
C
Morgen vlieg ik in 8 uur tijd naar New York
D
Ik ga met mijn ouders een week naar Bali in de voorjaarsvakantie.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?
A
Er is geen verschil
B
Absoluut is afstand in tijd, relatief is afstand hemelsbreed in km
C
Absoluut is hemelsbreed in km, relatief is afstand in tijd
D
Absoluut is in kilometers, relatief is in procenten

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen dat globalisering leidt tot de internationale arbeidsverdeling.
  • Je kent de voor- en nadelen van de internationale arbeidsverdeling.
  • Je kent de rol van multinationale ondernemingen bij het ontstaan van een arbeidsverdeling.

Slide 25 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • Globalisering zorgt voor internationale arbeidsverdeling
    ->  wereldwijde specialisatie waarbij ieder land produceert 
      waar het goed in is

Slide 26 - Tekstslide

Global shift
Verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld.
Laatste decennium: global shift naar pacific Rim (rond Grote oceaan)

Slide 27 - Tekstslide

Global Shift


  • Opkomst semiperifere landen
  • Uitschuiving dienstensector
  • verschuiving economisch zwaartepunt/global shift

Slide 28 - Tekstslide

Global shift
Het economische zwaartepunt schuift naar het (Zuid)oosten van Azië.

Slide 29 - Tekstslide

Global Shift

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Schaalvoordelen (1)
  • Hoofddoel van een multinational: winst maken
  • Schaalvoordeel: afname van de kosten per product  wanneer een bedrijf meer en efficiënter produceert

Slide 32 - Tekstslide

Schaalvoordelen
- Schepen en vliegtuigen worden steeds groter en kunnen dus meer meenemen. (schaalvoordelen: op zo'n containerschip met 10.000 grote containers werkt maar 13 man personeel)

- Kosten per product dalen

- Steeds goedkoper om producten ergens anders te laten maken

Slide 33 - Tekstslide

Handel in voedsel
Ontstaat door uitwisseling door complementariteit & comparatieve voordelen:
Bv: NL produceert goedkoop aardappels, maar duur soja / Brazilië produceert goedkoop soja en duur aardappels  --> handel.
Landen gaan specialiseren = regionale specialisatie
Beïnvloeding door klimaat, subsidies, lage lonen, etc.

Slide 34 - Tekstslide

Comparatieve voordelen
Elk land heeft wel unieke kenmerken die een voordeel bieden ten opzichte van een ander land
Bijvoorbeeld:
1. Laag loon
2. Geen/slechte arbeidswetgeving
3. Belastingvoordelen
4. Minder milieueisen 
Etc..

Slide 35 - Tekstslide

De invloed van multinationale ondernemingen (1)

  • Voor lagelonenlanden:
    - inkomsten en werkgelegenheid
    - slechte onderhandelingspositie
    - lonen, arbeidsvoorwaarden en milieuregels onder druk
    - kleine bedrijven in deze landen kunnen niet concurreren
  • Voor welvarende landen:
    - hoofdkantoren en onderzoeksafdelingen
    - hightechindustrie

Slide 36 - Tekstslide

Europese landbouw en de wereld
Vrijhandel
Protectionisme
WTO
Fort Europa

Slide 37 - Tekstslide

Protectionisme of vrije handel
  • Protectionisme
Regels om de eigen handel te beschermen.

  • Vrij handel
Geen regel, er is sprake van vraag en aanbod. concurrentie

Slide 38 - Tekstslide

Protectionisme en vrijhandel
Protectiemaatregelen
  • invoerrechten
  • invoerquotum
  • invoerverbod
  • exportsubsidie
Vrijhandel
  • bijv. Europa
  • vrijhandelszones
  • WTO
Vrijhandelszones:
Groepen landen die geen onderlinge protectiemaatregelen hebben. 

Slide 39 - Tekstslide

A form of protectionism with sugar

Slide 40 - Tekstslide

bescherming
Protectionisme: 
maatregelen die gericht zijn op bescherming van de eigen handel en industrie (- invoerrechten) 

Isolationisme:
een land sluit zich doelbewust af van de buitenwereld
(- land bemoeit zich niet met de wereldhandel)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video