Staal werkwoorden

• Staal Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Werkwoorden

Even lekker opfrissen

Lesdoel: leren schrijven van de tegenwoordige tijd van de stam+t. 

Werkwoord= spieken

Stam= spieken - en = spiek 

Ik spiek

Jij spiekt 

Hij spiekt

Let op: Spiek jij? 

Het werkwoord is belanden.
Wat is de stam??

Werkwoord is vergoeden.
Wat is de hij-vorm??
Hij .........

Werkwoord = beantwoorden

Ik beantwoord de brief. 

Hij beantwoordt de brief. 

Beantwoord jij de brief? 

Werkwoord = vermoeden.
Ik ........ dat zuluconnect vandaag wel werkt.

Werkwoord = verwonden.
Hij .............. zich met het scherpe mes.

Werkwoord = verbinden
................. jij de lijntjes?

Irritant dat zuluconnect steeds storingen had.
In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Vandaag werkt alles goed.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Wij hebben hard gewerkt.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Ik heb werkwoorden geleerd.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Spelling is leuk.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

bram bakker maakt een griekse salade.
Welke woorden moeten met hoofdletter?

meester jasper komt uit duitsland.
Welke woorden moeten met hoofdletter?

Op de volgende slide staat het dictee van deze les. 

Veel succes! 

https:

Verder in je werkboek op blz. 61

Digitaal oefenen

• Ga via zuluconnect naar STAAL spelling. Maak twee oefeningen in de software.