6.4

Lesdoelen:

Aan het einde van de les weet je;
- Hoe Duitse koningen minder machtig werden.
-Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen:

Aan het einde van de les weet je;
- Hoe Duitse koningen minder machtig werden.
-Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.


Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de uitleg in het filmpje op de volgende slide.
LET op! Dit is de uitleg die bij de les van 2H/V past. Jullie bekijken de uitleg en doorlopen daarna elke slide van de LessonUp.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

6.4: De macht van vorsten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zou de paus het niet goed hebben gevonden dat de koning bisschoppen ging benoemen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wie heeft de investituurstrijd gewonnen?
A
De paus
B
De Duitse koning

Slide 10 - Quizvraag

Investituurstrijd:
Betekenis: Strijd tussen kerk (paus) en staat (koning) over de benoeming van bisschoppen. Eindigde in 1122 met een overwinning voor de paus.  De Duitse koning verloor hierdoor veel macht.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Begrip: Staatsvorming
Betekenis: als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd.

Met ambtenaren en een eigen leger waren vorsten minder afhankelijk van de hulp van leenmannen. Ook voerden koningen in deze tijd rechtbanken en wetten in voor het hele gebied, je had dus vanaf nu overal dezelfde wetten ipv. per gebied verschillende wetten en straffen.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom het hebben van dezelfde wetten belangrijk is geweest voor staatsvorming.

Slide 20 - Open vraag

Begrip: Centralisatie
betekenis: als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd.

Vorsten gingen vanuit één plek hun gebied besturen, vaak bouwden ze in deze 'hoofdstad' een groot paleis. 

Slide 21 - Tekstslide

Leg aan de hand van deze afbeelding uit dat er in Nederland nog steeds sprake is van centralisatie.

Slide 22 - Open vraag

In de Nederlanden:
Nederland als land bestond nog niet in deze tijd. Nederland bestond uit verschillende gewesten

In de tijd  van steden en staten kregen de hertogen van Bourgondië steeds meer gebieden onder hun heerschappij door oorlog en huwelijken, erfenissen en oorlogen. Ook een groot deel van Nederland viel hier onder ( zie afbeeldingen op de volgende dia) 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Filips de Goede 
  • vanaf 1419 hertog en graaf van veel gewesten in de Nederlanden.
  • instelling van één rechtbank voor alle gewesten
  • instelling van belasting die betaald moest worden aan de centrale regering.
  • ambtenaren voor taken in het bestuur en de rechtspraak.

Slide 25 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van staatsvorming door Filips de Goede.

Slide 26 - Open vraag

Leerdoel: Leg uit hoe het kon dat Duitse koningen minder machtig werden.

Slide 27 - Open vraag

Leerdoel 2: Leg uit hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.

Slide 28 - Open vraag