Quiz criminaliteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Criminaliteit

lessonup.app/code

Wat is criminaliteit?

1. Asociaal gedrag.
2. Alle overtredingen die in de wet staan.
3. Alle misdrijven die in de wet staan.
4. Strafbare feiten die minder erg zijn.

Een strafblad kan er voor zorgen dat je:

1. Bepaalde beroepen niet meer mag uitoefenen
2. Bepaalde opleidingen niet meer mag doen
3. Je geen VOG krijgt
4. Alle antwoorden zijn juist

voor een ..... krijg je een strafblad

1. misdrijf
2. overtreding

Overtreding 

Misdrijf 

Welk van deze factoren is géén risicofactor voor crimineel gedrag?

1. Groepsdruk
2. Het hebben van een relatie.
3. Slechte opvoeding
4. Spijbelen

Om welke risicofactor gaat het?
Joris moet van zijn beste vriend een pakketje drugs op een afgesproken plek bezorgen.

1. Psychologische of gedragsproblemen
2. Drank en/of drugsgebruik
3. Een slechte opvoeding
4. Groepsdruk

Om welke risicofactor gaat het?
De ouders van Pieter zijn gescheiden en naar Pieter wordt niet meer omgekeken. Hij kan doen en laten wat hij wil. Uit verveling heeft Pieter een handeltje in gestolen spullen.

1. Een slechte opvoeding
2. Drank en/of drugsgebruik
3. Psychologische of gedragsproblemen
4. Schooluitval

Welke risicofactor hoort bij de omschrijving?

Hieronder lees je een aantal omschrijvingen van risicofactoren. Hoe wordt dat genoemd? 

Beschrijving	Risicofactor
Je bent zo in de war dat je niet meer weet waarom je een strafbaar feit hebt gepleegd.
Je gaat regelmatig niet naar school en hebt weinig te doen.
Je beste vriendin zegt dat je een sjaal mag stelen.
Je bent verslaafd aan alcohol en steelt een fles drank uit de supermarkt.
Je vader is snel boos op andere mensen. Als je uit gaat schop je regelmatig mensen in elkaar.

Psychische (gedrags)problemen

Schooluitval of spijbelen

Groepsdruk

Alcohol of drugs

Slechte opvoeding

Wat is een verdachte?

1. Iemand die veel gedachten heeft
2. Iemand die misschien een delict heeft gepleegd
3. Iemand die verdacht wordt van goede daden
4. Iemand die verdacht wordt door zijn vrienden

Wie klaagt de verdachte aan?

1. de rechter
2. de verdachte
3. de advocaat
4. de officier van justitie

Als een verdachte voor de rechter moet komen, wordt de verdachte ...

1. Geseponeerd
2. Geschikt
3. Verdacht
4. Vervolgd

Wie bepaalt of een verdachte naar de rechter moet?

1. Bureau Halt.
2. De officier van justitie.
3. De rechter zelf.
4. De politieagent die de verdachte arresteert.

Deze persoon helpt de verdachte

1. Officier van justitie
2. Advocaat
3. Rechter
4. Verdachte

Politie

Officier van justitie

Maakt een proces-verbaal.

Daagt een verdachte voor de rechter.

Arresteert de verdachte.

Legt een waarschuwing of boete op.

Advocaat

Rechter

OvJ

Verdachte

Getuige

Wie zegt wat in een rechtszaak?

officier van justitie

verdachte

advocaat

rechter

getuige

Ik wil tot slot nog zeggen dat het mij spijt

Ik kan niet met zekerheid zeggen dat het de verdachte was

Ik acht het ten laste gelegde bewezen

Gezien de ernst van het misdrijf vind ik dat de verdachte een hoge straf verdient

Ik hoop dat de rechter rekening wil houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte

Voor wie is bureau Halt bedoeld?

1. Voor jongeren tussen de 16 en 18 die een strafbaar feit begaan
2. Voor jongeren tussen de 16 en 18 die niet luisteren naar hun ouders.
3. Voor jongeren tussen de 12 en 18 die een strafbaar feit begaan
4. Voor jongeren tussen de 14 en 20 die een strafbaar feit begaan

Wat is het voordeel van Bureau Halt?

1. Je ouders zijn niet betrokken bij het proces
2. Je krijgt geen strafblad
3. Je krijgt geen straf
4. Je kunt eindeloos bij Halt terecht komen als minderjarige

Als je meewerkt met Halt

1. schrijft Halt een proces-verbaal.
2. komt er geen rechtszaak.
3. blijf je altijd een verdachte.
4. krijg je als beloning een strafblad.

Wat is het doel van straffen als iemand na het spuiten van graffiti, het zelf moet schoonmaken met een taakstraf?

1. Afschrikken
2. Veiligheid in de samenleving
3. Wraak
4. Leren van zijn fout

Repressie betekent dat....

1. criminelen harder aangepakt moeten worden
2. criminaliteit voorkomen moet worden

Wat is GEEN voorbeeld van repressie

1. Meer agenten op straat
2. Meer gevangenisstraffen
3. Vaker taakstraffen uitdelen
4. Super snelrecht van relschoppers

Welke partijen zijn vooral voor repressie?

1. Linkse partijen
2. Rechtse partijen

Wat valt er onder het gedoogbeleid?

1. Prostitutie
2. Harddrugs
3. Softdrugs
4. Stelen

Wat bedoelen we met het woord gedoogbeleid?

1. Alle drugs zijn verboden
2. Cocaïne en heroïne zijn toegestaan
3. Harddrugs zijn verboden , softdrugs niet
4. Er mag niet op straat worden verkocht

Waar wil je nog
extra uitleg over?

nog maar een paar lessen