4.3 de holocaust

NIEUW
4.3 "De holocaust"
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NIEUW
4.3 "De holocaust"

Slide 1 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog

Slide 2 - Tekstslide

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden.  Anti = tegen  Semtiet = joods

Al vanaf 60 v. C. worden joden in Europa gedicrimineerd. Tegenwoordig is dit nog steeds zo. 

Ook in de Middeleeuwen was er veel antisemitisme. 
Op de afbeelding zie je een pogrom. Dit is een aanval tegen een bepaalde groep waarbij de mensen worden mishandeld en vermoord. Daarnaast worden huizen en andere bezittingen stuk gemaakt en in brand gestoken. Hier worden joodse mensen worden door christenen in elkaar geslagen. 

Slide 3 - Tekstslide

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden. Anti = tegen Semtiet = joods

Al vanaf 60 v. C. worden joden in Europa gediscrimineerd. Dit betekend dat bepaalde groepen mensen slechter worden behandeld dan anderen. 


Slide 4 - Tekstslide

Rassenleer

Vanaf de 19e eeuw ontstond de rassenleer. De rassenleer is een theorie dat mensen in verschillende 'rassen' verdeeld kunnen worden én dat het ene 'ras beter is dan het andere. 

Volgens de nazi's was het Germaanse ras (Duitsers en Scandinaviers) het beste ras. Het laagste ras waren de joden. Zij waren onmensen en moesten worden uitgeroeid. 
Deze twee stagaires leggen aan basisschool kinderen uit hoe je alle verschillende 'rassen' kunt herkennen. 

Slide 5 - Tekstslide

Holocaust
Het vervolgen en de uiteindelijke moord door de nazi's op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noemen we de Holocaust
Holocaust betekend 'brandoffer'. Omdat dit in de geschiedenis ook als een vrijwillig offer is gebruikt, gebruiken sommigen liever een andere naam.
Bijvoorbeeld Shoah of Sjoa. Dit betekend 'ramp. 
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'. 

Slide 6 - Tekstslide

Vier fasen
De holocaust kun je in vier verschillende fasen verdelen:
  • Discriminatie
  • Uitsluiten
  • Concentreren
  • Vernietiging

Slide 7 - Tekstslide

Fase 1

Discriminatie
Pesten en vernederen

Slide 8 - Tekstslide

Discriminatie
Het pesten en vernederen van joden is iets wat je in de geschiedenis veel terug kan vinden. 
Toch zie je dat in jaren voor de oorlog het antisemitisme langzaam groeit.  
In Duitsland zijn veel mensen teleurgesteld, boos en verdrietig vanwege de Eerste Wereldoorlog, veel politieke onrust en economische problemen vanwege de crisis in 1929. 
Fase 1

Slide 9 - Tekstslide

Kristallnacht 

Op 9 november 1938 vermoord een joodse jongen een Duitse diplomaat in Parijs.

Als reactie hierop houdt de Minister van propaganda,  Joseph Goebbels houdt een haatrede tegen Joden.
Duitsers trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen. De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Fase 1
Een Joodse synagoge is helemaal stukgeslagen in de Kristallnacht. 

Slide 10 - Tekstslide







De nacht van 9 op 10 november 1938 krijgt de naam 'Kristallnacht' vanwege alle ramen van de huizen en winkels van joden die stuk zijn geslagen. 

Slide 11 - Tekstslide

Veel synagoges worden in brand gestoken. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze joodse mannen werden gedwongen om met een David's ster door de stad rond te lopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Ook worden er tijdens Kristallnacht Joden opgepakt en naar Buchenwald, een concentratiekamp in Duitsland, gebracht. 

Slide 14 - Tekstslide

Fase 2

Uitsluiten
Wetten en sterren

Slide 15 - Tekstslide

Uitsluiten
De Nazi's willen de jodens steeds meer buitensluiten van het gewone leven.
Er komen verschillende wetten waarin stond dat joden niet met niet-joden mochten trouwen. Niet meer bij de overheid mochten werken. Geen fiets mochten hebben. En nog veel meer... 
Fase 2

Slide 16 - Tekstslide

Door propaganda, zoals in de afschuwelijke film De Eeuwige Jood of via hun eigen krant Der Stürmer...
...slagen de Nazi's erin, het Duitse volk te hersenspoelen: Joden moet je uitsluiten!

Slide 17 - Tekstslide

Fase 3

Concentreren
Getto's en kampen

Slide 18 - Tekstslide

Joodse wijken
Vanaf de Middeleeuwen werden joden gedwongen om in eigen wijken te wonen. In de Italiaanse stad Venetie woonden de joden in de wijk 'Ghetto Nuovo'. Hierkomt de bijnaam 'getto' vandaan. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de joden verplicht om naar deze getto's te verhuizen. 
Fase 3

Slide 19 - Tekstslide

In de ghetto's en kampen was het leven zwaar. Er was te weinig woonruimte voor de  
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 20 - Tekstslide

Vaak was er ook niet genoeg voedsel voor iedereen.
Een grote groep mensen overleed vanwege ondervoeding. Soms stierven zij op straat, waar zijn dagenlang bleven liggen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het leven was ook onzeker om dat soms delen ghetto moeten worden ontruimd. 
Joden moesten stel hun spullen pakken en werden naar concentratiekampen gebracht. 

Slide 23 - Tekstslide

Fase 4
Vernietiging
Uitroeiing van de Joden

Slide 24 - Tekstslide

SS groepen

In het begin van fase 4, worden de Joden neergeschoten. Een aantal SS groepen van het Duitse leger krijgen de opdracht om door Polen te trekken en zo veel mogelijk Joden te vermoorden.

Joden moeten hun eigen massagraf graven. Daarna worden ze op een rij doodgeschoten. Op deze manier worden er ongeveer 1 miljoen joden vermoord. 
Fase 4

Slide 25 - Tekstslide

Te duur...

Het neerschieten van alle joden vinden de Duitsers te lang duren en het is te duur. 

Er moet een betere, snellere en permanente oplossing komen...
Gaskamers. 



Fase 4
Zyklon-B Gas moet gebruikt worden om Joden op grote schaal te elimineren. (De eerste tests worden gedaan op Soviet gevangen)

Slide 26 - Tekstslide

Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's én lichamen... 
In de crematoria werken de Joden die voorlopig aan de gaskamers ontkomen zijn.

Slide 27 - Tekstslide

De koffers van de vermoorde joden worden leeggehaald. Alles wat nog gebruikt kan worden wordt verzameld. Van de afgeknipte haren van gevangenen worden bijvoorbeeld matrassen gemaakt. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan het einde van de oorlog zijn er 6 miljoen Joden vermoord. 
Van de 110.000 Nederlandse Joden overleven maar 5000 de concentratie en vernietingskampen. 

Slide 30 - Tekstslide

Herhalingsvragen
Check vragen

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de eerste face van de Holocaust?
A
Vernietiging
B
Uitsluiten
C
Concentreren
D
Discriminatie

Slide 32 - Quizvraag

Welk begrip?
'Bepaalde groepen mensen slechter worden behandeld dan anderen.'
A
Capitulatie
B
Antisemitisme
C
Discriminatie
D
Collaboratie

Slide 33 - Quizvraag

Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 34 - Sleepvraag

De rassenleer is een belangrijk kenmerk van het nationaal-socialisme.

Welke groep mensen hoort in de rassenleer NIET bij het 'minderwaardige ras'?
A
Zigeuners
B
Joden
C
de gekleurde bevolking in niet-westerse landen
D
Polen

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Zyklon B




Korrels die verdampen (blauwzuur) 
als ze in contact komen met lucht.

Slide 38 - Tekstslide

Fase 4b
Systematische uitroeiing van de Joden:
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 39 - Tekstslide

Fase 4a
Vernietiging
Uitroeiing van de Joden

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video