11. Britse Rijk 1.3 online 2

Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 2 - Vaar- en spoorwegen t/m vrijhandel op de wereldzeeën
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Historische context - Britse Rijk
1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
les 2 - Vaar- en spoorwegen t/m vrijhandel op de wereldzeeën

Slide 1 - Tekstslide

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.



Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij deze stukjes tekst?

Slide 2 - Tekstslide

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.



Kenmerkende aspecten

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 4
a De meeste spoorwegverbindingen lopen vanuit Noord-Engeland naar de havensteden en Londen, dus daar was ook de meeste productie.
b Er was veel aandacht voor en trotse gevoelens over de snelle ontwikkeling van het Britse spoornetwerk, de kinderen op school leerden er zelfs over.
c Oorzaak: De bouw van spoorwegen. Gevolg: toenemende productie van ijzer en hout voor het fabriceren van de spoorwegen en treinen.
Oorzaak: Toenemende productie. Gevolg: Bouw van spoorwegen en treinen om alle grondstoffen en eindproducten op de goede locatie te krijgen.

Slide 4 - Tekstslide


3. Hoe verliep de uitbreiding van het Britse en Indiase spoorwegnetwerk en waarom was deze snelle uitbreiding noodzakelijk voor de Britten?





Leerdoelen
Vertel maar

Slide 5 - Tekstslide

Maken - bespreken - verbeteren

  1. Maak samen opdracht  4 (5 min)
  2. Bespreek samen met een ander tweetal jullie antwoorden en verbeter met zijn vieren jullie antwoord. (4 min)
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 4
a De meeste spoorwegverbindingen lopen vanuit Noord-Engeland naar de havensteden en Londen, dus daar was ook de meeste productie.
b Er was veel aandacht voor en trotse gevoelens over de snelle ontwikkeling van het Britse spoornetwerk, de kinderen op school leerden er zelfs over.
c Oorzaak: De bouw van spoorwegen. Gevolg: toenemende productie van ijzer en hout voor het fabriceren van de spoorwegen en treinen.
Oorzaak: Toenemende productie. Gevolg: Bouw van spoorwegen en treinen om alle grondstoffen en eindproducten op de goede locatie te krijgen.

Slide 7 - Tekstslide

Invoer van ruwe katoen in Groot-Brittannië
Leg met cijfers uit bron 41 uit welk decennium je kunt beschouwen als het begin van de industriële revolutie.

Slide 8 - Tekstslide

Invoer van ruwe katoen in Groot-Brittannië
Tussen 1861 en 1865 werd de Amerikaanse burgeroorlog uitgevochten. Stel dat de tabel van bron 41 zou doorlopen tot 1900.
Beredeneer welke ontwikkeling in de cijfers je zou zien in de periode 1861-1870. Doe dat ook voor de periode 1870-1900.

Slide 9 - Tekstslide

Maken - bespreken - verbeteren

  1. Maak samen opdracht  6 (6 min)
  2. Bespreek samen met een ander tweetal jullie antwoorden en verbeter met zijn vieren jullie antwoord. (4 min)
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 6
a Zie de begrippenlijst.
b Verschil: bij industrieel kapitalisme wordt vooral geïnvesteerd in productie, bij handelskapitalisme in handel.
Overeenkomsten: beide systemen draaien om winst. De winst wordt grotendeels opnieuw geïnvesteerd in het economische systeem. In beide systemen wordt geïnvesteerd in transport.
Verschil: bij handelskapitalisme worden de winsten gemaakt door handelaren, bij industrieel kapitalisme door ondernemers en fabriekseigenaren.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 6
c De continuïteit is vooral te vinden in het opnieuw investeren van winsten. De zaken waarin geld wordt geïnvesteerd veranderen: bij handelskapitalisme vooral in aan handel gebonden bedrijfstakken, bij industrieel kapitalisme vooral in aan industrie gebonden bedrijfstakken.
d Bij het investeren van geld en het laten groeien van ondernemingen willen ondernemers zo min mogelijk aan regels gebonden zijn. Dat wordt in een liberale markteconomie gerealiseerd.
e De overheid moet wel optreden om (internationale) handelsbelangen te verdedigen en te beschermen. Vervolgens moet de overheid ondernemers de vrije hand geven.

Slide 12 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog?

Slide 13 - Open vraag

Exit-ticket
Beantwoord deze vraag op het blaadje dat je van de docent krijgt:


Hoe verliep de uitbreiding van het Britse en Indiase spoorwegnetwerk en waarom was deze snelle uitbreiding noodzakelijk voor de Britten?

Slide 14 - Tekstslide

huiswerk
bestudeer par 1.3 vanaf '.Politieke macht voor ondernemers t/m concurrentie uit Amerika en Duitsland'

maak een samenvatting
laat ruimte voor wat je niet begrijpt.

Slide 15 - Tekstslide

extra

Slide 16 - Tekstslide

Maak met behulp van bron 40 duidelijk in welke delen van Groot-Brittannië de meeste productie was.

Slide 17 - Tekstslide

Stoomtrein
Een Britse schoolplaat uit 1833 brengt de ontwikkeling van de stoomtrein tussen 1825 en 1833 in beeld.
Leg uit dat je uit bron 42 kunt afleiden dat veel Britten trots waren op de snelle ontwikkeling van de spoorwegen.

Slide 18 - Tekstslide

De bouw van spoorwegen is zowel een oorzaak als een gevolg van de toenemende productie in Groot-Brittannië.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verschil tussen handelskapitalisme en industrieel kapitalisme?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit dat er bij de overgang van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme zowel sprake was van continuïteit als van verandering.

Slide 21 - Open vraag

Leg uit waarom ondernemers graag een liberale markteconomie wilden.

Slide 22 - Open vraag

antwoord
De overheid moet wel optreden om (internationale) handelsbelangen te verdedigen en te beschermen. Vervolgens moet de overheid ondernemers de vrije hand geven.
Leg uit dat de gebeurtenissen in China goed passen bij de rol die de overheid volgens ondernemers moest hebben.

Slide 23 - Tekstslide