les 1 juni: vitale functies en slaap waakritme

Les 1 juni
  • oefentoets vitale functies (volgende week toets)

  • slaap en waakritme

  • Praktijklokaal 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 1 juni
  • oefentoets vitale functies (volgende week toets)

  • slaap en waakritme

  • Praktijklokaal 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De zorgvrager op basis van het verpleegplan ondersteunen bij slapen en waken.
  • De functie en de kenmerken van slaap benoemen. 
  •  Factoren benoemen die het slaap- waakritme beïnvloeden. 
  • Het slaap- waakritme van de zorgvrager observeren en beredeneren welke stappen genomen moeten worden naar aanleiding van de observaties. 
  • Acties benoemen om het slaap– waakritme van een zorgvrager te bevorderen. 
  • De werking van slaapmiddelen toelichten. 
  • Hulp bieden bij slaapproblemen. 
  • vanuit branches: 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is slapen belangrijk voor jou?

Slide 3 - Woordweb

Functies van slaap
  • Ontspanning lichamelijk
  • Ontspanning geestelijk
  • Positieve invloed op de geheugen

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • Het lichaam groeit.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • weefsels vernieuwen zich.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel uren slaap jij?

Slide 6 - Woordweb

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van ....??
A
Biologische Klok
B
Leeftijd
C
Tijdstip
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van...?

  • Leeftijd
  • Tijdstip dat men naar bed gaat
  • Biologische klok

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Door slecht slapen verminderd:
  • datgene wat je moet onthouden​

  • het concentratievermogen​ 

  • het spraakvermogen ​ 

  • de reactiesnelheid​ 

  • de besluitvaardigheid​ 

  • het gevoel voor tijd en ruimte(planning)​ 

  • de fysieke gezondheid.​ 
  • het vermogen om emoties te hanteren​

Slide 10 - Tekstslide

wat is een slaapcyclus

Slide 11 - Woordweb

Slaapcyclus
In een gemiddelde nacht doorlopen we 4 tot 5 slaap cyclussen, iedere slaapcyclus duurt zo’n 90 tot 120 minuten. Alle cyclussen hebben min of meer dezelfde structuur en volgen elkaar op.

  • 1e fase,  is de overgang van wakker zijn –> naar slapen. De hersenactiviteit wordt lager en het aantal bewegingen van je ogen (ook al zijn je ogen dus dicht) neemt ook af. Deze fase duurt maar een paar minuten.
  • 2e fase, Hier begint eigenlijk pas echt de slaap, maar nog steeds een lichte slaap.
  • 3e fase, In deze fase vindt er een overgang plaats tussen de lichte slaap en de diepe slaap. Er komt meer regelmaat in je ademhaling, je hartslag daalt, en je spieren ontspannen.
  • 4e fase, Dit is de laatste fase van de echte diepe slaap. Je ademhaling en hartslag zijn nu op zijn laagst. Dit is de fase die ervoor zorgt dat je lichamelijk herstelt.
  • Fase 5: REM slaap
  • In deze fase is er zeer veel hersenactiviteit en veel beweging van de ogen. Nu is het brein bezig met ”dromen”, herinneringen en informatie worden verwerkt. Niet alleen je brein is nu actief, ook lichamelijk vindt er activiteit plaats.

Slide 12 - Tekstslide

slaap waakstoornis
  • komt vaak voor bij mensen met een depressie
  • angst
  • andere psychische aandoeningen
  • bij veranderingen
  • bij andere ziektebeelden zoals dementie 

Slide 13 - Tekstslide

Slaap stoornissen
* Een slaapstoornis is een stoornis in het slaapwaakpatroon.
* Het is een medische aandoening, dus er kan een diagnose worden gesteld.

slaapstoornissen of ziektebeelden: 
  • Slaapapneu
  • Narcolepsie
  • Rustelozebenen
  • Parasomnie 
  • Insomnie
  • Hypersomnie

Slide 14 - Tekstslide

welke factoren kunnen het slaap waakritme verstoren

Slide 15 - Woordweb

factoren
  • voeding en drankjes (koffie, thee, alcohol)
  • slaapomgeving (temperatuur, geluid)
  • slaapcomfort (bed)
  • licht/donker 
  • pijn, ongemak, angst, stress
  • verstoord bio ritme (nachtdienst)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

 interventies; bevorderen van slaap
  • Verpleegplan (wensen en gewoonten). 
  • Observeren
  • Warmte toedienen
  • Goede activiteitprogramma overdag (dagindeling)
  • Beweging
  • Voeding
  • Omgeving

Slide 18 - Tekstslide

Slaap medicatie
  • Probeer eerst andere interventies
  • Slaapmedicatie wordt voorgeschreven door de arts
  • Observeer de werking en het slaap-waakritme
  • Geeft de medicatie pas als de zorgvrager klaar is om te gaan slapen ( toilet is geweest, bed is in orde)
  • slaapmedicatie werkt verslavend/gewenning treed al snel op

Slide 19 - Tekstslide

Soorten slaapmedicatie
  1. Kortwerkende benzodiazepine: midazolam, temazepam
- Bij problemen met het in slaap komen.
- Beginnen meestal binnen 30 min te werken.

2. Langwerkende benzodiazepine: diazepam, lorazepam, oxazepam
- Bij problemen met doorslapen.
- Deze medicijnen werken meestal na 1uur.

Slide 20 - Tekstslide

slaapmedicatie
  • valeriaan, melatonine 

  • snel en kortwerkende medicatie

  • langwerkende medicatie

Slide 21 - Tekstslide

Bijwerkingen slaapmedicatie
De belangrijkste bijwerkingen zijn:
  • Slaperigheid, sufheid, vermoeidheid, verminderde coördinatie, spierzwakte, trager denken, afname gevoelens, maagdarmstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, zweten, hartkloppingen, droge ogen, huiduitslag, jeuk en afhankelijkheid.​

Slide 22 - Tekstslide

dementie
  • dementie kan slaappatroon verstoren
  • slecht slapen kan dementie ook verergeren
  • slaperigheid overdag 
  • verstoorde rem slaap
  • vaker wakker worden, dwalen in de nacht

Slide 23 - Tekstslide

interventies?

Slide 24 - Woordweb