lidwoorden

LIDWOORDEN
BEPAALDE LIDWOORDEN
LE          --> Voor mannelijke woorden                        Vertaal je met --> DE/HET              Le livre           --> Het boek = mannelijk
LA          --> Voor vrouwelijke woorden                       Vertaal je met --> DE/HET              La classe       -->  De klas = Vrouwelijk
LES      --> Voor alle woorden in het meervoud      Vertaal je met --> DE                       Les garçons --> De jongens = Meervoud

Je kunt aan een woord niet zien of het mannelijk/vrouwelijk is --> LEREN!
Je gaat hier nu een aantal opdrachten mee maken.



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

LIDWOORDEN
BEPAALDE LIDWOORDEN
LE          --> Voor mannelijke woorden                        Vertaal je met --> DE/HET              Le livre           --> Het boek = mannelijk
LA          --> Voor vrouwelijke woorden                       Vertaal je met --> DE/HET              La classe       -->  De klas = Vrouwelijk
LES      --> Voor alle woorden in het meervoud      Vertaal je met --> DE                       Les garçons --> De jongens = Meervoud

Je kunt aan een woord niet zien of het mannelijk/vrouwelijk is --> LEREN!
Je gaat hier nu een aantal opdrachten mee maken.



Slide 1 - Tekstslide

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LE FRÈRE
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 2 - Quizvraag

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LA SOEUR
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 3 - Quizvraag

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LE POISSON
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 4 - Quizvraag

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LES ENFANTS
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 5 - Quizvraag

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LES MAISONS
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 6 - Quizvraag

TOT WELKE GROEP BEHOORT DIT WOORD ?

LA PAGE
A
MANNELIJKE WOORDEN
B
VROUWELIJKE WOORDEN
C
MEERVOUDSWOORDEN

Slide 7 - Quizvraag

LIDWOORDEN
BEPAALDE LIDWOORDEN
LE          --> Voor mannelijke woorden                        Vertaal je met --> DE/HET              Le livre           --> Het boek = mannelijk
LA          --> Voor vrouwelijke woorden                       Vertaal je met --> DE/HET              La classe       -->  De klas = Vrouwelijk
L'            --> Voor woorden met klinker/ h                  Vertaal je met --> DE/HET              L'ami                --> De vriend = Klinker 
LES      --> Voor alle woorden in het meervoud      Vertaal je met --> DE                       Les garçons --> De jongens = Meervoud

Je kunt aan een woord niet zien of het mannelijk/vrouwelijk is --> LEREN!
Je gaat hier nu een aantal opdrachten mee maken.


                                                                                     


Slide 8 - Tekstslide

KIES HET JUISTE LIDWOORD
De broer = Mannelijk woord
Vertaling = .....frère
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 9 - Quizvraag

KIES HET JUISTE LIDWOORD
De zus = Vrouwelijk woord
Vertaling = .....soeur
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 10 - Quizvraag

KIES HET JUISTE LIDWOORD
Het strand = Vrouwelijk woord
Vertaling = .....plage
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 11 - Quizvraag

KIES HET JUISTE LIDWOORD
De vriend = Mannelijk woord
Vertaling = .....copain
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 12 - Quizvraag

KIES HET JUISTE LIDWOORD
De vrienden = Mannelijk Meervoud
Vertaling = .....copains
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 13 - Quizvraag

KIES HET JUISTE LIDWOORD
De vriendinnen = Vrouwelijk Meervoud
Vertaling = .....copines
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES

Slide 14 - Quizvraag

LIDWOORDEN
ONBEPAALDE LIDWOORDEN
UN          --> Voor mannelijke woorden                      Vertaal je met --> EEN                       Un stylo -      -> Een pen    = Mannelijk woord
UNE         --> Voor vrouwelijke woorden                     Vertaal je met --> EEN                     Une voiture  --> Een auto = Vrouwelijk woord 
 

- Je gaat hier nu een aantal opdrachten mee maken.
- Je kunt aan een woord niet zien of mannelijk of vrouwelijk is --> LEREN!!





Slide 15 - Tekstslide

SLEEP DE MANNELIJKE WOORDEN IN DIT VLAK
SLEEP DE VROUWELIJKE WOORDEN IN DIT VLAK
UN GARÇON
UNE FILLE
UNE CLASSE
UN STYLO

Slide 16 - Sleepvraag

SLEEP DE MANNELIJKE WOORDEN IN DIT VLAK
SLEEP DE VROUWELIJKE WOORDEN IN DIT VLAK
UNE 
IDÉE
UN AGENDA
UNE GLACE
UN PROF

Slide 17 - Sleepvraag

LIDWOORDEN
BEPAALDE LIDWOORDEN
LE           --> Voor mannelijke woorden                       Vertaal je met --> DE / HET
LA           --> Voor vrouwelijke woorden Vertaal je met --> DE/HET   
ONBEPAALDE LIDWOORDEN
UN          --> Voor mannelijke woorden                      Vertaal je met --> EEN
UNE         --> Voor vrouwelijke woorden                     Vertaal je met --> EEN

ONBEPAALD LIDWOORD VERANDEREND IN BEPAALD LIDWOORD
Een boek             --> Un livre                    = Mannelijk 
Het boek             --> Le livre                     Uitleg = LE is mannelijk 


 




Slide 18 - Tekstslide

EEN HUIS = UNE MAISON
HET HUIS = ........
A
Le maison
B
La maison

Slide 19 - Quizvraag

EEN IJSJE = UNE GLACE
HET IJSJE = ........
A
Le glace
B
La glace

Slide 20 - Quizvraag

EEN SCHRIFT = UN CAHIER
HET SCHRIFT = ........
A
Le cahier
B
La cahier

Slide 21 - Quizvraag

HET CIJFER = LA NOTE
EEN CIJFER = ........
A
UN NOTE
B
UNE NOTE

Slide 22 - Quizvraag

DE VRIEND = LE COPAIN
EEN VRIEND = ........
A
UN COPAIN
B
UNE COPAIN

Slide 23 - Quizvraag

DE DOCENT = LE PROF
EEN DOCENT = ........
A
UN PROF
B
UNE PROF

Slide 24 - Quizvraag