9. Klimaatverandering in Nederland en Spanje

9. Klimaatverandering in Nederland en Spanje 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9. Klimaatverandering in Nederland en Spanje 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt beschrijven hoe het versterkt broeikaseffect het klimaat beïnvloedt.
• Je kunt gevolgen van klimaatverandering in Nederland en Spanje beschrijven en verklaren.
• Je kunt beoordelen welke maatregelen Nederland en Spanje kunnen nemen om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan.

Slide 2 - Tekstslide

EXAMENVRAAG

Slide 3 - Tekstslide

Het klimaat verandert, maar waardoor? 
Drie groepen: 
1. er gebeurt niets 
2. het komt niet door de mens, maar door de zon
3. komt door de mens

Slide 4 - Tekstslide

Het broeikaseffect 
Om te kunnen leven op aarde hebben we een broeikaseffect nodig. 
Zorgt ervoor dat we een aangename temperatuur hebben. Deze stoffen noemen we broeikasgassen. 

Slide 5 - Tekstslide

De bekendste is CO2. Dit komt ook in de natuur zelf voor. Denk aan vulkaanuitbarstingen. Maar het zorgt ook voor minder opwarming. 
Als dit proces er niet zou zijn, schrik niet, zou het heel veel kouder zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Door WAT komen er meer broeikasgassen in de lucht? 

Slide 7 - Tekstslide

Het versterkte broeikaseffect 
De mens kan er voor zorgen dat er teveel broeikasgassen in de lucht komt. Dan kan de aarde zijn warmte niet meer kwijt. 
- CO2
- methaan
- waterdamp

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen: 
Zeespiegelstijging 

Slide 9 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid 
Zeespiegelstijging 

Slide 10 - Tekstslide

De aarde kaast een deel van de energie terug naar de atmosfeer. 
De aarde neemt de energie weer op. 
Broeikasgssen nemen een deel van de warmte op en kaatsen een deel weer terug naar de aarde. 
De energie van zonnestralen wordt opgenomen door het aardoppervlak. 
1.
2.
3.
4.

Slide 11 - Sleepvraag

Waar
Niet waar

De atmosfeer werkt als een deken op de aarde
De atmosfeer absorbeert zonlicht
Een broeikaseffect is 
altijd slecht
Door gassen uit te stoten verstoren we de energiebalans
Alle planeten hebben een atmosfeer
Wind transporteert warmte van de evenaar naar de polen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Effecten in Nederland en Spanje 

Slide 15 - Tekstslide

SPANJE
- het wordt warmer, droger, gevolgen voor neerslag
- minder aantrekkelijk voor toeristen
- overgang zomer naar winter steeds sneller
- in de winter kouder
NEDERLAND 
- extremer weer
- vaker hittegolven
- meer neerslag en intensiever
- meer toeristen 
- vegetatiezones verschuiven naar het noorden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aanpassen
- landbouw aanpassen 
- meer waterafvoer --> denk om dijken
- overgang naar wind en zonne-energie
- woonwijken zonder gas
- stuwdammen aanleggen in Spanje

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de titel van deze afbeelding? 
Welke conclusie kun je trekken uit deze afbeelding? 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 21 - Tekstslide

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de temperatuur op aarde stijgt
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 22 - Quizvraag

Het broeikaseffect is goed en het versterkte broeikaseffect is slecht!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 24 - Quizvraag

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
ozon

Slide 25 - Quizvraag

Op het moment dat de bodem daalt in Groningen en de zeespiegel stijgt niet praten we over.....
A
Absolute zeespiegelstijging
B
Relatieve zeespiegelstijging

Slide 26 - Quizvraag

Door de zeespiegelstijging wordt het spuien van IJsselmeerwater op de Waddenzee:
A
moeilijker
B
makkelijker

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 28 - Tekstslide