07 - Stijlfouten

Stijlfouten
Taalverzorging §B5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfouten
Taalverzorging §B5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat stijlfouten zijn; 
- hoe je stijlfouten kunt verbeteren; 
- hij stijlfouten ontstaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
We bekijken samen opdracht 1, 2, 3 en 6 op pagina 292. 

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfouten
Een stijlfout is een fout in de formulering van een zin;

Er zijn verschillende soorten stijlfouten;

Bij veel voorkomende stijlfouten is er sprake van een woordenwisseling of 'dubbelop'. Het gaat hierbij om tautologie, pleonasme en contaminatie.

Slide 4 - Tekstslide

Contaminatie
Een contaminatie wordt ook wel een 'verhaspeling' genoemd. Hierbij worden twee begrippen of uitdrukkingen door elkaar gebruikt.

- Hij wordt met een kluitje naar de muur gestuurd.
- Wil je dat document even voor me uitprinten?
- Hij realiseert zich niet dat het niet zo'n handige opmerking was.

Slide 5 - Tekstslide

Pleonasme
Van een pleonasme is sprake wanneer een deel van de 'betekenis' van een wordt extra wordt toegevoegd, terwijl het woord de eigenschap al vanzelfsprekend heeft.

Hierbij gaat het om twee verschillende woordsoorten. 
- Een houten boomstam;
- Hij moet verplicht zijn autogordel dragen.

Slide 6 - Tekstslide

Tautologie
Van een tautologie is sprake als een bepaald woord ten onrechte wordt gebruikt, omdat in de zin al een woord met dezelfde betekenis staat.

Let op! Een tautologie kan ook als stijlfiguur worden ingezet.

Zo heb je bijvoorbeeld ...
Kort en klein
Misschien hebben ze wellicht ...
Bont en blauw
We hebben er nog circa 100 á 150
Wis en waarachtig

Slide 7 - Tekstslide

Barbarisme
In de vorige les hebben we drie stijlfouten behandeld: het pleonasme, de tautologie en de contaminatie.

Een andere stijlfout is het barbarisme: een woord of zinsconstructie die niet eigen zijn aan het Nederlands, maar worden overgenomen uit een andere taal.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden barbarismen
Voor sommige barbarismen is een aparte naam. Woorden die uit het Duits afkomstig zijn, noemen we germanismen; woorden uit het Engels anglicismen.

Voorbeelden anglicismen: huisgemaakt, copypasten, selfie, een beslissing maken.
Voorbeelden germanismen: beroepsmatig, schwalbe, autobaan.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de theorie op pagina 294 nog even door en werk dan aan opdracht 4 tot en met 6 op pagina 296. 

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Vorige lessen hebben we gekeken naar hoe we de persoonsvorm op de juiste manier moeten spellen. Deze les kijken we naar twee andere belangrijke werkwoordsvormen: het voltooid en het onvoltooid deelwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord komt altijd voor in combinatie met een hulpwerkwoord. Dat is in dit geval een vorm van zijn, hebben of worden.

Op het moment dat gebruik wordt gemaakt van zijn of hebben, is de handeling ook inderdaad voltooid; gebruiken we het werkwoord worden, dan is de handeling nog bezig.

Slide 12 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling op dit moment plaatsvindt.

Vaak is het onvoltooid deelwoord een soort bijvoeglijk naamwoord.

We spellen het onvoltooid deelwoord door -d of -de achter het hele werkwoord te zetten.

Slide 13 - Tekstslide