M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden

Een streepje muziek
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Een streepje muziek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke woordsoort is onderstreept?
  • warme landen
  • koude handen
  • oude strandhuis
  • grijze wolken
  • gammele strandhuis
  • mistroostige plekken.

Slide 3 - Tekstslide

Welke woordsoort is onderstreept?

Slide 4 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord
= een  woord dat een eigenschap of extra informatie toevoegt aan namen van personen, voorwerpen …

Slide 5 - Tekstslide

Wat zien we deze les?
  • plaats en gebruik van het bijvoeglijk naamwoord
  • trappen van vergelijking 
  • verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Plaats en gebruik

Slide 7 - Tekstslide

hoofdwerkwoord = koppelwerkwoord
-> bn is naamwoordelijk deel van het gezegde
Bn staat vóór het zn.
Bn staat alleen. Het zn staat elders in de zin.
De vetbetaalde stervoetballer reed met zijn Porsche tegen de muur. 
Hij is de slimste leerling van de klas, ik ben de domste.

De winnaar van de wedstrijd lijkt verdrietig.

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: trappen van vergelijking

Slide 10 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 11 - Tekstslide

Vul aan: boos ... (vergrotende trap)
timer
0:20

Slide 12 - Open vraag

Vul aan: boos ... (overtreffende trap)
timer
0:20

Slide 13 - Open vraag

Vul aan: veel... (vergrotende trap)
timer
0:20

Slide 14 - Open vraag

Vul aan: veel... (overtreffende trap)
timer
0:20

Slide 15 - Open vraag

Vul aan: hilarisch... (vergrotende trap)
timer
0:20

Slide 16 - Open vraag

Vul aan: hilarisch... (overtreffende trap)
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag

zie hulpkaart

Slide 18 - Tekstslide

Verbuiging van het bn
  • bijvoeglijk naamwoord + -e
  • voorbeelden
                           - de nieuwe auto
                           - het jonge hondje
                           - MAAR: een oud huis (het-woord)

Slide 19 - Tekstslide

enkele oefeningen

Slide 20 - Tekstslide

Mathis heeft een ... (genie) ingeving.

timer
0:25

Slide 21 - Open vraag

Met klas 3DO kom je soms in ... (clown) situaties terecht.
timer
0:25

Slide 22 - Open vraag

Alcoholverslaving is een ... (gen) defect.
timer
0:25

Slide 23 - Open vraag

De toename van het aantal coronapatiënten is een ... (probleem) stijging.
timer
0:25

Slide 24 - Open vraag

Als je vlot praat, ben je ...
A
vlotpratend
B
welbespraakt

Slide 25 - Quizvraag

Een gebouw dat op instorten staat, is ...
A
bouwvallig
B
slechtbouw

Slide 26 - Quizvraag

Iemand die bekendstaat om een slechte of gevaarlijke eigenschap, is ...
A
slechtbekend
B
onbekend
C
berucht
D
bekend

Slide 27 - Quizvraag

Als je graag leert, ben je ...
A
graaglerend
B
leergierig

Slide 28 - Quizvraag

werkboek
Maak opdracht 23.

Slide 29 - Tekstslide

BIS-BOEK
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 30 - Tekstslide

voltooid deelwoord
Tijdens zijn programma 'Dagelijkse Kost' heeft Jeroen Meus weer een nieuw koekje gebakken

                  gebakken hoort bij een hulpwerkwoord 
                   = vd

Slide 31 - Tekstslide

voltooid deelwoord
Het gebakken koekje smaakte de cameraman zo te horen prima.

                gebakken hoort bij een zelfstandig nw (nl. koekje
                  = vd als bijvoeglijk naamwoord (=vdbn)

Slide 32 - Tekstslide

BIS-BOEK p.12
Maak opdracht II voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 33 - Tekstslide