6.4 Duurzaam leven

6.4 Duurzaam Leven
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Duurzaam Leven

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Zijn er vragen over 6.3? 
-Paragraaf 6.4

-Wat heb je nog (van mij) nodig ter voorbereiding op je toets?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 6.4
-Je leert wat het betekent om duurzaam of milieubewust te zijn. 
-Je leert hoe biologische boeren en tuinders werken. 
-Je leert waarom minder vlees eten een duurzame keuze is. 
-Je leert hoe het broeikaseffect vermindert kan worden.
-Je leert hoe luchtvervuiling af kan nemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Nu
Lees (in stilte) de paragraaf. 




Klaar met lezen? Maak 6.4 de opdrachten 1, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12

timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Duurzaamheid
'Duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien'.

Er zijn meerdere manieren waarop je duurzaam om kunt gaan met je omgeving:
  1. Duurzaam energiegebruik
  2. Duurzaam eten
  3. Duurzaam grondstoffengebruik (recyclen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Duurzaam voedsel 
(biologische landbouw)
  1. Natuurlijke mest
  2. Biologisch veetelen
  3. Geen chemische gewasbescherming (voorbeelden in video)
  • Onkruid met de hand
  • Biologische plaagbestrijding
  • Feromonen

Slide 8 - Tekstslide

Zelf duurzaam eten
  1. Kies voor biologische producten
  2. Milieubewust vlees eten (vooral kip of een dagje minder)
  3. Insecten eten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vermindering broeikaseffect
  1. Minder elektriciteit (bijv. licht uit, zuinigere apparaten)
  2. Duurzame energie gebruiken (elektrische auto's, windenergie, zonne-energie, biobrandstrof)

Slide 12 - Tekstslide

Vermindering van luchtvervuiling
  1. industrie (rookgaszuivering)
  2. verkeer (katalysator, roetfilter)
  3. (fossiele)energiebesparen (energielabels)


Slide 13 - Tekstslide

Nu en huiswerk 
-Lees je paragraaf 6.4

-Maak je van 6.4 de opdrachten 1, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12


Slide 14 - Tekstslide

Wat kan jij doen om duurzamer te leven?

Slide 15 - Woordweb

Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas

Slide 16 - Quizvraag

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 17 - Quizvraag

Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide.
Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op?
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.

Slide 18 - Quizvraag