Palliatieve zorg leerjaar 1

Palliatieve zorg, terminale zorg en sterven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg, terminale zorg en sterven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je doen wanneer je
nog een jaar te leven zou hebben

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het moeilijk om over dit onderwerp te praten
0100

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je in je naaste omgeving een overlijden meegemaakt?
Ja, ik wil hier wel iets over vertellen
Ja, maar ik wil hier liever niet over vertellen
Nee, ik heb dit niet meegemaakt

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij
palliatieve zorg?

Slide 5 - Woordweb

Palliatieve zorg: 
  • Niet de genezing is het doel, maar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven
  • De dood is een normaal, natuurlijk proces dat niet vertraagd of versneld wordt
  • Er is aandacht voor lichamelijke en psychische klachten
  • Is er emotionele ondersteuning voor de zorgvrager en naasten gericht op een zo actief mogelijk leven en om te leren omgaan met de ziekte en de gevoelens van rouw. 
  • Multidisciplinair indien nodig 

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is. 

Dan kun je denken aan kanker,  dementie, COPD of hartfalen Met deze ziekten kun je nog wel weken, maanden of zelfs jaren leven.





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Doel: 
  • Goede kwaliteit van leven als genezen niet meer mogelijk is
  • Leven volgens eigen wensen en keuzes
  • Voorkomen/verlichten van klachten/ ongemakken (comfortbeleid)
  • ‘Leven toevoegen aan de dagen, in plaats van dagen toevoegen aan het leven’

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke aspecten in de palliatieve zorg
  • Kwaliteit van leven: wensen en behoeften van de cliënt en naasten 
  • De omgang met symptomen: proberen van te voren te bedenken welke klachten en problemen in de nabije toekomst kunnen gaan spelen en daarop inspelen
  • Afspraken maken en gezamenlijke besluitvorming.
  • Autonomie van de client: wensen, ideeën en het nemen van beslissingen 
  • Multidisciplinaire samenwerking
  • Zorg voor naasten


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Markering van de palliatieve fase
Stellen van de "surprise Question"

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier dimensies van palliatieve zorg

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Praat er over, maar hoe?
In subgroepen, onder leiding van Chantal
Kaartjes van betekenis

Andere groepen: werk opdracht 1 en 3 uit de verdieping deelopdracht Palliatieve zorg uit. Gebruik hierbij de theorie uit de voorbereiding



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen
palliatieve en terminale zorg

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg
  • zorg voor diegene die niet meer beter worden
  • Overlijden < 3 mnd
  • Richt zich op de kwaliteit van sterven


Palliatieve zorg richt zich daartegen op de kwaliteit van leven.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg
De verpleegkundige richt de zorg op een rustig en een kwalitatief goed stervensproces:
  • Symptomen controleren, waarbij het behoud van cognitieve functies soms niet meer haalbaar of niet wenselijk is. 
  • Eventuele behandelingen richten zich alleen tot last te verminderen  
  • De zorgvrager is in deze fase vaak niet meer wilsbekwaam. 
  • Samenwerken, overleg en het maken van afspraken met de zorgvrager en zijn sociale netwerk centraal. Geven van voorlichting aan vooral het sociale netwerk.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na overlijden:
De verpleegkundige richt de zorg op:
  • Lichamelijke verzorging van de overledene: o.a. ogen dicht, mond sluiten, verwijderen katheter, infuus, pijnpomp etc.
  • Arts bellen, vaststellen van de dood en administratieve afwikkeling van het overlijden. 
  • Sociale netwerk op te vangen en te begeleiden bij de emoties rondom het overlijden van een dierbare en de rouw die hierop volgt. 
  • De verpleegkundige kan ook behulpzaam zijn bij praktische zaken rondom het overlijden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moeilijk vond je het om over dit onderwerp te praten
0100

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wil je nog meer weten over palliatieve zorg?
0100

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tips:
Palliaweb
Netwerk palliatieve zorg
Zorg voor beter - Palliatieve zorg
www.palliatievezorg.nl
PalliArts (app)


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies