Geschreven taal opdr. 1 en 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

Geen vaste woonplaats: nomaden

Trekken achter hun eten aan
Eenvoudige woningen: hutten/grotten

Informatie overdragen

Slide 5 - Tekstslide

Het hiërogliefenschrift bestond uit tekens van mensen, dieren en dingen
Het werd geschreven op klei, steen en papyrus

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1  Hiërogliefenschrift
Pak je dummy of een vel wit A4 tekenpapier.  Teken de volgende woorden in hiërogliefenschrift:
  • Jouw voornaam
  • Jouw lievelingseten



Klaar? Heb je netjes getekend en ingekleurd? 
Ga door naar de volgende slide om je
werk in televeren! 
Teken met potlood en kleurpotlood. Teken niet te klein gebruik het hele A4 papier. Zet evt. hulplijnen zodat je recht kan schrijven/ tekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lever hier een duidelijke foto van de opdracht hiërogliefenschrift in.

Slide 10 - Open vraag

Cijfers
In het oude Egypte bestonden ook tekens voor cijfers. 

Slide 11 - Tekstslide

Vastleggen van ruilhandel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


Welke soort schrijftaal ontwikkelden de oude Egyptenaren?
A
spijkerschrift
B
hiërogliefen

Slide 15 - Quizvraag

Waarvan werd papyrus gemaakt?
A
geplet riet
B
dun geitenleer

Slide 16 - Quizvraag

Waarom stonden schrijvers in hoog aanzien?
A
hun werk was belangrijk voor het bestuur
B
alleen priesters konden leren schrijven

Slide 17 - Quizvraag

Welke ontwikkeling zie je bij veel oude schriftsoorten?
A
van afbeeldingen naar klanktekens
B
van kleine letters naar hoofdletters

Slide 18 - Quizvraag

Naast het Spijkerschrift en de Hiërogliefen zijn er nog veel meer soorten beeldtaal. Doe onderzoek en noem er minimaal twee.

Slide 19 - Open vraag

Opdracht 2 Beeldtaal
In de slite hiervoor heb je zelf twee verschillende soorten beeldtaal genoemd. 

Kies een van de twee uit en schrijf je lievelingskleur zo netjes mogelijk op een A4 papier of in je dummy. 

Teken met grijs en kleurpotlood en teken niet te klein, gebruik het hele papier. 

Slide 20 - Tekstslide

Maak een duidelijke foto van
opdracht 2 en lever deze hier in!

Slide 21 - Open vraag

Wil je meer weten over taal, beelden en schrijfrichting dan kunnen de volgende filmpjes je nog meer informatie geven. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video