1e kw Dc3 Les 2

Dc3 Les 2
  • Aan het eind van deze les kan je uitleggen:
  • hoe basis netwerken in elkaar zitten en IP4v adres is opgebouwd
  • ken je de limieten van IPv4.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTTertiary Education

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Dc3 Les 2
  • Aan het eind van deze les kan je uitleggen:
  • hoe basis netwerken in elkaar zitten en IP4v adres is opgebouwd
  • ken je de limieten van IPv4.

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling Les 1
  • UTP en STP kabels
  • Strait en Crossover
  • Verschillende categorien

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

TCP/IP Hoofdstuk 8

Slide 6 - Tekstslide

Archiveren met Winzip of Winrar Hfd. 7
Bestanden archiveren met Winzip of Winrar.
Comprimeren zodat de bestanden minder ruimte innemen
Extentie: *.zip of *.rar
Meerdere files in 1 bestand

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Communicatie bij TCP/IP
Elke apparaat heeft binnen het netwerk een uniek nummer op basis waarvan hij in een geïdentificeerd kan worden. Dit is het IP-adres. Zo'n adres is nodig om de afzender en geadresseerde van een pakket te definiëren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

IPv4
Een IPv4 adres is 32-bits lang. 

Het kleinste IP adres is dan 0.0.0.0
Het grootste IP adres is dan 255.255.255.255.

Slide 16 - Tekstslide

IPv4
Een IPv4-adres bestaat uit vier getallen, die gescheiden worden door een punt. Elk groepje omvat 8-bits. Het IPv4-adres is dus 32-bits lang.

voorbeeld
Decimaal: 192.168.19.123
Binair: 11000000.10101000.00010011.01111011


Slide 17 - Tekstslide

IPv4 Classful Netwerk
De methode verdeelt de IP-adresruimte voor IPv4 in vijf adresklassen op basis van de toonaangevende vier adresbits.
  • Klasse A netwerk: De hoge orderbit voor adressen klasse A is 0. Grote organisaties gebruiken deze klasse. Het adresbereik begint van 0.0.0.0 tot 127.255.255.255. Het 0.0.0.0-adres is gereserveerd voor standaardroutering en het 127.0.0.0-adres is gereserveerd voor loopback-tests.

Slide 18 - Tekstslide

Klasse B-netwerk De hoge orderbit voor een klasse B-netwerk is 10. Middelgrote tot grote organisaties gebruiken deze klasse. Het bereik van klasse B-adressen is 128.0.0.0 tot 191.255.255.255.
Klasse C-netwerk De hoge orderbit voor een klasse C-netwerk is 110. Kleine tot middelgrote organisaties gebruiken deze klasse. Het adresbereik begint van 192.0.0.0 tot 223.255.255.255.

Slide 19 - Tekstslide

Klasse D-netwerk De hoge orderbit voor een klasse D-netwerk is 1110. Deze klasse wordt gebruikt voor multicasting. Het bereik begint van 224.0.0.0 tot 239.255.255.255.
Klasse E-netwerk De hoge orderbit voor een klasse E-netwerk is 1111. Deze klasse wordt Gereserveerd voor experimenteel en toekomstig gebruik. Het bereik begint van 240.0.0.0 tot 255.255.255.255. Het adres 255.255.255.255 is gereserveerd voor switch broadcasting.

Slide 20 - Tekstslide

Overzicht klasse A t/m D

Slide 21 - Tekstslide

HOB en start en eindadres netwerk

Slide 22 - Tekstslide

Subnetmasker klasse A-adres
Het standaard subnetmasker van klasse A is 255.0.0.0. Het eerste stukje klasse A-adres van 0.0.0.0 tot 127.0.0.0 is altijd 0 en er bleven slechts 7 bits over in het eerste octet. Dus, dit maakte 2 tot de 7e macht of 128 netwerken. Maar de adressen 0.0.0.0 en 127.0.0.0 zijn gereserveerd voor standaard route en loopback testen.

Slide 23 - Tekstslide

Subnetmasker klasse B-adres
Het standaard subnetmasker van klasse B is 255.255.0.0.  De eerste twee bits van het eerste octet, 10, definiëren de netwerkklasse dus; 14 bits in de eerste twee octetten bepalen het aantal netwerken, het nummer van het netwerk in klasse B-netwerk is 2 tot de macht 14, wat betekent dat er maximaal 16.384 klasse B-netwerkadressen beschikbaar zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Subnetmasker klasse C-adres
Het standaard subnetmasker van klasse C is 255.255.255.0. De eerste drie bits 110 geven de klasse van het netwerk aan en de overige 21 bits zijn voor het toewijzen van netwerken aan meer dan 2 miljoen klasse C-netwerken. Dus bij elk klasse C-netwerk blijven slechts 8 bits in het hostgedeelte over. De 8 bits betekenen 254 mogelijke hostadressen in elk Klasse C-netwerk.

Slide 25 - Tekstslide

Het totale netwerk, host per netwerk en het maximale aantal hosts in klasse A, B en C.

Slide 26 - Tekstslide

CIDR
Classless Inter-Domain Routing  is een methode voor het toewijzen van IP-adressen met als doel om de groei van routeringstabellen op routers op het internet te vertragen en de uitputting van IPv4-adressen te vertragen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is DHCP
DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol. Dit is een server van uw router welke automatisch een IP adres toewijst aan computers binnen uw thuisnetwerk. De DHCP server zoekt het eerste beschikbare IP adres op en kent deze toe aan uw computer om verbinding mogelijk te maken met internet. Zo zorgt DHCP ervoor dat wanneer u vanaf uw computer een website opvraagd, de teruggestuurde data (om de website te weergeven) bij diezelfde computer terug komt.

Slide 29 - Tekstslide

  • De computer ontvangt het datapakket, kiest het IP adres en conformeert vervolgens het IP adres aan de DHCP server.
  • De DHCP server verstuurt daarom data met de netwerk instellingen terug naar de computer.
  • Het IP adres is nu toegewezen aan de computer door de DHCP server.

Slide 30 - Tekstslide

Als je naar een site gaat, gebeurt dat door een URL op te vragen.
Op de achtergrond word er verbinding gemaakt met het IP adres van de server waar de website op gehost word.
Een DNS (Domain Name Server) zorgt ervoor dat een domeinnaam naar het juiste IP adres doorverwijst. (volgende les)
De DHCP server geeft deze informatie door aan uw computer.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wat zijn protocollen?
In een protocol staan de afspraken voor het uitvoeren van datacommunicatie beschreven.

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeelden van protocollen
  • TCP/IP: communicatie over het internet

  • Ethernet: communicatie tussen computers in een netwerk

  • HTTP: Uitwisseling van gegevens op het World Wide Web

  • SMTP: communicatie tussen mailservers

Slide 35 - Tekstslide

TCP en UDP
De meeste datacommunicatie verloopt via het Transmission Control Protocol (TCP) of het User Datagram Protocol (UDP) .


Slide 36 - Tekstslide

Opgaven Hoofdstuk 8
8.7.1 Open vragen
1, 2, 4, 5, 8 en 9

8.7.3 Meerkeuzevragen
1, 2, 4, 7, en 10

Slide 37 - Tekstslide