1.6 Massa en volume

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
scheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

NaSk (Natuur- en scheikunde 
  • Mobieltjes in de bak
  • Ga rustig op je eigen plek zitten
  • Boeken op tafel
  • Computer in je TAS
  • Tassen op de grond

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de temperatuur van smeltend ijs?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de temperatuur van kokend water?

Slide 8 - Open vraag

Hoe werkt een thermometer?

Slide 9 - Open vraag

Vandaag gaan we massa en volume meten !!!
Na de les weet je: 
  1. Wat de massa betekent en welke eenheid hierbij hoort;
  2. Waar je de massa mee bepaalt;
  3. Wat volume betekent en welke eenheid hier bij hoort; 
  4. Hoe je een maatcilinder afleest.

Slide 10 - Tekstslide

De massa
  • In de NaSk zeg je niet dat we het gewicht meten maar de massa !!!
  • De massa betekent hoeveel iets weegt. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de eenheid van massa???

Slide 12 - Open vraag

De massa meet je met een weegschaal
Digitale weegschaal                                          Analoge weegschaal

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vragen ??

Slide 15 - Tekstslide

1 kg is ........
A
10000 gram
B
1000 gram
C
100 gram
D
10 gram

Slide 16 - Quizvraag

1500 g is
A
150 kg
B
15 kg
C
1,5 kg
D
0.15 kg

Slide 17 - Quizvraag

Het volume
  • Het volume is de hoeveelheid ruimte die een vloeistof nodig heeft.
  • Of : Het volume is de ruimte die een vloeistof inneemt.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe zou je het volume kunnen  meten ?

Slide 19 - Tekstslide

Een maatcilinder

Slide 20 - Tekstslide

Een maatcilinder afweten
  • Zorg dat de maatcilinder recht en                                                          stabiel staat.
  • Kijk op gelijke hoogte, niet schuin
  • Lees in het midden van het                                                                        oppervlak af (het laagste)                                          

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 94 (Blz. 44) maken.
  • Je krijgt 2 minuten de tijd
  • Antwoord 1: 26 ml
  • Antwoord 2: 16 ml *
  • Antwoord 3: 29 ml 

Slide 22 - Tekstslide

Vragen ??

Slide 23 - Tekstslide

De eenheid van massa kan zijn...
A
Liter
B
Centimeter
C
Gram
D
Celcius

Slide 24 - Quizvraag

Massa bepaal je met een
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 25 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij volume?
A
Uur
B
Liter
C
Celcius
D
Gram

Slide 26 - Quizvraag

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?
A
oppervlakte
B
gewicht
C
inhoud
D
grootte

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk 
HUISWERK:
  • Opdracht 78 t/m 83 (Blz. 40)
  • Opdracht 84 t/m 95 (Blz. 42 t/m 45)

Slide 28 - Tekstslide