Les 1 Licht & schaduw

Les 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Introductie licht;
Doelen bespreken voor vandaag;​

Theoretische instructie paragraaf 1;​
Zelfstandig aan de slag;​
Terugblik op de les van vandaag.​


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht
geven.
6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht
wordt door één lamp of door twee lampen.

Slide 3 - Tekstslide

Maken introductie
timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Natuurlijke lichtbronnen

Slide 5 - Woordweb

Onnatuurlijke lichtbronnen

Slide 6 - Woordweb

Lichtbron en Kunstmatige lichtbronnen​
 Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht geeft.​
Natuurlijke lichtbronnen zijn bijv. de zon en de sterren;​
Kunstmatige lichtbronnen, worden door de mens gemaakt.​

Slide 7 - Tekstslide

Lichtstralen kunnen ook om een bochtje schijnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Lichtstralen bewegen in rechte stralen. Ze zijn altijd recht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Lichtstralen​
Als een lamp brandt, straalt deze licht uit. Dit kun je aangeven, door de stralen te tekenen.​

Lichtstralen zijn altijd recht wat ze bewegen in rechte stralen. Hoe dichterbij je bent hoe sterker het licht is.​ 

Slide 10 - Tekstslide

Wij kunnen voorwerpen zien doordat deze voorwerpen licht geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer er licht op een voorwerp valt, wordt dat in alle richten teruggekaatst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Diffuus teruggekaatst​
De meeste voorwerpen om ons heen geven geen licht. Wanneer er licht op het voorwerp valt, wordt dat in alle richten teruggekaatst. Bij natuurkunde spreek je dan over dat het licht diffuus is teruggekaatst.​

Een deel van het teruggekaatste licht valt dan in je oog.​

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het terugkaatsen van licht via een voorwerp doen je
A
Gedifferentieerd licht
B
Diffuus licht
C
Dichte lichtval
D
Weerkaatsing

Slide 15 - Quizvraag

Schaduw is eigenlijk donker licht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Schaduw
Wanneer een voorwerp het licht van een lichtbron tegenhoudt ontstaat er een schaduw;​
Een schaduw is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen.​

Slide 17 - Tekstslide

Kernschaduw​
Wanneer een voorwerp door 1 lamp wordt verlicht krijg je een duidelijk schaduwbeeld, de overgang van licht naar donker is scherp;​

Als een voorwerp door 2 lampen wordt verlicht ontstaan er 2 schaduwbeelden. Op de plaats waar ze over elkaar heen vallen is het, het donkerst  kernschaduw

Slide 18 - Tekstslide

Halfschaduw
Aan beiden kanten van de kernschaduw zie je een lichtere schaduw. Dit is de halfschaduw. Het licht van de ene lamp kan er wel komen maar van de andere lamp niet.​

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer er 2 lichtbronnen op 1 voorwerp schijnen noem je het donkerste deel....
A
Schaduw
B
Halfschaduw
C
Kernschaduw
D
Donkere schaduw

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
Opdracht 1 t/m 16 blz. 73 t/m 77

Slide 22 - Tekstslide

Lichtstralen bewegen:
A
golvend
B
naar de lichtbron toe
C
Recht
D
Soms golvend, soms recht

Slide 23 - Quizvraag

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kun je:
A
alleen zien in fel zonlicht
B
altijd zien
C
nooit zien
D
zien als er licht op valt

Slide 24 - Quizvraag