Taal - 1mha

Taal - 1mh
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taal - 1mh

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met 'moedertaal'
A
De taal die je in het dagelijks leven meestal spreekt
B
De taal die je moeder het best spreekt
C
De taal die je moeder vanaf haar geboorte spreekt
D
De taal die je vanaf je geboorte leert spreken

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor 'dialect'?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een leenwoord?
A
Een woord dat afkomstig is uit een andere taal
B
een woord dat afwijkt van de standaardtaal
C
een woord dat kort in een taal voorkomt en daarna verdwijnt
D
een woord dat vooral door jongeren op straat wordt gebruikt

Slide 4 - Quizvraag

'Engels is voor de meeste Nederlanders een ...'
A
moedertaal
B
tweede taal
C
vreemde taal
D
jongerentaal

Slide 5 - Quizvraag

Het Twents is een taal
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Welke streektaal in Nederland is een officieel erkende taal?
A
Het Gronings
B
Het Fries
C
Het Zuid-Hollands
D
Het Limburgs

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de door de rijksoverheid officieel erkende taal?

Slide 8 - Open vraag

Wat is taalvernieuwing?
A
taal die is overgenomen uit een andere taal
B
het verschijnsel dat taal steeds verandert en dat er woorden bijkomen
C
taal die afwijkt van de standaardtaal en vooral door jongeren op straat wordt gesproken

Slide 9 - Quizvraag

Waarom spreken de mensen in Zeeland ander Nederlands dan in Groningen?
A
De mensen in Zeeland wonen dichter bij zee
B
Gronings is een streektaal en Zeelands een dialect
C
Groningen ligt dichtbij Duitsland
D
De taal heeft zich anders ontwikkeld, omdat het ver uit elkaar ligt

Slide 10 - Quizvraag

letters als 'b, d, l, k, w en z' zijn...
A
klinkers
B
medeklinkers

Slide 11 - Quizvraag

De taal die je in officiële situaties gebruikt noem je...
A
formele taal
B
informele taal

Slide 12 - Quizvraag

Je schrijft een brief naar de directeur van de school. Welke aanhef gebruik je?
A
Beste mevrouw Nijenhuis
B
Geachte mevrouw Nijenhuis
C
Hoi mevrouw Nijenhuis
D
Hey mevrouw Nijenhuis

Slide 13 - Quizvraag

'Een wit voetje halen' betekent:
A
een grote rommel zijn
B
flink schrikken
C
iets goed snappen
D
overdreven je best doen om aardig gevonden te worden

Slide 14 - Quizvraag

Een emoji is...
A
symbool of eenvoudig platje dat een tekst vervangt
B
afbeelding die je in een appje gebruikt om iets duidelijk te maken

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis?
A
dyslexie
B
streektaal
C
uitdrukking
D
rijkstaal

Slide 16 - Quizvraag

Welke film is dit?

Slide 17 - Open vraag