12. Jezelf vertrouwen

12. Jezelf vertrouwen
Het is zaak dat de student, binnen de grenzen van zijn sterke en zwakke punten, vertrouwen heeft in wat hij kan en niet onnodig onzeker is. De student ervaart dan zelfeffectiviteit en dat is belangrijk voor de motivatie.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

12. Jezelf vertrouwen
Het is zaak dat de student, binnen de grenzen van zijn sterke en zwakke punten, vertrouwen heeft in wat hij kan en niet onnodig onzeker is. De student ervaart dan zelfeffectiviteit en dat is belangrijk voor de motivatie.

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan kun je zien dat de student de leerstrategie jezelf vertrouwen inzet?
  • De student begint energiek en opgewekt aan een opdracht
  • De student vraagt om een moeilijkere opdracht
  • De student legt een medestudent uit hoe iets zit
  • De student is niet (erg) zenuwachtig voor toetsen of presentaties
  • De student spreekt positieve verwachtingen uit over zijn prestaties 

Slide 2 - Tekstslide

Tips
Als je denkt dat een student de leerstrategie jezelf vertrouwen niet beheerst kan je de volgende tips gebruiken:
  1. Letten op wat goed gaat
  2. Besteedt aandacht aan het thema mindset
  3. Zelfvertrouwen opdoen
  4. Talenten ontdekken
  5. Uitdagende taken aanbieden
  6. Verantwoordelijkheid leren nemen voor succes

Slide 3 - Tekstslide

Vervolg tips
7. Feedback geven en zoeken
8. Inzet centraal stellen

Slide 4 - Tekstslide

Tip 1: Letten op wat goed gaat
Veel taken vereisen oefening en kan langere tijd duren voordat ze helemaal goed gaan, intussen kan een student ontmoedigd raken. Het helpt als de student terugdenkt aan momenten waarop het wel goed ging. Het geeft zelfvertrouwen als ze denken aan wat ze al wel goed kunnen, studenten zijn daarna gemotiveerder om aan de slag te gaan met onderdelen die ze nog niet zo goed kunnen.

Slide 5 - Tekstslide

Tip 2: Besteed aandacht aan het thema mindset
Leg studenten uit wat een growth en fixed mindset is. Growth mindset is het idee dat je jezelf kan verbeteren. Fixed mindset is dat als je iets niet kan, het geen zin heeft om je daarin te verdiepen. Laat ze antwoord zoeken op de volgende vragen:
  • Wat houden een growth en fixed mindset in?
  • Wat gebeurt er in de hersenen als je nieuwe dingen probeert?
  • Wat betekent de term 'neuroplasticiteit'?
  • Wat heeft deze term met de growth mindset te maken?

Slide 6 - Tekstslide

Tip 3: Zelfvertrouwen opdoen
Het is belangrijk om studenten positief over zichzelf en wat ze kunnen te laten denken. Het geven van complimenten is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Besteedt ook aandacht aan hoe je complimenten geeft en ontvangt.

Slide 7 - Tekstslide

Tip 4: je talenten ontdekken
Studenten helpen het positieve in zichzelf te ontdekken en waarderen kan door ze 5 positieve eigenschappen of talenten van zichzelf te laten opschrijven. Uit onderzoek blijkt dat dit  soort opdrachten zowel het zelfvertrouwen versterkt als gevoelens van verlegenheid vermindert. Studenten gaan de complimenten die zichzelf geven, verinnerlijken, waardoor ze positiever over zichzelf gaan denken. Je kan ook de werkvorm "ken je kwaliteiten" gebruiken. 

Slide 8 - Tekstslide

Tip 5: Uitdagende taken aanbieden
Bij het stimuleren van aangaan van uitdagende taken kun je gebruik maken van 'de mentale radio'. Je verstand is handig maar kan je ook in de weg zitten. Vergelijk het verstand met een radio die de hele dag aanstaat. Ook in je hoofd spoken non-stop allerlei gedachten rond. 
  • sommige gedachten zijn handig en bruikbaar
  • andere gedachten zijn onzinnig
  • gedachten die belangrijk en bruikbaar lijken maar dat niet zijn                         Leer de student dat ze keus hebben wat ze met deze gedachte doen. Dit geeft meer grip op zichzelf en voorkomt negatief zelfbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Tip 6: Verantwoordelijkheid leren nemen voor succes
Om succeservaringen op te doen is het van groot belang dat de student het succes toeschrijft aan zichzelf. Het zelfvertrouwen groeit alleen als studenten inzien dat ze het succes aan zichzelf te danken hebben. Laat onzekere studenten stilstaan bij de oorzaak van goede prestaties, stel hierbij de volgende vragen:
  • Waardoor wordt je prestatie veroorzaakt?
  • Welke rol speel je daar zelf in? Hoe sterk heb je je best gedaan? Hoe was je inzet?
  • Welke rol spelen anderen? En de omstandigheden?

Slide 10 - Tekstslide

Tip 7: Feedback geven en zoeken
Geloof in eigen kunnen hangt in sterke mate samen met de hoeveelheid en kwaliteit van de feedback die een student ontvangt. Een student moet weten hoe hij het er op een taak vanaf heeft gebracht. Wie dat niet weet wordt onzeker over hoe goed hij iets kan. Het is niet zo dat zelfvertrouwen alleen maar kan groeien als een opdracht succesvol is volbracht. Ook als het niet goed is gegaan, kan de zelfeffectiviteit (het idee een taak aan te kunnen) groeien. 

Slide 11 - Tekstslide

Tip 8: Inzet centraal stellen
Complimenten geven op het proces (i.p.v. persoon) roepen een veel positiever gevoel op en leidt tot een positiever zelfbeeld en meer doorzettingsvermogen. Een procescompliment kan ook gegeven worden als de prestatie zelf niet zo goed is. De inzet kan worden gewaardeerd. Een compliment over de inzet stimuleert studenten om de volgende keer weer of nog beter hun best te doen. Door procescomplimenten gaan studenten zichzelf zien als iemand die kan groeien en zich kan ontwikkelen, ook al zijn ze nog niet overal goed in. 

Slide 12 - Tekstslide