Paragraaf 5.1A: Opkomst Steden

Lesdoel
- Je weet waar we het dit hoofdstuk over gaan hebben.
- Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden in de late middeleeuwen.
- Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoel
- Je weet waar we het dit hoofdstuk over gaan hebben.
- Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden in de late middeleeuwen.
- Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond.

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer zijn de middeleeuwen?
A
500-1000
B
1000-1500
C
500-1500
D
1500-1000

Slide 2 - Quizvraag

Over welk tijdvak gaat hoofdstuk 5?
A
Jagers en Boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en Ridders
D
Steden en Staten

Slide 3 - Quizvraag

Welke jaartallen horen er bij het tijdvak van Steden en Staten?
A
500-1000
B
1000-1500
C
500-1500
D
1500-2000

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet de periode die bij het tijdvak van Steden en Staten hoort?
A
Middeleeuwen
B
Vroege middeleeuwen
C
Late middeleeuwen
D
Prehistorie

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdstuk 5
Tijdvak: Steden en Staten
Jaartallen: 1000-1500
Periode: Middeleeuwen of Late middeleeuwen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is continuïteit?
(Blz. 10, V2.4)

Slide 7 - Open vraag

Handboek Blz. 64
Lees de eerste alinea.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zag de samenleving eruit in de tijd van monniken en ridders?

Slide 9 - Open vraag

Welke verandering vond plaats rond het jaar 1000?

Slide 10 - Open vraag

Hoe zie je tegelijkertijd ook continuïteit rond het jaar 1000?

Slide 11 - Open vraag

Handboek Blz. 64
Rond het jaar 1000: Er kwamen steden, handel en nijverheid.
Oorzaken:
  1. Nieuwe ontdekkingen om landbouwopbrengsten te vergroten.
  2. Ontginning van woeste gronden.

Lees de twee puntjes op blz. 64

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie ontdekkingen in de landbouw noemt je boek?

Slide 13 - Open vraag

Handboek Blz. 64
Rond het jaar 1000: Er kwamen steden, handel en nijverheid.
Oorzaken:
1. Nieuwe ontdekkingen om landbouwopbrengsten te vergroten.
2. Ontginning van woeste gronden.

Gevolg: Landouwopbrengsten stegen -> Meer voedsel ->
1. Bevolking groeide
2. Er was voedsel over om te ruilen op markten -> Ontstaan dorpjes.
Lees rest van blz. 64.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom trokken boeren naar steden? (Twee redenen)

Slide 15 - Open vraag

Hoe noemen we de samenleving die ontstaat?

Slide 16 - Open vraag

Hoe noemen we de samenleving van het vorige hoofdstuk/tijdvak?

Slide 17 - Open vraag

Handboek Blz. 65
Vroege middeleeuwen: 
  • Geld werd niet gebruikt.
  • Spullen zelf maken of ruilen.
  • Pacht betalen met oogst.
Late middeleeuwen: Ontstaan geldeconomie.

Lees 'Er komt meer geld in omloop' op blz. 65.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom werd geld noodzakelijk?
Noem twee redenen.

Slide 19 - Open vraag

Wat was een ander voordeel van het gebruik van geld?

Slide 20 - Open vraag

Wat was een nadeel van het gebruik van geld?

Slide 21 - Open vraag

Werkwijzer bekijken.

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Leerdoelenkaart DOWNLOADEN en OPSLAAN.
Paragraaf 5.1: Kies zelf uit A, B of C.

Deadline: Dinsdag 25 mei 07.00

Slide 23 - Tekstslide