Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
E Grammatik Teil 1
E grammatik teil 1
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
E grammatik teil 1
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog
van de vorige les?
Slide 2 - Woordweb
Welke werkwoorden
heb je geleerd?
Slide 3 - Woordweb
Aan het eind van de les kan/weet ik...
- minimaal drie duitse persoonlijke voornaamwoorden benoemen.
- de werkwoorden waarvan de stam op -d of -t eindigt, juist vervoegen.
Slide 4 - Tekstslide
Persoonlijk
voornaamwoord
Slide 5 - Woordweb
Uitleg
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen meestal naar levende wezens.
Voorbeelden: ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie etc.
Gebruik: om een naam te vervangen
Voorbeeld: Jürgen kommt morgen
Er kommt morgen.
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg
Persoonlijke voornaamwoorden heb je ook nodig om een werkwoord te kunnen vervoegen.
Voorbeeld:
Ik woon in Landgraaf
Hij woont in Heerlen
Wij wonen in Kerkrade
Slide 7 - Tekstslide
Welke persoonlijke vnm kennen wij?
Ik ich
Jij du
Hij /zij /het er/ sie/ es
wij wir
jullie ihr
zij/u sie /Sie
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoorden
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Video
Stap 1: Stam!
Stam?
Duits: stam van een werkwoord:
Hele werkwoord – en
Voorbeeld: machen, laufen Voorbeeld: mach-lauf
Slide 11 - Tekstslide
Vervoeging werkwoord
wohnen kommen
Enkelvoud: fe fe
(ik) ich wohn-e komm- e
(jij) du wohn-st komm-st
er, sie, es wohn-t komm-t
(hij,zij,het)
Slide 12 - Tekstslide
Vervoeging werkwoord
wohnen kommen
meervoud:
(wij) wie wohn-en komm- en
(jullie) ihr wohn-et komm-t
zij mv / sie/Sie wohn-en komm-en
Feesttenten!
Slide 13 - Tekstslide
Zusammen üben
Ich ........................ Nina. (heißen)
Du ........................ sehr schön. (spielen)
Sie ........................ in Kerkrade (wohnen)
wir ........................ Michelle und Peter. (wohnen)
Er ........................ viel mit dem Bus (reisen)
Ihr ........................ in den Niederlanden. (wohnen)
Slide 14 - Tekstslide
Wat valt jullie op?
wohnen heißen
Enkelvoud: fe fe
(ik) ich wohn-e heiß-e
(jij) du
wohn-st heiß-t
er, sie, es wohn-t heiß-t
(hij, zij, het)
Ezelbruggetje: feestt en feett
Slide 15 - Tekstslide
Vervoeging werkwoord
wohnen heißen
meervoud:
(wij) wir wohn-en heiß- en
(jullie) ihr wohn-t heiß-t
zij mv / sie/Sie wohn-en heißen-t
Feesttenten! en Feettenten!
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Maak nu de volgende opdachten:
Buch: Aufgabe 19 bis 20A auf Seite 98 bis 99
Zeit: 15 Minuten
fertig: - Seite 116 + 117 Lernliste lernen
- Differentiatie opdrachten maken
timer
15:00
Slide 25 - Tekstslide
Ik kan.../Ik weet...
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
§1 München - sieh und lies mal (S. 59-61)
August 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hamburg - sieh und lies mal (S. 13-15)
April 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
D grammatik + extra s
February 2025
- Les met
25 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
E Grammatik werkwoorden met een s-klank in de stam
February 2025
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Extra les zwakke werkwoorden
February 2025
- Les met
19 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
E Grammatik Teil 1
February 2025
- Les met
18 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
D grammatik
February 2025
- Les met
19 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
§1 Hamburg - sieh und lies mal (S. 14-16)
August 2024
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1