Theorie van de praktijk - Mengvormen van cosmetische producten

Mengvormen van cosmetische producten 
Theorie van de praktijk | Leerjaar 1 | Periode 3 | Hoofdstuk 3; Mengvormen van cosmetische producten | Blz. 34 t/m 39 | Docenten I. van Ginkel en L. Smolders
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Mengvormen van cosmetische producten 
Theorie van de praktijk | Leerjaar 1 | Periode 3 | Hoofdstuk 3; Mengvormen van cosmetische producten | Blz. 34 t/m 39 | Docenten I. van Ginkel en L. Smolders

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Start:
  • Terugblik werking van cosmetische producten
  • Wat weten jullie al van mengvormen?
Kern:
  • Theoretische uitleg mengvormen 
  • Aan de slag met de opdracht: Ontwerp jouw eigen product/productlijn
Slot: 
  • Evaluatie 
  • Vooruitblik 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kan je in eigen woorden omschrijven wat ''oplossingen'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven wat ''suspensies'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven  wat ''emulsies'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven wat '' mengsels'' zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: Werking van cosmetische producten
Ken jij de belangrijke begrippen nog?

Slide 4 - Tekstslide

Lipofoob 
Lipofiel 
Hydrofoob
Hydrofiel
Hygroscopisch 
Hydratant 
Glycerine
Vetafstotend 
Vaseline 
Vochtopnemend 
Vochtvasthoudend 
Vochtaantrekkend 
Vetopnemend 
Vochtafstotend 
Zout
Moisturising cream 
Hydrofiele olie 

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe noemen we de emulsie wanneer de watermoleculen zich om het oliemolecuul bevinden?
A
Olie-in-water-emulsie
B
Water-in-olie-emulsie

Slide 6 - Quizvraag

De samenstelling van een reinigingsmilk is vaak..
A
een water-in-olie-emulsie
B
een olie-in-water-emulsie

Slide 7 - Quizvraag

Volgens het Warenwetbesluit Cosmetische producten moet ieder product een ingrediëntvermelding hebben met dezelfde benamingen. In welke lijst zijn deze opgenomen?
A
ANBOS-lijst
B
INCI- lijst
C
RIVM-lijst
D
NCV-lijst

Slide 8 - Quizvraag

Terugblik: 

Slide 9 - Tekstslide

Mengvormen van cosmetische producten
  • Oplossingen
  • suspensies
  • emulsies
  • mengsels

Slide 10 - Tekstslide

Wat weten jullie al van:
Oplossingen | suspensies |
Emulsies | Mengsels?

Slide 11 - Woordweb

Mengvormen..
Oplossingen, suspensies, emulsies, mengsels…..
Cosmetische producten komen in veel verschillende vormen voor. Dit zijn mengvormen. Wat deze producten in ieder geval gemeen hebben is dat er emulgatoren aan zijn toegevoegd. Emulgatoren zorgen ervoor dat de stoffen goed met elkaar vermengd blijven. Wel zo handig!

Belangrijk: Lanettewas en Lecithine zijn voorbeelden van emulgatoren

Slide 12 - Tekstslide

Oplossing
  • Vaste stof, vloeistof of gas, die moleculair heel fijn verdeeld voorkomt in een oplosmiddel. 

  • Opgeloste stoffen blijven in de vloeistof zweven en bezinken niet.

  • De opgeloste stof is niet meer zichtbaar, eigenschappen van de stof zijn niet veranderd. 

Slide 13 - Tekstslide

Verzadigde vs onverzadigde oplossing
Onverzadigde oplossing:
  • Een klein beetje van een stof opgelost in oplosmiddel -> zwakke oplossing met geringe concentratie 

Verzadigde oplossing:
  • Een geconcentreerde oplossing met veel opgeloste stoffen. Als er geen stoffen meer opgelost kunnen worden noem je dat een verzadigde oplossing. 

Slide 14 - Tekstslide

We onderscheiden..
Ware oplossingen:
zijn moleculen van de opgeloste stof zo klein, dat ze door een dierlijke membraan heen kunnen dringen. Voorbeelden hiervan zijn zout en suiker. Als je deze stoffen met water mengt, krijg je een heldere oplossing

Colloïdale oplossingen:
in colloïden of solen zijn de moleculen van de opgeloste stoffen te groot om door een dierlijk membraan heen te kunnen dringen. Een voorbeeld hiervan is het eiwitmolecuul.

Slide 15 - Tekstslide

Suspensies
Zijn er in vloeibare en in vaste vormen:
Vloeibare suspensie:
hierin zweven heel fijn verdeelde niet opgeloste vaste stoffen. Wanneer je deze suspensie laat staan, bezinken de grotere deeltjes vrij snel. Een suspensie moet je voor gebruik altijd schudden.


Vaste suspensie:
een pasta is een vaste suspensie van zeer kleine vaste deeltjes vermengd met olie of vet. Daarbij is meer dan 50% vaste stof in een vloeistof verwerkt.

Van links naar rechts: Oplossing | Sol | Suspensie 

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer spreek je van een geconcentreerde oplossing?
A
Als je een klein beetje van een bepaalde stof oplost in een oplosmiddel
B
Als je geen stoffen meer op kunt lossen in een oplosmiddel
C
Als je veel van een bepaalde stof oplost in een oplosmiddel

Slide 17 - Quizvraag

Emulsies
  • Sommige stoffen verdragen elkaar niet goed, bijvoorbeeld olie en water.

  • Een emulsie is een mengvorm van een aantal stoffen, die niet in elkaar op te lossen zijn. Toch zijn ze op een of andere manier te mengen en blijven ze gemengd. 

  • Er zijn twee soorten emulsies:
  • 1. ware emulsies
  • 2. colloïdale emulsies

Slide 18 - Tekstslide

Ware emulsie
  • Voor het verkrijgen van een ware emulsie gebruik je een emulgator
  • Een emulgator zorgt dat de verschillende stoffen gelijkmatig verdeeld worden en blijven
  • Emulgatoren worden tevens gebruikt om werkstoffen de huid in te laten dringen

  • Voorbeelden van emulgatoren zijn
    1. licithine:
    natuurlijke emulgator, die meestal wordt verkregen uit sojabonen.
    2. Lanettewas:
    synthetische verbinding van alcoholen. Het is een zelfemulgerende was met een hoge stabiliteit.

Slide 19 - Tekstslide

Colloïdale emulsie
  • Een water vermengd met een gelvormer
  • Gelvormer zuigt water op en zwelt
  • Voorbeelden van gelvormers zijn gelatine en kaoline.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een emulgator?
A
Gelatine
B
Kaoline
C
Lanettewas

Slide 21 - Quizvraag

Waarbij bezinken de grotere deeltjes snel?
A
Suspensie
B
oplossing
C
emulsie

Slide 22 - Quizvraag

Een deodorant in een spuitbus is een voorbeeld van een aërosol. Welke stoffen zijn in deze sol gemengd?
A
Een vaste stof met een gas
B
een vloeibare of vaste stof met een gas
C
Een vloeibare stof met een gas

Slide 23 - Quizvraag

Eindopdracht 2
'Een eigen productlijn ontwikkelen' 

Lees de eindopdracht goed door op #OnderwijsOnline - UV56 - Theorie van de praktijk SV - Eindopdrachten periode 3 - Eindopdracht 2 - open het word document. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag.. 

  • Neem de opdracht nog eens goed door. (Staat op #OO eindopdracht P3)
  • Ga de tweede stap van de opdracht uitvoeren. 
  • Volgende les geef je een terugkoppeling hoe de uitvoering is verlopen 

Slide 25 - Tekstslide

Op schaal van 1 tot 100: Hoe heb jij de les ervaren?
0100

Slide 26 - Poll

Vooruitblik
Grondstoffen in cosmetische producten

Slide 27 - Tekstslide