Les 14, leiding geven' 16 januari

H11
Doelstellingen

Na behandeling van dit hoofdstuk weet je meer over:
  • De vier niveaus van arbeidsrecht in Nederland;
  • De verschillende wetten m.b.t. het arbeidsrecht zoals arbeidstijdenwet etc.;
  • De betekenis van de cao;
  • De kenmerken van de arbeidsovereenkomst;
  • Sociale verzekeringen;
  • Werknemersverzekeringen;
  • Volksverzekeringen;
  • Sociale voorzieningen.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H11
Doelstellingen

Na behandeling van dit hoofdstuk weet je meer over:
  • De vier niveaus van arbeidsrecht in Nederland;
  • De verschillende wetten m.b.t. het arbeidsrecht zoals arbeidstijdenwet etc.;
  • De betekenis van de cao;
  • De kenmerken van de arbeidsovereenkomst;
  • Sociale verzekeringen;
  • Werknemersverzekeringen;
  • Volksverzekeringen;
  • Sociale voorzieningen.

Slide 1 - Tekstslide

H11
Lezen H11, maken 11.23

Slide 2 - Tekstslide

H11
Het arbeidsrecht

In Nederland heeft de overheid belangrijke rol bij arbeidsrecht.

Slide 3 - Tekstslide

H11
Lezen blz. 211 t/m 224

Bespreken opdr 11.04

Slide 4 - Tekstslide

H11
Het arbeidsrecht

De belangrijkste wetten:
  1. Burgerlijk Wetboek
  2. Wetgeving gelijke behandeling
  3. Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
  4. Wetgeving collectieve arbeidsovereenkomsten
  5. Arbeidstijdenwet (ATW)
  6. Arbeidsomstandighedenwet
  7. Wet arbeid en zorg (WAZO)
  8. Wet verbetering poortwachter

Slide 5 - Tekstslide

H11
Samen doornemen t/m blz 223

Daarna lezen 229 t/m 249 

Slide 6 - Tekstslide

H11

Slide 7 - Tekstslide

H11
Arbeidscontract

In een arbeidscontract komen de volgende onderwerpen aan de orde:
  • Proeftijd
  • Beding
  • Ontslag
  • De beëindigingsovereenkomst
  • Ontslagvergoeding (transitievergoeding).

Slide 8 - Tekstslide

H11
De arbeidsovereenkomst

Er zijn 3 voorwaarden waar een arbeidsovereenkomst aan moet voldoen.
  • Je ben in dienst van de werkgever
  • Je ontvangt loon
  • Je verricht de arbeid zelf
  • Schriftelijk of mondeling


Slide 9 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
1. Werknemersverzekeringen
Gelden voor mensen in loondienst

Doel: Verzekeren werknemers tegen het verlies van inkomen en tegen het risico van te maken van geneeskundige kosten.
Financiering: door werkgevers en uitkerende instanties ingehouden premies op lonen en uitkeringen. UWV controleert of werknemers recht hebben op uitkering.

  1. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
  2. Werkloosheidswet (WW)
  3. Ziektewet (Zw)
  4. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO) -> voor 1-1-2004

Slide 10 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
2. Volksverzekeringen
 Gelden voor alle Nederlandse burgers en iedereen die niet in Nederland woont maar wel werkt.

Doel: mensen in bepaalde omstandigheden een inkomen geven en ervoor zorgen dat ze bepaalde kosten kunnen bepalen.
Financiering: elke inwoner van Nederland betaalt een premie.

  1. Algemene ouderdomswet (AOW)
  2. Algemene nabestaandenwet (Anw)
  3. Zorgverzekeringswet (Zvw)
  4. Wet langdurige zorg (Wlz)
  5. Algemene kinderbijslagwet (AKW)


Slide 11 - Tekstslide

H11
Bespreken opdracht 11.16

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting WW?
A
Werkeloosheidsuitkering
B
Werkeloosheidswet
C
Woningwet
D
Worldwide Web

Slide 13 - Quizvraag

Welke wet schrijft voor dat iedereen die in Nederland woont of werkt, verplicht een basisverzekering moet afsluiten bij een zorgverzekeraar?
A
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
B
WIA
C
Ziektewet
D
Zorgverzekeringswet

Slide 14 - Quizvraag

Wat is sociale zekerheid?
A
De zekerheid dat er een leefbare samenleving is
B
Garanderen van inkomens door pensioenfondsen
C
Publiek stelsel om inkomen en/of verzorging te garanderen
D
Stelsel van regels om op een sociale manier met elkaar om te gaan

Slide 15 - Quizvraag

Welke wet zorgt ervoor dat iemand op de arbeidsmarkt kan werken die het zonder ondersteuning niet redt?
A
Arbowet
B
Burgerlijk wetboek
C
Participatiewet
D
Ziektewet

Slide 16 - Quizvraag

Wat regelt de Arbowet?
A
Dat iemand werk en inkomen krijgt naar inzet van deze persoon
B
De rust- en werktijden in een bedrijf of instelling voor werknemers
C
Het verdelen van de winsten in een bedrijf onder personeel
D
Regelgeving omtrent gezondheid, welzijn en veiligheid van personeel

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het doel van de Wet Verbetering Poortwachter?
A
Zorgen dat een langdurig zieke zo snel mogelijk gebruik maakt van de WIA
B
Zorgen dat een langdurig zieke zo snel mogelijk gebruik maakt van de WW
C
Zorgen dat iemand die langdurig ziek is, zo snel mogelijk weer aan het werk is
D
Zorgen dat iemand die ziek is zo snel mogelijk weer aan het werk is

Slide 18 - Quizvraag

Wat transitievergoeding?
A
Een ontslagvergoeding
B
Een vergoeding om overplaatsing mogelijk te maken
C
Een vergoeding t.b.v. van scholing voor werknemers
D
Een werkeloosheidsuitkering

Slide 19 - Quizvraag

H12
Doelstellingen
Na behandeling van dit hoofdstuk weet je meer over:
  • De inhoud van de arbeidsovereenkomst;
  • De functie en inhoud van het personeelsdossier;
  • De verplichtingen die je als werkgever moet regelen;
  • Het opstellen van een introductieprogramma;
  • Het opstellen van een inwerkprogramma. 

Slide 20 - Tekstslide

H12
Arbeidscontract tekenen:


Tijdens arbeidsvoorwaardengesprek met PZ/HR zijn afspraken gemaakt. In het arbeidscontract zijn veel zaken geregeld en gemaakte afspraken vastgelegd.

Slide 21 - Tekstslide

H12
Personeelsdossier aanmaken

Een werkgever is wettelijk verplicht om een personeelsadministratie te voeren.
het veilig bewaren van administratieve- en fiscale gegevens;
gegevens vastleggen die aangeven hoe de medewerker functioneert.


Slide 22 - Tekstslide

H12
Werknemer aanmelden bij de Belastingdienst

  • Aangifte van loonbelasting

Slide 23 - Tekstslide