Lesen

Lesen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesen

Slide 1 - Tekstslide

Seite 59 Übung 16

Slide 2 - Tekstslide

Seite 59 Übung 16
Aufgabe 16: Signalwörter (Seite 59)
Aufzählung: außerdem, zudem
Bedingung: unter der Voraussetzung, dass, wenn...dann
Begründung: denn, demnach, deswegen
Beispiel: etwa
Gegenüberstellung, Widerlegung: allerdings, andererseits, dagegen
Relativierung: obwohl, wenn auch
Schlussfolgerung: alles in allem, also
Ursache: infolgedessen, somit
Vergleich: so wie, genauso

Slide 3 - Tekstslide

Seite 60 Übung 17

Slide 4 - Tekstslide

Seite 60 Übung 17
1 Nach der Wende sind viele Menschen vom Osten in den Westen gezogen, weil dort der Lebensstandard höher war. (Begründung) 2 Im Sinne der Nachhaltigkeit verbrauche ich möglichst wenig Energie. So schalte ich etwa das Licht ab, wenn ich einen Raum verlasse, dusche nur sehr kurz und heize die Wohnung nur auf 17 Grad. (Beispiel)
3 Daher bin ich der Meinung, dass die Verwendung von Plastik zur Erzeugung von Einwegprodukten auf der ganzen Welt verboten werden sollte. (Schlussfolgerung) 4 Die große Zahl der Touristen wird langsam wirklich zu einem Problem in Hamburg. Mehr noch, es stören sich die Einwohner daran, dass viele Touristen sich aggressiv und asozial verhalten. (Steigerung)
5 Obwohl in Wien viele Menschen wohnen, gibt es auch große Grünflächen und genug Platz für Sport in der Natur. (Relativierung)
6 Ich bin der Meinung, dass wir in einem Zeitalter des Individualismus leben und sich viele Menschen einfach zu wichtig nehmen. (Behauptung)
7 Der Autorin dieses Artikels zufolge ist der neue Song von Helene Fischer ein voller Erfolg, zumindest für Menschen, die Schlager mögen. (Einschränkung)
8 Allgemein wird gesagt, dass es gesund ist, rohes Gemüse zu essen. Ganz so einfach ist das allerdings nicht. Im Gegenteil kann zu viel rohes Gemüse sogar krank machen. Dann nämlich, wenn es zur Obsession wird. (Widerlegung)

Slide 5 - Tekstslide

Seite 60 Übung 19

Slide 6 - Tekstslide

Seite 60 Übung 19
1 persönliche Erfahrungen berichten
2 Vergleich mit der Gegenwart
3 Beispiel für neue Investitionen
4 noch ein Beispiel für neue Investitionen
5 Vergleich mit einer anderen Stadt
6 Begründung für den Aufschwung
7 noch eine Begründung für den Aufschwung
8 Rückschlag
9 mögliche Konsequenzen
10 Schlussfolgerung / Fazit

Slide 7 - Tekstslide

Seite 42  Übung 5 und 6

Slide 8 - Tekstslide

Seite 42  Übung 5 (eigen antwoord) und 6
1 D 2 B
3 B
4 C
5 D
6 B
7 B
8 D

Slide 9 - Tekstslide

  Übung 7 (eigen antwoord); 8;9

Slide 10 - Tekstslide

  Übung 7 (eigen antwoord); 8
maximumscore 3
1 wel 2 niet
3 niet 4 wel 5 wel 6 niet
indien zes correct 3 punten
indien vijf correct 2
indien vier correct 1
indien minder dan vier correct 0

Slide 11 - Tekstslide

  Übung 9
1 (wenn bestimmte) Genmerkmale (möglichst) unterschiedlich (sind)

Slide 12 - Tekstslide

  Übung 10; 11; 12

Slide 13 - Tekstslide

  Übung 10
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
1 De Duitsers zijn het voor een groot deel eens over de kern van bepaalde basisprincipes, maar ook daarover ontstaat steeds vaker discussie / maar ook die beginnen barsten te vertonen.
2 Omdat verschillende bestuurders in noodsituaties verschillend reageren / lastige beslissingen moeten nemen. De auto moet ook op de noodsituatie reageren en moet dit op een manier doen waar de bestuurder achter kan staan.
3 een rijbewijs hebben en een cursus ethiek hebben gevolgd

Slide 14 - Tekstslide

  Übung 11 Eigen antwoord - 12
Vraag 1 t/m 5: Eigen antwoord
6 C 7 D 8 C 9 D 10 C
11 maximumscore 1
De kern van een goed antwoord is: Het afschieten van (grote roof)dieren om de populatie te reguleren/beheren. / het beheren van de populatie/wildstand / indien noodzakelijk dieren doden / afschieten in het kader van natuurbeheer / menselijk ingrijpen in de wildpopulatie. Opmerkingen: Acceptabel is: “afschieten”. Niet goed rekenen: antwoorden als “jagen” zonder verdere toelichting, neerkomend op “natuurbeheer” of “uit noodzaak”.

Slide 15 - Tekstslide

  Übung 13;14;15

Slide 16 - Tekstslide

  Übung 13 eigen antwoord; 14
1 Eigen antwoord
2 D
3 Hij wil ermee zeggen dat de Duitsers vooral op de prijs letten / Duitsers kijken met name naar hoe ze zo goedkoop mogelijk kunnen vliegen.
4 A 5 D
6 D
7 A
8 D
9 B
10 D

Slide 17 - Tekstslide

  Übung 15

Slide 18 - Tekstslide

  Übung 15
eigen antwoord

Slide 19 - Tekstslide