Les vrijdag

Planning
-  Huiswerkopdrachten bespreken
- Afmaken hoofdstuk 4.2
- Beginnen aan hoofdstuk 4.3

- Pak jullie boek erbij!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
-  Huiswerkopdrachten bespreken
- Afmaken hoofdstuk 4.2
- Beginnen aan hoofdstuk 4.3

- Pak jullie boek erbij!

Slide 1 - Tekstslide

21. Een bedrijf dat chocola makt gebruikt onder andere de volgende middelen. Kies per middel tot welk productiefactor het behoort.

A. Cacaobonen
A
Arbeid
B
Kapitaal
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 2 - Quizvraag

21. Een bedrijf dat chocola makt gebruikt onder andere de volgende middelen. Kies per middel tot welk productiefactor het behoort.

B. Het schip dat de cacaobonen vervoert / machines waarmee chocola gemaakt wordt.
A
Arbeid
B
Kapitaal
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 3 - Quizvraag

21. Een bedrijf dat chocola makt gebruikt onder andere de volgende middelen. Kies per middel tot welk productiefactor het behoort.

C. Personeel dat deze machines bedient.
A
Arbeid
B
Kapitaal
C
Ondernemerschap
D
Natuur

Slide 4 - Quizvraag

Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1200 boeketten. Haar kosten zijn deze maand €18.240. Aan winst blijft er €5.760 over.
A. Bereken de opbrengst van de verkoop.

Slide 5 - Open vraag

Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1200 boeketten. Haar kosten zijn deze maand €18.240. Aan winst blijft er €5.760 over.
B. Bereken hoeveel de verkoopopbrengst is van één boeket.

Slide 6 - Open vraag

Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1200 boeketten. Haar kosten zijn deze maand €18.240. Aan winst blijft er €5.760 over.
C. Bereken hoeveel winst Sophie heeft per boeket.

Slide 7 - Open vraag

Winst 
Winst = opbrengsten - kosten
Dus....
Opbrengsten = kosten +winst
Kosten = opbrengsten - winst

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 4.3
Kan het sneller en beter?

Slide 9 - Tekstslide

Technologische ontwikkelingen

Slide 10 - Woordweb

technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen = Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvinden. 
Bedrijven kunnen door nieuwe technieken en uitvindingen anders gaan produceren. Ook kunnen diensten anders aangeboden worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Mechanisatie
Wanneer machines het werk van mensen overnemen. 

--> vroeger werden sloten nog met de hand gegraven, nu zijn er gelukkig graafmachines. 

Slide 12 - Tekstslide

Automatisering
Als computers en computerprogramma's de productie aansturen, heet dat automatisering. 

Automatisering en machanisatie maken het mogelijk voor bedrijven om sneller en beter te produceren. Ook worden uiteindelijk de productiekosten lager. 

Slide 13 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die en werknemer kan maken in een bepaalde tijd. Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten. 

Vroeger werden flessen met de hand gemaakt door een glasblazer. Deze deed er soms wel 5 minuten over. Nu worden er door een machine in dezelfde tijd wel 100 flessen gemaakt. 

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 32 tot en met 46

Slide 15 - Tekstslide